Na twaalf jaar mogen ijshockeyers uit NHL weer naar Olympische Spelen

IJshockeyers uit de NHL, de belangrijkste ijshockeycompetitie ter wereld, mogen in 2026 voor het eerst in twaalf jaar weer meedoen aan de Olympische Winterspelen. De Amerikaanse profcompetitie heeft daarover een akkoord bereikt met het Internationaal Olympisch Comité (IOC).

Bij de laatste twee Olympische Winterspelen (Pyeongchang 2018 en Peking 2022) werden de spelers niet vrijgegeven door de National Hockey League. Daardoor kwamen de grootste sterren niet in actie op de Spelen.

De NHL wilde in 2018 geen onderbreking van drie weken in de competitie omdat er dan inkomsten zouden worden misgelopen. In 2022 zei de NHL dat het speelschema al te veel was verstoord door corona.

'Erkenning'

NHL-commissaris Gary Bettman zegt dat met dit akkoord voor 2026 (Italië) en 2030 (nog te bepalen locatie) wordt erkend hoe belangrijk de Spelen zijn voor de spelers. "Iedereen had nu het gevoel dat dit het juiste was om te doen. We doen dit omdat de spelers het echt wilden."

Of er nu ook Russische NHL-spelers naar de Spelen gaan, is nog niet duidelijk. Het IOC laat individuele Russische atleten deelnemen onder een neutrale vlag, maar verbiedt Russische teams nog op de Spelen van 2024 in Parijs.

De laatste twee Olympische Spelen deden de Russische ijshockeyers het goed. Zij eindigden als eerste in 2018 en als tweede in 2022. De Verenigde Staten eindigden in 2010 voor het laatst op het podium, de laatste gouden medaille dateert uit 1980.