Gieters, witte pakken en 'slush puppy': wat doen die blokjesleggers op WK shorttrack?
Anne van Eijk
Redacteur bij WK shorttrack
Anne van Eijk
Redacteur bij WK shorttrack
Compleet in het wit gehuld staan ze in een van de bochten van de shorttrackbaan in Ahoy: de blokjesleggers. Op het moment dat Suzanne Schulting en Xandra Velzeboer langsrazen, buigen ze in de bocht lichtjes naar voren, hun blik gericht op de zwarte blokjes. Blijven ze netjes liggen? Volledige focus is vereist, want als zij net een fractie te laat reageren of een blokje niet op tijd weghalen, is de kans op valpartijen groot.
"Als er blokjes weggetikt worden tijdens de race, sprint je de baan in. Maar je moet wel zorgen dat je bij iedereen uit de weg blijft en de scheidsrechters (die in het midden van de baan staan, red.) niet omver rijdt", weet Friso Emons, die in 2017 zelf blokjeslegger was bij de WK in Rotterdam.
In totaal staan er elke race zes blokjesleggers op het ijs: drie in de ene bocht, drie in de andere. Volledig geconcentreerd, een hand alvast rustend op een van de blokjes die klaarliggen op de kussens, want ze kunnen elk moment in actie moeten komen.
"In tegenstelling tot langebaanschaatsen mogen er bij het shorttrack tijdens de race blokjes weggereden worden", legt coördinator Hessel Koot uit. "Als dat gebeurt, pakt de één snel het oude blokje, een ander legt een nieuw blokje neer." Met piepende ijzers komen ze weer tot stilstand in de bocht.
In slechts acht seconden moet dat gebeurd zijn. En op vrijdagen, waarop de kwalificatieraces gehouden worden, is die tijd nog veel krapper, weet Koot. "Dan ligt het in de ritten best wel ver uit elkaar, dan heb je niet vier schaatsers bij elkaar rijden. En wij moeten net in het gat tussen de achterste en de voorste schaatser door springen. Dat is altijd lastig."
"En op een gegeven moment is het ook voor ons niet meer te halen. Dan kan er een hele bocht weggereden zijn, maar dan houdt het op. De veiligheid van de schaatsers gaat voor alles."
Baan verleggen en gieters
Maar met blokjes vervangen tijdens de race is het werk voor de mannen en vrouwen in het wit nog niet klaar. Verre van zelfs. Tussen de ritten door moet de baan namelijk verlegd worden. Koot: "Omdat er in de bochten zoveel g-krachten op de benen komen en dus ook op het ijs, gaat het ijs best wel snel kapot."
"Na één rit zitten er al diepe groeven in het ijs", aldus Emons. De baan verleggen kan zeven keer, dan gaan de blokjes weer terug naar de eerste positie.
Als een rit erop zit, staan er twee witte gieters klaar op de boarding met water erin dat 55 graden is. Met beide gieters in de hand, schaatst een van de blokjesleggers door de bocht en giet het warme water gelijkmatig over het ijs.
Koot: "Dat doen we om de toplaag van het ijs wat zachter te maken, zodat ze meer grip hebben in de bochten." De gieters worden weer ingeleverd en in een grote ton met warm water gegooid.
En dan gaat er ook nog iemand met de bezem over het ijs heen. Die zorgt ervoor dat het oude ijs, dat volgens Koot door het warme water "een soort slush puppy" is geworden, naar de zijkant wordt geschoven.
En dan moeten de blokjesleggers ook nog eens speuren naar gaten in het ijs, die vaak na valpartijen ontstaan. Die moeten dan gerepareerd worden met vers ijs, afgespoten met een brandblusser waar CO2-gas van -120 graden uitkomt. "Het is wel meer dan alleen blokjes leggen", lacht Emons.
Behendigheid vereist
De blokjesleggers moeten enorm behendig zijn op het ijs, want één verkeerde beweging en je hindert Xandra Velzeboer, Suzanne Schulting of Jens van 't Wout. Dus zijn het vaak zelf ook talentvolle shorttrackers, zoals Emons en ook Kay Huisman die in 2017 als blokjeslegger bij de WK aanwezig waren.
Het zorgde er bij Emons voor dat zijn shorttrackdroom flink werd aangewakkerd. "Ik kan me nog herinneren dat ik toen dacht: dit is zo gaaf, dit wil ik ook." Vooral het goud van de relaymannen kan Emons zich nog goed voor de geest halen. Dat zag hij voor zijn neus gebeuren.
"Het zou leuk zijn als er nu weer iemand bij is die er volgende keer ook echt als shorttracker bij is. Die dan een beetje hetzelfde verhaal heeft." Maar als dat niet gebeurt, heeft Koot nog wel een andere droom met zijn team van blokjesleggers. "Ik ben aan het lobbyen om naar de Olympische Spelen van 2026 in Milaan te gaan."