Vijf weken in 'hol van de leeuw': Emilie Meijer dook onder in Hollandsche Schouwburg
De meeste mensen verbleven drie tot vier nachten in de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam, voor ze op transport werden gesteld. Emilie Meijer was er als 14-jarig meisje vijf weken. "Ik zat ondergedoken in het hol van de leeuw."
Bijna 80 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog krijgt Nederland deze week een eigen Holocaustmuseum. Het is gevestigd in die voormalige Amsterdamse schouwburg en de voormalige Hervormde Kweekschool ertegenover.
Op deze plek werden in 1942 en 1943 meer dan 46.000 Joden bijeengebracht om via Kamp Westerbork en Kamp Vught te worden gedeporteerd naar de vernietigingskampen van nazi-Duitsland. Emilie Meijer wist er wekenlang te overleven.
'Stikvolle zaal'
Meijer is de dochter van een Joodse huisarts uit Amsterdam-Oost. Als de Jodenvervolging in het najaar van 1942 steeds extremere vormen aanneemt, duikt ze onder, samen met haar moeder. Maar de vrouwen worden ontdekt door de Duitsers en naar het Huis van Bewaring in Amstelveen gebracht. Daar wordt ze van haar moeder gescheiden en naar de Hollandsche Schouwburg gebracht.
"Ik weet nog dat ik die stikvolle zaal van de schouwburg werd binnengebracht. Die zaal stond gewoon vol met stoelen alsof je naar een voorstelling ging. Maar nu zaten er radeloze mensen met rugzakken. Het was unheimisch en griezelig."
"Ik kwam daar meer dood dan levend aan, door de angst. En ik had maar één ding in mijn hoofd: Ik wil op mijn moeder wachten."
Zorg dat je uit hun handen blijft! Verstop je maar. En laat je nooit meer zien als ze registreren.
Als ze in de rij staat om zich te laten registreren door de Duitsers wordt ze door Walter Süskind uit de rij gehaald. Hij is als Jood aangesteld als beheerder van de schouwburg, maar doet er stiekem alles aan om mensen te redden. Vooral bij de rommelige administratie van kinderen lukt dat: Meijer is een van de honderden kinderen die worden gered.
"Hij pakte me bij mijn arm en smeet me de zaal in. 'Maak dat je wegkomt, snel', zei hij. 'Je bent hier alleen, je hebt geen ouders. En je moeder komt heus niet meer. Zorg dat je uit hun handen blijft! Verstop je maar. En laat je nooit meer zien als ze registreren.'"
Omdat Emilie zonder volwassenen naar de schouwburg wordt gebracht, is ze een geval apart. Süskind en medisch assistent Maurice Hirschel zijn vast van plan om haar uit de handen van de Duitsers te houden. En zo zwerft Emilie wekenlang door de schouwburg en ziet ze hoe het elke dag drukker wordt in de schouwburg, tot er na drie, vier dagen weer een transport vertrekt.
"Alles gebeurde 's nachts. Dan kon ik echt niet slapen. Dan zag je al die doodsbange mensen met hun rugzak. Murw geslagen en huilend die schouwburg binnenkomen. Dat was zo akelig. Al die mensen die zo uit hun doen waren en kapot van de angst."
"Als er een transport naar Vught ging, dan zat ik bij de mensen die later op transport naar Westerbork zouden gaan en andersom".
Zo weet ze onder de radar te blijven en te voorkomen dat ze ook op transport ging:
Emilie herinnert zich ook hoe slecht het was gesteld met de hygiëne in de schouwburg: "Het was natuurlijk een echte schouwburg, het had dus geen voorzieningen om de nacht door te brengen. Er was nauwelijks sanitair."
"Tegenwoordig heb je in een theater natuurlijk prachtige toiletten, tien op een rij. Maar toen had je twee fonteintjes. Je moet je voorstellen hoe vuil dat was en hoe gevaarlijk. Er konden alle mogelijke ziektes uitbreken."
Cyaankali
Op een dag loopt Emilie in de schouwburg plotseling haar grootouders tegen het lijf. Die waren opgepakt en zouden op transport worden gezet. Haar opa vertelde dat haar andere oma was overleden. Zij had - toen de Duitsers haar mee wilden nemen - een flesje cyaankali leeggedronken.
De vader van Emilie was als huisarts in bezit van cyaankali. Hij had voor zijn eigen onderduik alle gezinsleden een flesje gegeven, om de keuze te hebben het heft in eigen hand te nemen. "Mijn grootouders werden 's nachts op transport gezet. Ik heb ze niet meer goedendag kunnen zeggen. Ik zie ze nog weglopen. Dat beeld houd ik bij me."
Dat brengt haar op een andere herinnering: "Mijn moeder had ook een flesje cyaankali. Toen de Duitsers ons ontdekten op het onderduikadres wilde ze het opdrinken. 'Ik smeek je, laat het me innemen', zei ze. Moet je je voorstellen: dan ben je 14 jaar en sta je voor zo'n dilemma. Maar ik heb het haar verboden. Ik zei: 'Dat kun je niet doen, want dan wordt onze gastheer opgepakt.' Dus ze heeft het niet gedaan. En heeft ze dus de hele weg moeten gaan, naar Sobibor."
Als Emilie al vijf weken in de schouwburg verblijft, komt op een dag het bericht van de Duitsers dat de hele schouwburg leeg moet, voor een grote schoonmaak. Die dag drukt Maurice Hirschel haar op het hart om zich te verstoppen in de nok van het gebouw, zodat ze niet ontdekt zou worden.
Ze moet zich doodstil houden tot het transport vertrokken is. En hij belooft haar 's nachts te komen halen. Emilie doet wat Hirschel haar opdraagt en diep in de nacht komt hij haar ophalen.
"Het was stikdonker. De schouwburg was helemaal leeg. Ook het bewakershokje waar normaal altijd een mof zat. En op een teken van Maurice ben ik zo de schouwburg uitgewandeld. Via de voordeur, de nacht in."