Directeur Ronnes moet na mislukte Spelen vertrekken bij judobond
Gijs Ronnes vertrekt per direct als directeur topsport bij de judobond. Dat besluit van de JBN volgt op de zeer teleurstellende Olympische Spelen, waar Nederland voor het eerst sinds 1984 geen enkele olympische judomedaille veroverde.
In Parijs stak Ronnes direct al de hand in eigen boezem. "De beste sporters moeten met elkaar trainen en de beste coaches moeten gedachten met elkaar uitwisselen. Dat doen we niet goed en ik heb het niet voor elkaar gekregen om wél goed samen te werken. Dat is een belangrijk onderdeel dat op mijn bordje ligt en wat ik niet goed heb gedaan."
'Spelen zijn mislukt'
Ronnes gaf toen al aan dat hij daarom een harde evaluatie en harde conclusies verwachtte. "Of ik stop? Daar ga ik nu geen antwoord op geven, maar natuurlijk ligt dat op tafel. Deze Spelen zijn totaal mislukt, daar kunnen we kort over zijn."
Die evaluatie leidde onlangs ook al tot het vertrek van bondscoach Matthew Purssey.
De magere resultaten zijn al langer onderwerp van gesprek. Eerder uitten oud-topjudoka's Cor van der Geest en Theo Meijer kritiek op de judobond en NOC*NSF over de centralisatie. Vooral de nationale sportkoepel moest het ontgelden. Die besloot in 2016 dat het judo op nationaal sportcentrum Papendal gecentraliseerd moest worden, onder de noemer Project Judo 2.0.
"In de praktijk betekende dat een onbetaalbaar en onhaalbaar systeem dat aantoonbaar niet heeft geleid tot betere prestaties", aldus Van der Geest, die pleit voor een terugkeer van het model waarin de beste judoka's bij hun club trainen en elkaar één of twee keer per week treffen bij een centrale training.