Kamerleden willen harder optreden tegen afval Tata Steel
Het afval van staalproducent Tata Steel wordt in heel Nederland in de grond gestopt en partijen in de Tweede Kamer eisen dat het kabinet daar snel iets tegen doet. Het gebruik van dat afval kan volgens recent onderzoek risicovol zijn voor mens en milieu. GroenLinks-PvdA, D66, BBB en de Partij voor de Dieren vinden dat het kabinet te weinig doet met dat signaal.
Bij het produceren van staal blijft er afval over, een soort grijs, steenachtig materiaal, zogenoemde staalslakken. Tata Steel wil van dat afval af en verkoopt het via een tussenhandelaar aan aannemers.
Die gebruiken het op veel plekken in het land, bijvoorbeeld om wegen op te hogen. Dat is voor hen voordelig, want ze hoeven dan geen duur zand in te kopen en krijgen soms zelfs geld toe om de staalslakken op de juiste manier te gebruiken.
Bloedneuzen en brandwonden
Vorig jaar april trok toezichthouder Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) hierover aan de bel. Want de stoffen in die staalslakken, zoals metalen en ongebluste kalk, kunnen zich verspreiden en bijvoorbeeld in het grondwater terechtkomen.
Staalslakken worden soms ook rechtstreeks in het water gestort om bijvoorbeeld dijken te versterken. De toezichthouder concludeerde "dat de wettelijke regels voor het gebruik van staalslakken de risico's voor mens en milieu niet voldoende afdekken".
Zo schreef de ILT: "Wanneer deze stoffen in de bodem en het grondwater terechtkomen, kunnen de dieren en planten die daar leven doodgaan. Ook is bekend dat omwonenden van gebieden waar staalslakken zijn toegepast gezondheidsklachten hebben ondervonden, zoals bloedneuzen en brandwonden."
Per direct opgeschort
Duidelijke taal dus van de toezichthouder. Maar verantwoordelijk staatssecretaris Heijnen (CDA, Infrastructuur en Waterstaat) is nog niet met nieuwe regels gekomen en schreef recent aan de Kamer dat ze daar nog over in gesprek is. Bij de partijen in de Kamer schiet dit in het verkeerde keelgat.
"We moeten geen staalslakken gebruiken als we niet zeker weten of ze veilig zijn", zegt GroenLinks-PvdA-Kamerlid Gabriëls. Hij wil dat het gebruik ervan per direct wordt opgeschort. "Bedrijven moeten aantonen of het veilig is en op dit moment is dat nog niet zeker."
Ook BBB wil meer actie. "Je zou meer urgentie mogen verwachten gezien het feit dat er schadelijke stoffen vanuit de staalslakken in de bodem en oppervlaktewater terechtkomen", zegt Kamerlid Pierik. D66-Kamerlid De Groot heeft Kamervragen gesteld en wil dat de staatssecretaris sneller handelt "om vervuiling naar het milieu te voorkomen".
De Partij voor de Dieren wil het liefst een verbod op het gebruik van staalslakken. "De staatssecretaris zou sneller moeten optreden", zegt Kamerlid Kostić. "Ze laat nu te vaak de belangen van grote vervuilers sterker wegen dan belangen van natuur, dieren en burgers." Andere politieke partijen zoals NSC weten nog niet wat ze van staalslakken vinden omdat ze zich nog moeten inlezen. De PVV reageert niet.
Op eigen initiatief
Momenteel weet de overheid niet waar staalslakken allemaal in de grond zitten. Om dat te veranderen, denkt de staatssecretaris aan een meldplicht voor wie het materiaal wil gebruiken. Binnen enkele weken hakt ze daar een knoop over door, zegt ze tegen de NOS. Tot die tijd roept ze bedrijven op om het op eigen initiatief te melden aan de omgevingsdiensten, die toezicht houden op de naleving van milieuregels.
Verschillende partijen willen zo'n meldplicht al per direct, ook Omgevingsdienst NL, de landelijke vereniging van de 28 omgevingsdiensten. Voorzitter Ruben Vlaander laat weten dat hij daar ook al om heeft gevraagd in Den Haag.
Als ik me zorgen zou maken, zou ik het per direct verbieden.
Als er een meldplicht zou gelden, moeten aannemers aangeven dat zij staalslakken willen gebruiken en waar ze dat willen doen. Dan heeft de omgevingsdienst tijd om tegen het lokale bestuur te zeggen dat er eisen gesteld moeten worden aan het gebruik. "Zo'n meldplicht is ook voor de toekomst belangrijk", zegt Vlaander. "Je wil weten waar het ligt als er bijvoorbeeld een weg verlegd moet worden."
Maar de staatssecretaris maakt zich geen zorgen over mogelijke gezondheids- of milieuschade. "Als ik me zorgen zou maken, zou ik het per direct verbieden. Er zijn wel strengere regels nodig en die zijn we nu aan het maken." Ze erkent dat het lang duurt. "Maar het is een heel traject dat om een zorgvuldige afweging vraagt."