Rutte ontmoet president Zelensky van Oekraïne
NOS Nieuws

Rutte wordt chef van de NAVO: vier vragen over het bondgenootschap

  • Robert Chesal

    redacteur Buitenland

  • Robert Chesal

    redacteur Buitenland

Demissionair premier Mark Rutte wordt secretaris-generaal van de NAVO. Maar wat is dat voor organisatie en wat gaat Rutte daar doen? En waarom zijn de meningen over de NAVO zo verdeeld?

Allereerst: wat doet de NAVO eigenlijk?

De Noord-Atlantische Verdragsorganisatie is een militair bondgenootschap tussen 30 Europese landen, de Verenigde Staten en Canada. Sinds de oprichting in 1949 speelt de NAVO een sleutelrol in de politieke en militaire verhoudingen in Europa.

Vanuit het hoofdkwartier in Brussel organiseren de lidstaten hun collectieve verdediging. Belangrijkste verantwoordelijkheid van de alliantie is het beschermen van het territorium en de bevolking van de lidstaten tegen aanvallen.

Dat wordt uitgedrukt in de bekendste passage uit de NAVO-statuten, Artikel 5: Een aanval op één van de lidstaten, is een aanval op allen. Mocht een lidstaat worden aangevallen, dan kan de NAVO een beroep doen op Artikel 5 en zijn alle lidstaten verplicht om bij te springen in de verdediging van het aangevallen land.

Dat laatste is overigens maar één keer gebeurd, toen Washington de alliantie om steun vroeg na de terroristische aanslagen in de VS van 11 september 2001.

Rutte wordt secretaris-generaal, wat houdt dat in?

Met zijn benoeming wordt Mark Rutte de hoogste politieke leider van het bondgenootschap. Hij wordt de veertiende secretaris-generaal in de geschiedenis, en de vierde Nederlander in die functie.

Zijn rol heeft twee kanten. Allereerst moet de secretaris-generaal voortdurend bemiddelen tussen de lidstaten over veiligheidskwesties. Achter de schermen moet Rutte dus alle neuzen dezelfde kant op krijgen - en houden - wat geen makkelijke taak is, gezien de uiteenlopende belangen van de lidstaten.

Als er overeenstemming is bereikt komt de tweede verantwoordelijkheid van de secretaris-generaal, namelijk die van vertegenwoordiger naar buiten toe. Rutte moet dus de standpunten en plannen van de NAVO bekendmaken, net zoals zijn voorganger Jens Stoltenberg dat jarenlang heeft gedaan.

Voormalig NAVO-chef Jaap de Hoop Scheffer legt in Nieuwsuur uit met wat voor uitdagingen de NAVO te maken krijgt:

Rutte krijgt het trouwens niet voor het zeggen over militaire operaties, want die vallen onder de opperbevelhebber, de Supreme Allied Commander Europe. Sinds de oprichting van de NAVO is de opperbevelhebber altijd een Amerikaan, en komt de secretaris-generaal uit Europa. Maar voor elke militaire operatie van de NAVO is politieke goedkeuring nodig, en dat moet Rutte voor elkaar krijgen.

Ruttes voorganger Jens Stoltenberg

Waarom is er zoveel kritiek op de NAVO?

Afkeuring van de NAVO is er al sinds de alliantie bestaat. In de Koude Oorlog was de NAVO mikpunt van kritiek door communisten uit de Oostbloklanden en pacifisten in het westen. Dat had te maken met de kernwapenwedloop en de tegenstellingen tussen de grootmachten VS en de Sovjet-Unie.

De kritiek werd concreter toen de NAVO zijn mandaat uitbreidde en militaire operaties buiten het eigen grondgebied ging uitvoeren. Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie in 1991 besloten de lidstaten dat hun troepen konden worden ingezet voor vredesmissies overal ter wereld.

Tussen 1993 en 1995 vlogen NAVO-toestellen missies om de no-fly zone boven Bosnië te handhaven. Ze bombardeerden Bosnisch-Servische doelen, met onder andere zo'n 500 burgerdoden als gevolg.

Volgens de NAVO was de operatie gerechtvaardigd door VN-resoluties, gericht op het beschermen van burgers, maar veel Serviërs vinden dat de alliantie ver buiten zijn boekje ging. Niettemin voerde de NAVO in 1999 opnieuw luchtaanvallen uit, dit keer op Servische doelen, ter vergelding van het Servische optreden in Kosovo.

Anti NAVO-demonstratie in Hotel Krasnapolsky in 1968

Sindsdien is er in meer of mindere mate kritiek op verschillende NAVO-interventies buiten het eigen gebied, onder meer in Afghanistan, Irak en Libië.

Maar het heetste hangijzer is de oostelijke uitbreiding van de NAVO in Europa na de Koude Oorlog. Rusland beweert dat de Amerikanen en Duitsers begin jaren 90 aan het toenmalige Sovjet-leiderschap hadden beloofd om de alliantie niet uit te breiden met landen als Polen, Hongarije, Roemenië en de Baltische staten.

Dat die landen later toch het NAVO-lidmaatschap kregen wordt vaak door het Kremlin, zijn bondgenoten en critici in het Westen gebruikt om de Russische invasie in Oekraïne goed te praten.

Rusland zou met die inval hebben willen voorkomen dat een agressieve NAVO zich nog verder uitbreidt, dit keer met Oekraïne. In die lezing is niet Moskou, maar het Westerse bondgenootschap verantwoordelijk voor de oorlog in Oekraïne.

"De NAVO is niet op zoek gegaan naar nieuwe lidstaten," zo reageert de alliantie op zijn website op de beschuldiging. "De NAVO respecteert het recht van elk land om zijn eigen weg te kiezen. NAVO-lidmaatschap is een beslissing die genomen wordt door niemand anders dan de geallieerden en de landen die zich graag willen aansluiten."

Waarom gaat het rondom de NAVO zo vaak over geld?

Het lijkt alsof er voortdurend ruzie is in Brussel rond de defensiebudgetten van de NAVO-landen. De onenigheid gaat meestal over de zogenoemde 2-procentnorm, het percentage van het bruto binnenlands product dat lidstaten minimaal zouden moeten besteden aan defensie.

Die norm bestaat op papier al een halve eeuw, maar is pas sinds de aanslagen van 11 september een heikel punt geworden. Toen begon president George W. Bush erover dat de norm een verplichting moest worden.

Dat mislukte, want de rest van de NAVO was het er niet mee eens. Maar na de Russische annexatie van de Krim gingen de lidstaten ermee akkoord om binnen tien jaar - dus uiterlijk in 2024 - naar de 2-procentnorm "toe te werken."

Zulke vage bewoordingen zijn verleden tijd na herhaalde dreigementen van oud-president Trump om lidstaten die de norm niet halen niet meer te zullen bijstaan als ze worden aangevallen.

Tegenwoordig wordt de 2-procentnorm gezien als een must, maar nog niet alle NAVO-landen voldoen eraan. Nederland lukt het dit jaar waarschijnlijk pas voor het eerst; tien NAVO-landen blijven naar verwachting ook dit jaar achter.

Aan de andere kant zijn er ook landen die ruim boven de 2-procentnorm zitten. Dat zijn vooral Oost-Europese landen als Polen (bijna 4 procent van het bbp), kersvers NAVO-lid Finland en de Baltische Staten (allemaal ruim boven de 2 procent), en de VS (3,5 procent).

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl