Ooit deed Zülle Nederlandse wielerharten sneller kloppen: 'Ben bekender buiten Zwitserland'
Alex Zülle was voor Nederlandse wielerfans een geschenk uit de hemel. Halverwege de jaren negentig leken de gouden jaren van het Nederlandse wielrennen echt voorbij.
En toen was daar een vriendelijke Zwitser met een bril en tijdritbenen van staal. Een Zwitser met wie je gewoon Nederlands kon spreken.
"Mijn moeder Wil (kort voor Wilhelmine) komt uit Steenbergen", vertelt de inmiddels 56-jarige Zülle aan de telefoon. "Een groot deel van mijn familie woont daar nog steeds. Ik kom er elk jaar zeker een keer. Dus ja, ik kan nog wel een beetje Nederlands."
De WK wielrennen in Zürich beginnen zondag in de achtertuin van de oud-wereldkampioen. "Ik woon op een klein uurtje rijden van Zürich. Of ik ga kijken? Dat weet ik nog niet."
Zülle werd twee keer tweede in de Tour, won twee keer de Vuelta en heeft een regenboogtrui thuishangen. Qua erelijst hoort Zülle bij de grootste Zwitserse wielrenners aller tijden. Een rijtje met Ferdi Kübler en Hugo Koblet, Tony Rominger en Fabian Cancellara.
De laatste is teambaas van Tudor - een van de meest ambitieuze ploegen in het profpeloton - en officieel ambassadeur van het WK in Zürich. Zülle is niet eens uitgenodigd.
"Als Zwitserse media bellen, dan gaat het altijd over doping. Dat is ook de reden waarom ik nergens voor gevraagd word."
Festina-affaire
Liever wil hij het er niet meer over hebben, die zwarte bladzijde in zijn loopbaan. In de Tour de France van 1998 gold Zülle, die was overgestapt van het Spaanse ONCE naar Festina, als een van de favorieten.
Maar nog voor de Tour werd verzorger Willy Voet aan de Belgisch-Franse grens staande gehouden met een kofferbak vol epo. Na de zevende etappe deed de Franse politie een inval in het hotel van de ploeg en nam de renners mee ter ondervraging.
Diezelfde avond nog legde Zülle alle geheimen op tafel. Ploeggenoten als Richard Virenque en wereldkampioen Laurent Brochard ontkenden. Huilend over zoveel onrecht sprak Virenque de volgende dag de media toe.
Virenque wordt nog altijd gefêteerd op televisie en in de Tour. Was Zülle misschien te eerlijk? "Ik wil het niet over doping hebben", zegt Zülle, die overigens niet geschorst werd. "Ik heb destijds de draad weer opgepakt en heb nog mooie jaren mogen beleven. In 1999 werd ik nog tweede in de Tour, achter Lance Armstrong. Maar in Zwitserland telt dat allemaal niet."
Geen natuurtalent
Dat Zülle wielerprof zou worden stond niet in de sterren geschreven. "Ik wilde eigenlijk skiër worden. Mijn vader, die skileraar was, kocht een racefiets voor mij om in de zomer te kunnen trainen. En zo is het balletje gaan rollen. Zeg ik dat zo goed in het Nederlands?"
Na een goede wedstrijd als topamateur in Baskenland gunde de Spaanse ONCE-formatie hem wel een kans als stagiair. Hij kwam terecht bij een van de grootste en meest innovatieve ploegen uit het peloton, met renners als Laurent Jalabert, Marino Lejarreta én Erik Breukink.
"Erik was in het begin heel belangrijk voor mij", vertelt Zülle. "Als ik met Erik de kamer deelde, kon ik lekker Nederlands spreken. Hij was mijn voorbeeld, als renner en als mens. Een ster, zeker in het tijdrijden."
In zijn eerste Tour in 1992 werd Zülle meteen tweede in de proloog achter de ongenaakbare Miguel Indurain. Drie jaar later werd hij tweede in het eindklassement, opnieuw achter Indurain. En toen kwam de zomer van 1996.
Hoge pieken, diepe dalen
"Ik versloeg Indurain in de proloog van de Tour in Den Bosch", vertelt Zülle. "Maar in het vervolg van de Tour reed ik niet best. En ook de Olympische Spelen in Atlanta, waar ik een van de kanshebbers was in de tijdrit, waren bar slecht. De wegrit heb ik niet eens uitgereden."
De volgende afspraak was de Ronde van Spanje. Daar kwam Zülle's kracht weer boven; de tijdrijder die juist bergop het verschil kon maken, won.
Wereldkampioen in eigen land
Een betere opmaat voor de wereldkampioenschappen in het Zwitserse Lugano was niet mogelijk. "Ik was echt in de zevende hemel door die Vuelta", vertelt Zülle.
Tot Zülle op de ochtend van het WK tijdrijden uit het raam keek: regen. "Iedereen zei altijd dat ik niet goed was in de regen, vanwege mijn bril. Dat was ook wel een beetje zo. Ik had een bril die ik achter mijn sportbril kon klikken. Als het regende kwam het vocht ertussen en kon mijn bril beslaan."
Voor de zekerheid stak hij in Lugano nog een koerspetje onder zijn helm. Echt aerodynamisch oogde het allemaal niet.
"Daar heb je wel een punt", zegt hij lachend. "Windtunneltesten deed bijna niemand. Ik heb altijd op kracht gereden, met brede schouders zodat ik veel lucht kreeg. Ook Indurain zat altijd heel hoog op de fiets."
Rijdend op zijn roze wolk kon niemand hem tegenhouden, die dag in Lugano. Hij finishte als eerste.
Tegenwoordig zit de sympathieke Zwitser niet meer in de wielersport. Maar hij zit nog wel graag op de fiets.
Deze zomer trainde hij aan de Spaanse kust nog met Chantal van den Broek-Blaak en de jonkies Fem van Empel en Silke Smulders. Wisten zij wie Alex Zülle was? "Ik geloof het niet. Een van die meiden kwam na een dag naast me rijden. 'Ik heb even op YouTube gekeken', zei ze. 'Je was best wel goed!'"
"Weet je, ik vind het gewoon leuk om Nederlands te babbelen", besluit Zülle. Nederlands met een Steenbergse basis. "Houdoe, hè!"