Een Arabisch-Israëlische en Palestijnse zwemmer als elkaars concurrent: 'Ben een symbool'
Een Arabisch-Israëlische en Palestijnse atleet als elkaars concurrenten. In het olympisch zwembad in Parijs worden de geopolitieke spanningen even naar de achtergrond gedreven, maar na de wedstrijden houden Adam Maraana - zoon van een Russische moeder en Arabische vader uit Israël - en de Palestijn Yazan Al Bawwab vele journalisten bezig. "Ik ben een symbool, hopelijk ziet iedereen dat."
Maraana en Al Bawwab zorgen misschien wel voor de meest politiek geladen ontmoeting van de Olympische Spelen. De atleten zwemmen zondagochtend niet in dezelfde heat van de series op de 100 meter rugslag, wat de spanning vermoedelijk naar een kookpunt zou hebben gebracht. De oorlog tussen Israël en Hamas is immers nog aan de orde van de dag.
Eerste atleet sinds 1976
De 21-jarige Maraana is de eerste Israëlische atleet met een Arabische achtergrond op de Olympische Spelen sinds 1976. "Ik wil laten zien dat Arabische atleten in Israël dezelfde kansen hebben als Joodse atleten. Hoe harder je werkt en beter presteert, hoe groter de aandacht wordt", zegt Maraana.
De Israëlische zwemmer hoopt dat zijn aanwezigheid in Parijs, in combinatie met zijn Arabische roots, iets teweegbrengt, zoals verbroedering tussen de Arabische en Joodse gemeenschap. Al zou het maar een fractie helpen.
Maraana vertelt er ondanks zijn relatief jonge leeftijd uiterst volwassen over. "Ik zie mijn aanwezigheid op de Spelen ook als een krachtige boodschap naar de wereld. Ik ben een symbool en ik hoop dat iedereen het ziet en het begrijpt."
De zwemmer wil ook nog wat rechtzetten. In aanloop naar de Spelen verscheen er een artikel in de Franse media waarin Maraana zei dat sporters van Arabische afkomst in Israël minder kansen zouden krijgen.
"Wat ik zei, is dat er in de Arabische gemeenschap in Israël minder kennis is hoe mooi het kan zijn om een professionele atleet te zijn", legt Maraana uit.
"Ze willen het ook niet, maar dat komt met name omdat ze zich er minder bewust van zijn. Ik voel ook absoluut niet dat ik in mijn land anders behandeld word. Ik vind dat de Arabische gemeenschap in Israël ontzettend veel potentie heeft. Ik wil een voorbeeld hierin zijn en impact hebben."
De 24-jarige Al Bawwab vertelt net als Maraana bedachtzaam hoe hij omgaat met alle aandacht op de Spelen. Hij toont ook met trots de Palestijnse vlag op zijn linkerborst.
"Het gaat voor mij hier in Parijs niet om de politiek, maar ik wil wel zeggen dat ik er heel trots op ben om een land te mogen vertegenwoordigen dat niet wordt erkend, zoals Nederland dat ook niet doet", zegt de in Saudi-Arabië geboren sporter.
Al Bawwab hoopt samen met Maraana als sporter te worden gezien, en niet als politiek instrument. "Wij zijn net als iedereen ook gewoon mensen en wij houden van sport."
Hij hoopt dat hij mensen in Palestina kan inspireren. "Sport is mijn ogen de manier om politiek naar de achtergrond te drijven. In Palestina hadden we al weinig als je naar onze sportinfrastructuur kijkt, maar nu is alles verwoest. Hopelijk kunnen wij in Palestina ooit weer gaan investeren in sport en daardoor ook een sportcultuur ontwikkelen."
Al Bawwab, de zoon van Palestijnse ouders en opgegroeid in Dubai, is overduidelijk een man van de wereld. Hij studeerde werktuigbouwkunde in Canada en traint soms in het Pieter van den Hoogenband-stadion in Eindhoven.
"Ik kom er graag. De mensen zijn vriendelijk in jullie land", reageert Al Bawwab zodra hij in gaten krijgt dat hij met een Nederlandse journalist aan het praten is.
Hoewel Maraana en Al Bawwab dicht in elkaars buurt staan terwijl ze de journalisten te woord staan, komt het niet tot een eventuele ontmoeting. Dat hoeft ook niet, want het belangrijkste voor beiden is dat ze hun eigen verhaal kunnen vertellen.
Ze kwalificeren zich overigens niet voor de halve finales van de 100 meter rugslag. "Jammer, ik had harder kunnen zwemmen. Maar ja, het was mijn olympisch debuut", zegt Maarana. Al-Bawwad is naar eigen zeggen toe aan rust. "Ik wil lekker naar huis en misschien eet ik wel een broodje kebab, nu mag het."