Tien uur lang afzien in Unbound: pindakaasmodder en in elke steen schuilt gevaar
Zaterdagochtend om tien voor zes is het dringen in de hoofdstraat van Emporia, Kansas. Een keer per jaar verzamelen 4.000 wielrenners zich bij zonsopgang voor Granada Theatre in Commercial Street, het hart van het slaperige stadje in het uitgestrekte en amper bewoonde midden van de Verenigde Staten.
Klaar voor een tocht van zo'n 320 kilometer over wegen, waarop eigenlijk alleen grote pick-up-trucks kunnen rijden. Meer dan tien uur in het zadel door het stof en de modder. Daarbij voortdurend het noodlot tartend, want in elke steen op het parcours schuilt het gevaar van een lekke band, mechanisch malheur of erger. En elke meter van het parcours ligt vol met die stenen.
Unbound is de onbetwiste hoogmis van het gravelwielrennen. Wat de Elfstedentocht is voor het schaatsen en de Ronde van Vlaanderen voor het wielrennen. Wie wil winnen moet over een ijzersterke conditie beschikken, een onwrikbare mentaliteit en een flinke dosis geluk.
Nieuwsgierig
Veldrijder Joris Nieuwenhuis kan niet wachten op zijn debuut. "Ik kijk hier al best wel lang naar uit. Een veldrit is een uur knallen. Op de weg of in de Europese gravelwedstrijden weet ik hoe het is om vier, vijf uur op de fiets te zitten en daarin alles te geven. Maar nu zit je gewoon tien tot elf uur op de fiets, met een camelback op je rug in een leeg landschap uit een soort western-film."
"Het wordt een avontuur van tien uur lang. Iedereen die meedoet, gaat zijn eigen verhaal hebben. Ik ben nu al heel benieuwd naar mijn verhaal."
Anderhalf jaar geleden zei de voormalig sprintaantrekker van DSM het profbestaan op de weg vaarwel. Hij had de buik vol van de hectische finales, van het geduw en getrek in de sprint, van het gevaar. Nieuwenhuis keerde met succes terug naar zijn oude liefde, het veldrijden.
Dit seizoen werd hij Nederlands kampioen in het veld, grossierde in ereplaatsen en werd achter Mathieu van der Poel knap tweede bij het WK.
Ook in de Gravel World Series, de door de internationale wielerbond UCI georganiseerde wedstrijden, reed hij al wat ereplaatsen bij elkaar. Hij is wel wat gewend als het gaat om modder, zand en stenen. Maar Unbound is toch echt wat anders.
We spreken Nieuwenhuis op woensdagavond, drie dagen voor de wedstrijd. Hij is dan nog in Nederland, want donderdag zal hij pas in het vliegtuig stappen. "Ik moet nog beginnen met inpakken, eerlijk gezegd. Zo gaat dat altijd bij mij, eigenlijk baal ik er wel een beetje van."
"Veel tijd om het parcours te verkennen, heb ik niet. Maar het is ook een bewuste keuze, want ik verteer jetlags altijd vrij slecht. Zelfs het verschil tussen zomertijd en wintertijd hakt er bij mij best wel in. Ach, het wordt hoe dan ook een groot avontuur."
Dutch Mafia
Het deelnemersveld van Unbound is een mix van oud-wielerprofs, gravelprofs uit het Amerikaanse circuit en het Europese circuit, maar ook actieve wegwielrenners. Wereldkampioen gravel Matej Mohoric heeft zowaar ruimte gevonden in zijn voorbereiding op de Tour de France om af te reizen naar Kansas. Ook Greg Van Avermaet, Jan Bakelants, Daniel Oss, Petr Vakoc en Nicholas Roche staan aan de start. En Jelle Van Damme, oud-voetballer van onder meer Ajax.
Het meest gevreesd is misschien wel de Dutch Mafia, zoals de Nederlanders die nu al jaren meedraaien in het Amerikaanse gravelcircuit worden genoemd. Denk aan gravelbondscoach Laurens ten Dam en Thomas Dekker, Niki Terpstra en AD-journalist Thijs Zonneveld. Aan Jasper Ockeloen en Piotr Havik. En natuurlijk Ivar Slik, de eerste niet-Amerikaan die Unbound op zijn naam wist te schrijven.
Vorige week raakte Slik echter zwaargewond bij een aanrijding tijdens de training in Bentonville, Arkansas. Terpstra, Ockeloen en Zonneveld zagen hem door de lucht geslingerd worden.
Slik werd buiten bewustzijn naar het ziekenhuis gebracht, waar onder meer een gebroken neus, een zware hersenschudding en een scheurtje in zijn schedel werden geconstateerd.
"Superheftig, ook voor Niki, Jasper en Thijs, de jongens die erbij waren", verzucht Nieuwenhuis. "Ik hoorde dat het relatief goed gaat met Ivar, gelukkig. Dat doet je wel wat, ik denk dat zij nu ook anders die wedstrijd in zullen gaan."
Roubaix on crack
"Je moet ook gewoon geluk hebben", beseft Nieuwenhuis. "Wat dat betreft is het een soort Roubaix on crack. In Parijs-Roubaix kun je nog geholpen worden door een ploegleiderswagen, maar ook daar geldt dat als je eenmaal achter komt te liggen, dat het eigenlijk gedaan is. Dat zal hier nog erger zijn."
In Unbound sta je er in principe alleen voor. Er zijn twee verversingsposten op het het parcours, waar je eventueel een ander wiel kunt steken en je camelback kunt vullen met water. Maar verder zijn er vooral lange, golvende wegen door niemandsland. En als je pech hebt plakkerige en loodzware pindakaasmodder, zoals vorig jaar.
"Ik heb me er de afgelopen tijd aardig in verdiept", vertelt Nieuwenhuis. "Er komt van alles bij kijken. Normaal heb je een ploegleider die dingen voor je kan regelen. Gravelwedstrijden in Nederland zijn een keer 120 kilometer, dat lukt ook nog wel zonder al die voorbereiding. Maar nu, als je halverwege met een lekke band staat, heb je toch een probleem."
De dilemma's zijn legio en gekmakend, weet Nieuwenhuis inmiddels. "Het parcours van dit jaar is iets grover dan voorgaande edities, met wat grotere stenen. Dan zou je zeggen: zekerheid."
Dus een bredere, stevigere band, met meer profiel. Maar die hebben een groot nadeel: de hogere rolweerstand.
"Het is ook gewoon 320 kilometer, dus dan wil je dat het een beetje chill loopt. En dan heb je nog de plakkerige modder, die tussen de band en de voorvork kan gaan zitten. Dan is een brede band ook weer niet handig. Poeh, ik ga het wel zien daar."