2021: Van Vleuten komt over de streep in de olympische tijdrit van Tokio
NOS Wielrennen

Tijdrijden is pijn lijden: ‘Je moet je vinger tussen de deur durven doen’

Komt dat zien: zelfkastijding op twee wielen in het centrum van Parijs. Dat is waar de tijdrijders op de Olympische Spelen zich vanmiddag aan wagen. Want tijdrijden is pijn lijden, stelt olympisch kampioen Annemiek van Vleuten.

Een race tegen de klok is een spektakel voor de kijker. Maar de beste - of beter gezegd: vooral de beste - tijdrijders zal je zelf niet snel horen zeggen dat tijdrijden een genot is.

"Als renners tegen mij zeggen: ik vind tijdrijden leuk, dan ben je of de pijn heel snel vergeten of je ging gewoon niet hard genoeg", zegt Van Vleuten. "Dumoulin verwoordde het ooit mooi: tijdrijden is alsof je je vinger tussen de deur doet en 'm zo lang mogelijk ertussen probeert te houden."

Anders dan in gewone wegwedstrijden, op een normale racefiets, vouwen tijdrijders zich in een onnatuurlijke hoek over het frame, voor zo min mogelijk luchtweerstand, hangend op het ligstuur, met de armen en handen vooruit in twee beugels.

De kunst zit in het vasthouden van die lastige positie, 30, 40 kilometer lang en dan hard blijven doortrappen. "Je bent een goede tijdrijder als je in de meest aerodynamische houding een zo hoog mogelijk wattage kunt trappen." Dan ga je het snelst.

Van Vleuten verkent olympische tijdrit: 'Dit parcours is voor échte tijdrijders'

Van Vleuten, olympisch tijdritkampioen op de Spelen van Tokio en meervoudig wereldkampioen, stopte vorig jaar met wielrennen en zegt dat ze een haat-liefdeverhouding had met het tijdrijden.

Verschrikkelijk pijn doet het, maar: "Het is een heel pure discipline, omdat je het zelf in de hand hebt. Je kunt het heel goed voorbereiden."

'Formule 1 van wielrennen'

De zoektocht naar die meest aerodynamische houding begint jaren vantevoren in windtunnels en op velodrooms. Het hoofd wat lager, de handen iets hoger, de schouders iets meer naar de oren toe, alles voor de perfecte vorm.

Ook fietsonderdelen en kleding testen de tijdrijder en het team tot in details. Zo drijft de wedloop om de snelste tijdrithelm wielerploegen tot het ontwerpen van 'spacehelmen' en 'hoofdsokken'.

Tijdrijden doe je zo | NOS Sportschool

"Tijdrijden is de Formule 1 van het wielrennen. Telkens probeer je weer een wattje te winnen. Een mekanieker belde mij een keer, die had een fietsketting gevonden die een paar watt zou schelen."

"Heel mooi, aan de ene kant, maar daardoor heb ik er ook iets op tegen. Omdat het een minder toegankelijke sport is. Concurrenten uit landen die niet de budgeten hebben om een windtunnel in te gaan, staan 2-0 achter."

Discipline

Tijdrijden is wetenschap, ja. Maar de psyche is nog belangrijker. "Als ik mijn kop niet goed had staan, kon ik geen tijdrit winnen. Dan kon ik mezelf niet genoeg pijn doen."

"Ik reed bewust niet heel veel tijdritten, omdat ik wist dat ik niet heel vaak die vinger tussen de deur wilde houden. Als ik dat vaak ging doen, nam mijn gretigheid om af te zien af", zegt Van Vleuten. "Maar Ellen van Dijk is meer van de filosofie: hoe meer tijdritten, hoe beter. Het is niet zo dat één manier wetmatig is."

  • AFP
    Demi Vollering tijdens het WK tijdrijden in 2023
  • ANP
    Daan Hoole op het EK tijdrijden van 2023
  • AFP
    Ellen van Dijk op het WK tijdrijden van 2022

Vaststaat dat je trainingsuren moet maken. En dat vraagt discipline.

"Je hebt een team om je heen dat je helpt, maar je moet zelf de discipline hebben om één of twee keer per week die tijdritfiets te pakken en je in de meeste aerodynamische houding te wurmen." Elke keer weer de verzuring in.

De gezegende tijdrijder gaat van de verzuurde benen houden en belandt tijdens een race in een flow. "Ik had het in mijn Tokio-tijdrit. Dan lijkt het aan je voorbij te vliegen, maar ben je wel heel gefocust. Dat vond ik de lekkerste staat, dan ben je je niet continu bewust van de pijn."

Van Vleuten is klasse apart in olympische tijdrit, brons voor Van der Breggen

In een utopische wereld vliegt een tijdrijder in een meditatieve staat van geest over de weg. Hoofd omlaag, zodat het de wind niet breekt, naar het asfalt kijkend. In een ooghoek hield Van Vleuten dan soms een witte lijn op de weg, zodat ze wist dat ze een rechte lijn reed. En dan trappen.

Soms kijkt een tijdrijder niet eens meer op de vermogensmeter op het stuur, dan zijn het zuur in de bovenbenen en de vaart al genoeg om te weten dat het hard gaat.

De tijdrijder die dat gevoel kent, is voor het leven verbonden aan de tijdritfiets. Als Van Vleuten nu het gezoef hoort van een dicht achterwiel draait ze zich automatisch om. "Even kijken wat voor fiets het is en hoe iemand erop zit."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl