Succesvolle shorttrackers inspireren jeugd, KNSB ziet ledental groeien
Shorttrack wordt steeds populairder, met name onder de jeugd. Dat blijkt uit cijfers van schaatsbond KNSB die de NOS heeft opgevraagd. Het aantal shorttrackers is in vijf jaar tijd toegenomen van 4000 naar 5000. Zowel het aantal jeugdleden als het aantal volwassen leden zit in de lift.
Dat zien ze ook op de schaatsbaan zelf. Op de oudste shorttrackclub van Nederland, Indoor Hardrij Club Leiden (IHCL), wordt hard getraind. De olympische successen van Suzanne Schulting, Xandra Velzeboer en Sjinkie Knegt zorgen hier voor een grote groei. Het aantal leden steeg elk jaar met 10 procent. In 2023 zelfs met 20 procent, zegt bestuurslid Peter de Blois.
De populariteit schrijft De Blois toe aan de internationale prestaties van het Nederlandse shorttrackteam, waardoor de sport bekend is geworden bij het grote publiek. "En het ziet er ook heel leuk uit. Het is een spectaculaire sport om naar te kijken. Er wordt hard geracet en het gaat man tegen man."
Weinig trainingsuren
Ook bij shorttrackvereniging Amsterdamse IJsclub (AIJC) merken ze dat de sport sterk aan populariteit wint. De club is pas eind 2022 opgericht, maar maakt een grote groei door. Waar de shorttrackers nu tegenaan lopen, is dat er te weinig trainingsuren beschikbaar zijn in de ijshal.
"We hebben nu drie trainingsuren bij de Jaap Edenbaan en zijn continu in gesprek met de ijsbaan voor uitbreiding daarvan", zegt trainer Niels Wijbrandts. "Daardoor moeten we nu soms al 'nee' verkopen aan nieuwe leden."
Jonge nieuwe leden zijn enthousiast. "Als je heel snel gaat, en je gaat met je handje op het ijs, dan geeft dat een kick':
Bij shorttrack wordt geschaatst op een ovale baan van 111,11 meter. De sport staat bekend om spectaculaire inhaalacties, waarbij schaatsers elkaar binnendoor en buitenom inhalen, vaak met de hand aan het ijs in de bochten.
Overstappers
Schaatsverenigingen zien leden regelmatig overstappen van het langebaanschaatsen naar shorttrack, omdat die discipline afwisselender is en een groter spelelement in zich heeft. Het draait niet alleen om kracht en snelheid, het gaat vooral om techniek, behendigheid en accelaratievermogen.
Schaatsbond KNSB ziet steeds meer schaatsers beide sporten beoefenen. Bij jeugdschaatsers wordt dat gestimuleerd, omdat de disciplines elkaar versterken. "Je ziet dat bijvoorbeeld bij Jenning de Boo. Dat is een schaatser die het tijdens de afgelopen WK langebaanschaatsen heel goed deed", zegt Jeroen Kraaij van de KNSB. "Hij is een voormalige shorttracker en dat zie je terug op de manier waarop hij zijn bochten rijdt."