Strubbelingen of niet, Nederlandse triatleten hebben elkaar nog nodig
Ze zijn het niet met elkaar eens en trainen zelfs apart. Maar de vier Nederlandse triatleten hebben elkaar maandag nog nodig op de olympische teamestafette. En dat besef is er ook.
Als je het Richard Murray vraagt, maakt Nederland volgende week op het derde en afsluitende triatlononderdeel goede kans om in de top vijf te eindigen. En misschien wel hoger. "Dit is een van de redenen waarom ik voor Nederland heb gekozen", vertelt de in Zuid-Afrika geboren triatleet, terwijl het zweet nog langs zijn hoofd gutst.
Murray, die sinds 2022 voor Nederland uitkomt, is zojuist als 44ste gefinisht in de individuele wedstrijd, de felle aanmoedigingen van zijn vrouw Rachel Klamer ten spijt. Zij eindigde eerder op de dag als veertiende.
Nu gaat bij de triatleten de focus op de gemengde wedstrijd. Een onderdeel dat op de Spelen van Tokio is toegevoegd aan het triatlonprogramma.
Naast Klamer en Murray behoren ook Mitch Kolkman en Maya Kingma tot het Nederlandse viertal. "Als we met z'n vieren in vorm zijn, kunnen we een medaille winnen", is Murray stellig op de Pont Alexandre III, de iconische brug met gouden beelden over de veelbesproken Seine.
Nederland staat op dit onderdeel op de zesde plaats van de wereldranglijst, een indicatie dat de triatlonploeg een rol van betekenis kan gaan spelen.
Om de eerste Nederlandse triatlonmedaille ooit te kunnen winnen op de Spelen, is het voor een optimale topsportprestatie wenselijk dat de teamgeest in orde is. Maar daar schort het aan.
Niet in olympisch dorp
Kingma koos er namelijk voor om tijdens de Spelen niet in het olympisch dorp te vertoeven. Ze verblijft op een zelfgekozen locatie, naar eigen zeggen om haar topprestatie te kunnen waarborgen.
Ik heb besloten om mijn mond erover te houden. Laten we trots zijn op Maya en laten we trots zijn op Nederland.
De 28-jarige Brabantse, die woensdagochtend in de individuele race op de verdienstelijke zevende plaats eindigde, wil niet dat haar ervaringen uit het verleden weer de boventoon zouden voeren in Parijs.
Kingma kaartte in 2021 en 2022 al misstanden aan in de triatlonwereld, zoals roddelen, buitensluiten en pestgedrag. In de ogen van Kingma is dat nooit helemaal opgelost.
En dus koos ze in Parijs voor een preventieve maatregel, om vervelende situaties te vermijden. "Ik ben blij dat we het zo hebben kunnen oplossen. Als ik train, doe ik dat eigenlijk ook alleen. Ik ben sowieso iemand die graag alleen traint. Dat kon ik nu hier ook doen, dus dat is heel fijn."
Kingma wil verder weinig over kwijt over de situatie, net zoals haar ploeggenote Klamer. "Ik heb besloten om mijn mond erover te houden. Laten we trots zijn op Maya en laten we trots zijn op Nederland. Iedereen doet z'n best."
Bondscoach Marcel Wouda heeft begrip voor hoe Kingma deze Olympische Spelen heeft aangevlogen. "Het is aan Maya wat ze wil", zegt de voormalig zwemmer.
"We hebben Maya er graag bij. Ik snap dat de media er een ding van maken, maar onze atleten doen gewoon wat zij denken dat het beste is", aldus Wouda. "Het was voor ons vooral de missie om een goede prestatiesetting neer te zetten. Ik vind dat dat is gelukt."
Onrust naar achtergrond
Kingma verzekert overigens dat ze maandag het teambelang vooropstelt. "Tijdens zo'n race zeker wel. Je komt uiteindelijk toch voor Nederland uit. Dan doen we wat we kunnen", zegt de triatlete.
Ze reist dan samen met Wouda en haar ploeggenoten naar het hotel waar ook de Nederlandse wielerploeg verblijft. Op deze bosrijke locatie zijn de trainingsmogelijkheden een stuk beter, zo menen alle triatleten. Even weg van de hectiek in Parijs.
Wouda, die in het verleden onder anderen zwemmers Ranomi Kromowidjojo, Femke Heemskerk en Ferry Weertman onder zijn hoede had, heeft goede hoop dat hij in de toekomst alle neuzen weer dezelfde kant op kan krijgen. "Zeker, zeker", klinkt hij volhardend. "Ik geloof ook dat het goed gaat komen, alleen hebben zaken tijd en aandacht nodig. Nu ligt alle focus op de wedstrijd van maandag."