107-jarige redde honderden Joodse kinderen in de oorlog
De laatste zondag van januari is in Nederland de dag van de Nationale Holocaust Herdenking. Na een stille tocht worden er bij het Auschwitz-monument in het Wertheimpark in Amsterdam toespraken gehouden en kransen gelegd.
Schrijfster en columniste Jessica Durlacher, waarnemend burgemeester van Amsterdam Jozias van Aartsen en voorzitter van het Auschwitz-comité Jacques Grishaver zijn de sprekers.
Hervormde Kweekschool
In de avonduitzending vertelt de 107-jarige Johan van Hulst hoe hij als directeur van de Hervormde Kweekschool tijdens de Tweede Wereldoorlog zo'n 600 Joodse kinderen kon redden. "Je wist dat ze weggevoerd werden naar de dood als je het niet deed."
Johan Van Hulst vertelt in de video hoe hij de Duitsers om de tuin leidde:
De Hervormde Kweekschool van Amsterdam lag tegenover de Hollandsche Schouwburg, waar de Duitsers Joden bijeen brachten voor deportatie. Ernaast lag een crèche waar de Joodse kinderen gescheiden van hun ouders werden geplaatst in afwachting van hun deportatie.
Van Hulst stelde een klaslokaal van zijn Kweekschool ter beschikking aan de Joodse kinderen van de crèche. Samen met Henriëtte Pimentel, die directrice van de crèche was, bedacht hij een plan en zorgde hij ervoor dat honderden Joodse kinderen konden ontsnappen.
Van Hulst: "Na een razzia werden Joodse kinderen naar de crèche gebracht. De kinderen waren op dat moment nog niet geregistreerd. Als de Duitsers bijvoorbeeld 32 kinderen brachten, vulden wij op de lijst in dat het er maar 25 waren." Verzetsgroepen en studenten namen de achtergebleven kinderen uit de Kweekschool mee en plaatsten ze in een onderduikgezin.
Tot op heden kan ik de geur van jute niet verdragen. Die geur roept verlatenheid, benauwdheid en angst op.
Een van de kinderen die dankzij Van Hulst wist te ontkomen aan de deportaties, is Lies Caransa. Ze werd als vierjarig meisje naar de crèche gebracht. "Ik mocht geen afscheid nemen en mijn moeder en oma niet knuffelen, want daar zou misschien een scène van komen. Ik mocht alleen even zwaaien. Ik voelde me alleen en eenzaam."
Lies herinnert zich nog goed dat ze op een avond aangekleed werd en mee naar buiten werd genomen. "Ik werd over een muur getild en in een jutezak gestopt. Dat vond ik vreselijk, maar ik besefte als kind al dat ik niet moest huilen of gillen. Tot op heden kan ik de geur van jute niet verdragen. Die geur roept verlatenheid, benauwdheid en angst op."
Een goede vriendin van Lies' moeder zocht contact met het verzet. Lies werd bij haar ondergebracht. Bijna alle familieleden van Lies kwamen om in vernietigingskamp Sobibor. Ze zag alleen haar moeder terug na de oorlog.
Nooit losgekomen van de beelden
Van Hulst vond het moeilijk dat het niet mogelijk was om alle kinderen te redden. "Je wist dat elk kind dat je niet hielp ten dode was opgeschreven. Van de volwassenen is nog een aantal teruggekomen, van de kinderen niet een. Het was onvoorstelbaar. Je kunt toch niet zeggen jij wel en jij niet? Als je dit met je eigen ogen gezien en met je eigen oren gehoord hebt, dan weet je pas precies hoe erg het was."
"Natuurlijk heb ik getwijfeld, vooral door mijn eigen gezin. Ik had twee kinderen van vier en zes jaar. Maar je moest het doen. Ik zie het beeld van die kinderen nog elke dag. Daar ben ik nooit van los gekomen. Altijd zie ik die huilende kinderen die weggevoerd werden met lijn 9, de beruchte lijn 9."
Net op tijd weg
Van Hulst bleef tijdens de oorlog uit handen van de Duitsers, hoewel het soms maar net goed ging. "Er werd eens op de deur van de Kweekschool geklopt door een onbekende vrouw. Ze zei dat ik direct weg moest gaan, omdat ik anders ter plekke afgeknald zou worden. Even later zijn de Duitsers inderdaad op de Kweekschool geweest. Ze hebben alles doorzocht, maar ik was net op tijd weg."
Van Hulst kreeg in 1972 de Jad-Wasjem onderscheiding. "Van mij kan niet gezegd worden: 'hij stond erbij en hij keek ernaar'. Ik heb gezien wat er aan de hand was, ik heb gezien wat voor hulp er nodig was en ik heb geprobeerd, zij het in bescheiden mate, te helpen waar kon."
Eerder maakte de NOS de special 'De oorlog van mijn oma'. Bekijk hieronder het verhaal van zes overlevenden van de Holocaust, verteld door hun eigen kleinkinderen.