'Onaanvaardbaar dat renners kwijtraken in koers': verbeteringen staan op UCI-agenda
Een week na de WK wielrennen in Zurich zijn nog altijd niet alle puzzelstukjes gelegd rondom de tragische dood van de Zwitserse Muriel Furrer (18) in de juniorenwedstrijd.
Het is wachten op de uitkomsten van het onderzoek van de Zwitserse instanties. Volgens de Zwitserse krant Blick lag Furrer anderhalf uur lang onopgemerkt langs het parcours en kreeg ze pas medische hulp na de koers. Ze overleed een dag later aan haar verwondingen.
In de dagen na het ongeval werd er opgeroepen tot het gebruik van gps-trackers, ook in juniorenwedstrijden. Naar nu blijkt, reed die categorie die dag wél met deze navigatie rond.
Dat bevestigt Fee Knaven, die voor Nederland uitkwam in de juniorenkoers. Ook uit de beelden blijkt dat de juniorenrensters met het kastje onder het zadel reden. Toch was lange tijd onduidelijk dat Furrer gewond in het bos lag. Hoe kan dat?
UCI reageert
In een reactie op vragen van de NOS laat de internationale wielerbond UCI het volgende weten: "De UCI wil graag ophelderen dat gps-trackers het niet mogelijk maken om op elk moment de positie van alle renners te volgen. De gegevens worden alleen verzameld als ze zich binnen het bereik van een actief internetnetwerk bevinden, vaak op een motorfiets tijdens een race."
De UCI stelt daarbij dat "er nog veel werk aan de winkel is" aangaande het verbeteren van de veiligheid van de renners tijdens wedstrijden.
Behalve de junioren vrouwen reden in Zürich ook de profs met trackers. De junioren mannen en de beloften reden met een transponder, een chip die alleen op de finishlijn een signaal afgeeft en zo de doorkomsttijd registreert.
Dankzij gps-technologie in de tracker kan zeer nauwkeurig de locatie van een renner worden afgelezen. Om die data over te dragen naar een computer of telefoon op afstand is echter een permanente verbinding van de tracker met het internet nodig.
Uit de reactie van de UCI blijkt dat die verbinding alleen tot stand kwam als de rensters in de buurt van een motor met straalverbinding reden. Het lijkt erop dat de trackers in de wedstrijd van Furrer eigenlijk de functie van een transponder hadden. Bij een beter netwerk had Furrer eerder gevonden en geholpen kunnen worden.
"Het is volstrekt onaanvaardbaar dat mensen kwijtraken in een koers", stelt Mathieu Heijboer, performance manager bij Visma-Lease a Bike. "De technologie is er, maar er wordt lang niet altijd gebruik van gemaakt."
Kostbaar
"In de Tour de France hebben ze dat goed geregeld", vervolgt Heijboer, de geestelijk vader van de mobiele control room waarin beschikbare data rond de koers verzameld wordt. "In de Tour wordt de informatie uit de livetracker via een lokaal eigen netwerk meteen voor iedereen inzichtelijk gemaakt op de website."
Dat de rijkste organisatie in het wielrennen op dit vlak voorop loopt, is geen toeval. "Het is duur", beseft Heijboer. "Je moet permanent een vliegtuig of helikopter laten vliegen om dat netwerk in stand te houden. Zeker bij grote kampioenschappen en WorldTour-wedstrijden voor mannen en vrouwen zou het standaard moeten zijn."
Levens redden
Oud-renner Steven de Jongh kan zich daarin vinden. "Die technologie heeft mijn leven gered", zegt De Jongh. "Door Strava wisten ze in welk gebied ze moesten zoeken."
De Jongh, inmiddels al jaren ploegleider van Lidl-Trek, kwam tijdens een fietstocht in 2018 ten val in Spanje. Zijn vrouw sloeg alarm toen hij te lang wegbleef. Hij werd bewusteloos aangetroffen langs de weg. Dankzij Strava, een app met gps die sporters gebruiken om hun work-outs te registreren, kon hij worden gelokaliseerd.
Volgens De Jongh komt het met regelmaat voor dat renners tijdens een wedstrijd 'weg' zijn. "Wij krijgen weleens oproepen via oortjes (waarmee renners live in verbinding staan met hun ploegleiding, red.): 'Ik ben gevallen, je ziet me misschien niet liggen...' En dan leggen ze uit waar we ze kunnen vinden."
De Jongh vindt dat de UCI de trackers verplicht moet stellen voor alle ploegen, zodat iedereen hetzelfde voordeel en eventueel nadeel (extra grammetjes aan gewicht) ondervindt.
Het zou ook veel schelen in communicatie met renners en rensters, zegt De Jongh. "Nu horen we via oortjes en/of de koersradio wie er bij een valpartij betrokken zijn. Maar met livetracking ziet iedereen welke renners doorfietsen en wie niet. Zo weten we sneller of er iemand van ons op de grond ligt."
In de verklaring van de UCI valt te lezen dat 'verbeteringen in gps-trackingapparatuur' op de agenda staan. "Je zou een tracker in de helm kunnen inbouwen of in je fietscomputer", aldus Heijboer. "Maar dat mag je als ploeg nu nog niet zelf doen, alleen de trackers van de organisatie zijn toegestaan."
"We hebben technologie voor handen", aldus Richard Plugge, ploegbaas van Visma-Lease a Bike. "Waarom wordt die niet overal gebruikt? Livetracking kan levens redden, 100 procent."