Belg Philipsen wint wielermonument Milaan-Sanremo na kopwerk Van der Poel
Milaan-Sanremo, de eerste grote klassieker van het jaar en ook de eerste van vijf wielermonumenten, is een prooi geworden voor Jasper Philipsen. De Belgische renner van Alpecin en ploeggenoot van Mathieu van der Poel ging na 288 kilometer koers in een sprint met twaalf man als eerste over de finish op de Via Roma.
Michael Matthews kwam net tekort en eindigde als tweede. Tadej Pogacar, vooraf beschouwd als de grote favoriet - naast Van der Poel, de winnaar van vorig jaar - moest genoegen nemen met de derde plaats. Van der Poel kwam als tiende over de streep.
Eerste koersdag
Alle ogen waren gericht op Van der Poel en Pogacar toen in de ochtenduren in Pavia werd begonnen aan de kortste Primavera sinds 2002. Voor de Nederlandse winnaar van de vorige editie was het, gehuld in de regenboogtrui, na enkele trainingsweken in Spanje pas z'n eerste wegwedstrijd van het seizoen.
Pogacar daarentegen had twee weken geleden al bewezen in grote vorm te steken, getuige zijn huzarenstuk in Strade Bianche die hij na een solo van maar liefst 80 kilometer op zijn naam schreef. Van der Poel reageerde prompt via Instagram gevat met een emoji van een geschrokken gezicht en de tekst 'Maat, ik word een beetje van bang van je'.
Bekijk hieronder interviews na Milaan-Sanremo met Mathieu van der Poel, Olav Kooij, Jasper Philipsen, Michael Matthews en Tadej Pogacar.
De verwachting was dat de strijd, zoals al zo vaak sinds Milaan-Sanremo in 1907 op de wielerkalender verscheen, pas in de slotfase op de Cipressa (5,6 kilometer aan 4,1% gemiddeld stijgingspercentage) en vooral de Poggio (3,7 kilometer aan 3,7% gemiddeld) zou ontbranden. En dat Van der Poel, die in 2023 op de laatste klim zijn slag sloeg, en Pogacar daar de boel kapot zouden trekken.
Joxean Fernández Matxin, zijn ploegleider bij UAE, had vooraf laten weten dat Pogacar zijn zinnen had gezet op een coup op de Cipressa, waar hij in minder dan negen minuten boven hoopte te zijn. Veel sneller dus dan de recordtijd van 9.19, die uiteindelijke winnaars Gabriele Colombo en Oleksandr Gontsjenkov uit de benen wisten te persen.
De Sloveen zelf zei in een interview vlak voor de start toch iets anders: volgens hem was de ideale plek om aan te vallen de Poggio, op 6 à 8 kilometer van de finish.
Wind in de rug
Ze zullen niet echt de illusie hebben gehad alle bespiegelingen te kunnen dwarsbomen, maar een groep van elf renners maakte zich al na 20 kilometer los van peloton. Nadat Lorenzo Germani zich had laten terugzakken, waren er nog tien over, onder wie zeven Italianen. Hun voorsprong bleef immer beperkt tot hooguit drie minuten.
Met een lichte wind in de rug hield de kopgroep ook op de kustwegen richting Sanremo lang stand. Toen de Capo Mele, Capo Cervo en Capo Berta opdoemden, nestelden de ploegen met kanshebbers zich echter in de voorste gelederen van het peloton en liep de marge vlot terug.
De mannen vooraan begonnen met ruim een halve minuut voorsprong aan de Cipressa, waar UAE het snel uitdunnende peloton leidde maar een aanval van kopman Pogacar uitbleef. Vijf koplopers rondden de top als eersten af, maar capituleerden na een val van Sergio Samitier in de afdaling alsnog.
Aanval Pogacar
Davide Bais probeerde het even alleen, maar het weer uitdijende peloton, met ook Van der Poel en Visma-troef Olav Kooij nog in de gelederen, gaf hem geen ruimte en ging in hoog tempo op de Poggio af. Daar zette de UAE-renner Tim Wellens zich aan kop, met een alerte Van der Poel in het wiel van Pogacar.
Bij een tweede poging van Pogacar om weg te komen, was hij los, maar Van der Poel wist te antwoorden. In de afdaling sloot Tom Pidcock als eerste aan. Ook Matej Mohoric kwam erbij en de winnaar van 2022 demarreerde kort daarop. Maar mede onder impuls van Van der Poel werd hij weer ingerekend.
De Nederlander wist zich immers in het gezelschap van Philipsen, de topsprinter die kans had gezien om met nog enkele coureurs aan te sluiten bij de voorsten. In de eindsprint leek Matthews op weg naar de zege, maar de 33-jarige Australiër werd in de laatste meters bijgehaald door Philipsen.
Snelheidsrecord
De eerder deze maand 26 jaar geworden Philipsen komt niet alleen als winnaar van de 115de Milaan-Sanremo in de boeken. Ook het snelheidsrecord werd gebroken: de Belg met onder andere zes Tour-etappes op zijn naam noteerde een gemiddelde van meer dan 46 kilometer per uur.
Het oude record stond sinds 1980 met 45,8 kilometer per uur op naam van de Italiaan Gianni Bugno.