Meerkamper Rijken: turner voor even, de Zuidas voor het leven
Eenentwintig plaatsen en 6,534 punten verwijderd blijven van goud en toch meer dan tevreden terugkijken op de olympische meerkamp. Turner Frank Rijken, in dagelijks leven man van statistieken, grafieken en cijfertjes voor en achter de komma, rekende zich woensdagavond in de Bercy Arena rijk nadat alle plussen en minnen tegen elkaar waren weggestreept.
"Van de zes oefeningen die ik in de finale heb geturnd waren er vijf perfect. En ik voel totaal geen pijntjes. Zo is turnen fantastisch."
Hemdsmouwen
Twaalf maanden geleden zat Rijken (27) nog nietsvermoedend op een kantoor aan de Amsterdamse Zuidas. Als aanstormend talent van de afdeling Mergers & Acquisitions van een internationaal advieskantoor had hij zijn handen vol aan de afhandeling van de overname van een grote worstfabrikant.
Turnen deed hij nog slechts voor de aardigheid. Hij speelde verder padel, tennis of golf, stond af en toe op een snowboard en maakte kilometers op de racefiets.
Hij was 'best wel fit', maar in geen enkel opzicht topsporter.
Die tijd was geweest. Althans, dat dacht hij. Zeven jaar eerder, tijdens Rio 2016, turnde hij aan de zijde van Yuri van Gelder en Epke Zonderland de kwalificatie van de landenwedstrijd.
Het Nederlands team bleef steken in de voorronde. Het heenzenden van de een en de val in de rekfinale van de ander dat op die uitschakeling volgde zijn geschiedenis.
Meniscus
In 2017 scheurde Rijken zijn meniscus. 'Tachtig of negentig procent' daarvan werd operatief verwijderd. Ofschoon sprong en vloer daardoor voor hem een te zware belasting werden, behaalde hij tijdens de WK van 2018 in Doha een historische zevende plaats in de teamfinale.
De Spelen van Tokio bleken een brug te ver. Na de WK van 2021 in Kitakyushu was het gedaan met topturnen. Hij rondde een master Strategy Economics af en belandde in een kantoortuin aan de hoofdstedelijke ringweg A10.
Flashbacks
Als toeschouwer bezocht hij vorig jaar oktober de WK turnen in Antwerpen. "Dat was de mooiste wedstrijd die ik ooit heb gezien. Op de terugweg naar huis moest ik steeds terugdenken aan Rio. Dat was net zo bijzonder. Ik had echt non-stop flashbacks."
De WK in de Scheldestad bleken als een katalysator te werken. Steeds vaker trainde hij bij Pax in Hoofddorp samen met Loran de Munck en Casimir Schmidt. Die twee haalden ineens weer het beste in hem naar boven.
"Ergens in maart van dit jaar deed ik een oefening op paard voltige. Die ging zo goed, dat ik op bondscoach Dirk van Meldert ben afgestapt. Ik wilde weten wat er eigenlijk nodig was om in aanmerking te komen voor een plek in de olympische ploeg."
De Belg keek hem met grote ogen aan. "Hij vroeg eerst of ik écht voor de Spelen wilde gaan. Toen hij vertelde wat er van me verwacht werd en Parijs halen volgens mij mogelijk was, ben ik extreem aan de slag gegaan."
Drie kilo te zwaar
De drie kilo die hij te zwaar woog, werkte hij er in mum van tijd af. "Ik trainde constant op de grenzen van mijn kunnen, maar het bleef allemaal wonderwel goed gaan. Op een paar kleine pijntjes en heel veel blaren na heb ik nergens last van gehad. Zelfs op vloer en sprong lukte alles. Toestellen waarop ik vanwege die knie drie jaar lang niets had gedaan."
Ondertussen ging het werk in de wereld van fusies en overnames gewoon door. Rijken zat dagelijks van acht tot twaalf achter zijn bureau, nam vervolgens vier uur de tijd om te trainen en hervatte bij terugkeer zijn werkzaamheden tot laat in de avond.
Heel veel koffie
"Ik heb geleerd om heel efficiënt om te gaan met mijn tijd en het gebrek aan energie te compenseren met veel koffie. De wetenschap dat het een korte periode is waarin ik heel hard moet knallen heeft me er uiteindelijk doorheen gesleept."
Het zilver op de meerkamp dat Rijken enkele maanden geleden tijdens de NK in de wacht sleepte, gaf voor Van Meldert de doorslag. En zo kon het gebeuren dat Rijken dit jaar al zijn vakantiedagen opnam voor een bezoek van twee weken aan Parijs, waar woensdag een alleraardigst uitje naar de Bercy Arena op het programma stond.
Binnenkort meldt hij zich weer gewoon aan de Amsterdamse Zuidas, alsof er niets gebeurd is.