Drie uitspraken in week tijd, Internationaal Gerechtshof had het nog nooit zo druk
Een week na de spraakmakende uitspraak over de oorlog in Gaza kwam het Internationaal Gerechtshof vandaag met een tussenuitspraak over de oorlog in Oekraïne. Woensdag oordeelde het over een andere zaak van Oekraïne tegen Rusland. "Het regent uitspraken, en dat is uitzonderlijk", zegt Eric de Brabandere, hoogleraar internationale geschillenbeslechting aan de Universiteit Leiden.
Sinds zijn oprichting in 1947 behandelde het Gerechtshof van de Verenigde Naties nog geen 200 zaken. In de jaren zeventig van de vorige eeuw had het soms niks te doen. Nu loopt er een recordaantal van 22 zaken. Landen proberen vaker hun gelijk te halen bij de vijftien rechters die zetelen in de 'Great Hall of Justice' van het Vredespaleis in Den Haag.
"Er zijn veel conflicten en landen zijn minder bereid om met elkaar te onderhandelen om het op te lossen", zegt De Brabandere. "Als de dialoog niet meer mogelijk is, moet je naar een gerechtshof stappen om het geschil op te lossen. En er is hernieuwd vertrouwen in de internationale rechtspraak". Een veroordeling of maatregelen afdwingen bij de Veiligheidsraad van de VN lukt meestal niet meer omdat het op een veto stuit van een van de permanente leden, Rusland, China of de Verenigde Staten.
Papieren overwinningen
Het belang van het hof is de afgelopen jaren toegenomen omdat landen zien dat ze er iets kunnen bereiken. Het Hof legde noodmaatregelen op aan Myanmar, Israël en Rusland. En het heeft belangrijke geschillen beslecht, zoals grensconflicten in Zuid-Amerika, zegt De Brabandere. "Het is een sneeuwbaleffect. Hoe meer zaken je doet, hoe meer dat vertrouwen groeit."
Dat er nu in een week tijd drie uitspraken zijn heeft ook een praktische reden. Volgende week loopt de zittingstermijn van drie van de vijftien permanente rechters af. Rechters proberen zoveel mogelijk zaken af te handelen.
Ook al zijn ze bindend, uitspraken van het hof hebben meestal geen direct effect in het conflictgebied. Israël was niet van plan zijn strategie aan te passen na de uitspraak van vorige week. Rusland negeerde het bevel van maart 2022 om zijn militaire operatie in Oekraïne te staken.
Maar een uitspraak van het hof heeft wel degelijk invloed, volgens De Brabandere. "Als land krijg je wel een overwinning op papier, die je heel goed kunt gebruiken in je internationale politiek. Een staat die publiekelijk door de rechters wordt terechtgewezen door het hof kan geïsoleerd raken."
In het recht wringen
Het hof is populairder dan ooit, toch kunnen landen er niet zomaar terecht. Twee landen die een conflict hebben moeten samen eens zijn om naar het Hof te stappen om een oordeel te vragen. Of een van de partijen moet een beroep doen op een verdrag waarbij beide landen ooit hebben geaccepteerd dat het Hof erover mag oordelen. Daarom greep Zuid-Afrika naar het genocideverdrag, net als Oekraïne tegen Rusland probeerde.
In de zaak die woensdag diende probeerde Oekraïne Rusland veroordeeld te krijgen met een beroep op het verdrag tegen de financiering van terrorisme en het antidiscriminatieverdrag. Die constructie hield geen stand. De rechters zeiden niet dat Rusland zijn gang mocht gaan, ze vellen geen moreel oordeel, maar kijken heel strikt naar hun bevoegdheden.
Het hof oordeelde vandaag dat het de Oekraïense genocidezaak maar gedeeltelijk kan behandelen. "Landen proberen nu hun situatie op de grond in het recht te wringen om een oordeel te krijgen", zegt De Brabandere. "Dat lukt dus niet altijd, en daarmee voorkomt het Hof dat de deur wordt opengezet voor nog veel méér zaken".