Advies aan regering: matig migratie, maar voorkom krimp bevolking
Nederland is in 2050 drukker, grijzer en diverser dan nu, en het matigen van migratie en beter verdelen van de beperkte ruimte is noodzakelijk. Tot die conclusies komt de staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050.
Meer sturing is nodig, vindt de commissie, omdat Nederland een van de landen is met de sterkste bevolkingsgroei in Europa en ook een van de dichtstbevolkte landen, waarbij vooral het tempo van de bevolkingsgroei problemen met zich meebrengt.
"Kies voor een gematigde groei, die niet overvraagt", legt Richard van Zwol van de commissie uit. "Een groei die de economie overeind houdt en daarmee ook zorgt dat onderwijs, zorg en wonen voor iedereen beschikbaar zijn."
Duidelijke keuzes
De commissie, waarvan onder anderen wetenschappers Paul Scheffer en Monika Sie Dhian Ho en politici Marco Pastors en Tamara van Ark lid zijn, adviseert de politiek om meer te sturen op welke arbeidsmigranten er worden aangetrokken.
Daarnaast kan er nog aan allerlei andere knoppen worden gedraaid om het hoofd te bieden aan problemen die voortkomen uit gelijktijdige bevolkingsgroei en vergrijzing: variërend van meer investeren in de integratie van nieuwkomers tot digitalisering in de zorg en het huisvesten van meer gezamenlijke woonvormen.
Volgens Van Zwol moet Nederland krimp van de bevolking voorkomen. "Krimp schaadt de economie en biedt ook geen ruimte voor gewenste migratie. Krimp verergert ook de vergrijzing. We hebben ook gewoon de economie nodig om onderwijs, zorg en wonen te kunnen betalen."
De commissie werd in juli 2022 door het kabinet ingesteld omdat er behoefte was aan houvast bij de vraag waarop kan worden gestuurd bij demografische kwesties zoals vergrijzing en migratie, een thema waarover het kabinet-Rutte IV sterk verdeeld was. Uiteindelijk viel het kabinet over een conflict over het beperken van asielmigratie.
De commissie adviseert nu om te werken met zogenoemde 'streefwaardes' voor de bevolkingsgroei en daarbij verder vooruit te kijken dan één kabinetsperiode. Een gematigde groei naar 19 of 20 miljoen inwoners richting 2050 zou ideaal zijn, maar om daar te komen moet de politiek snel duidelijke keuzes maken.
Migratie onvoorspelbaar
In het bijna 400 pagina's tellende rapport, dat gedetailleerd ingaat op de geschiedenis van en wetenschap over bevolkingsontwikkeling, zijn die keuzes maar beperkt uitgewerkt. Er staan vooral veel opties in die in eerdere rapporten ook al voorbijkwamen.
Het verst gaat de commissie met voorstellen die gaan over het beperken van laagwaardige arbeidsmigratie, het vertragen van arbeidsmigratie uit nieuwe EU-landen en een streefcijfer voor het migratiesaldo.
De commissie wijst er wel op dat sturen op migratie maar beperkt mogelijk is. Waar vergrijzing een trend die zeker zal doorzetten, is migratie een onvoorspelbaarder gegeven. Ook zijn harde doelen of uitspraken over wanneer Nederland 'vol' is volgens de commissie niet zinvol, omdat techniek en andere ontwikkelingen dat allemaal kunnen veranderen. Eerder zei de Adviesraad Migratie nog dat een streefwaarde voor asielmigratie niet wenselijk is, maar voor arbeidsmigratie eventueel wel.
Asielmigratie is vanuit humanitaire overwegingen ingewikkeld om te beperken, schrijft ook deze commissie. Toch kan zo'n streefwaarde, in combinatie met het laten meewegen van de bevolkingsdichtheid, helpen bij bijvoorbeeld discussies met de Europese Unie over het verdelen van asielmigranten. Overigens zijn de meeste voorstellen van de commissie over migratie gericht op arbeidsmigratie.
Ongeremde groei
De commissie zegt ervan uit te gaan dat in 2050 26 tot 45 procent van de Nederlandse bevolking uit eerste- en tweedegeneratiemigranten bestaat. Nu is dat 25 procent. Bevolkingsgroei is wenselijk omdat het alternatief, krimp of stagnatie, ook de bestaande problemen met vergrijzing en arbeidsmarkttekorten zou vergroten en economische groei zou tegengaan.
Omgekeerd brengt ongeremde groei ook problemen met zich mee: zo zorgt een snelle bevolkingsgroei nu al voor problemen met huisvesting, sociale cohesie, bijvoorbeeld in wijken waar arbeidsmigranten die maar kort in Nederland zijn dicht op elkaar wonen, en toenemende druk op voorzieningen, zoals voor onderwijs en ondersteuning bij integratie.
Het vaak gehoorde idee dat problemen met vergrijzing allemaal via arbeidsmigratie op te lossen zijn, spreekt de commissie tegen: migratie zet juist weer druk op voorzieningen als onderwijs en zorg, en migranten worden later zelf ook weer ouder.
Ander politiek gesternte
Het rapport wordt gepresenteerd onder een ander politiek gesternte dan toen de commissie begon. De politieke partijen die nu om tafel zitten om te kijken of ze een nieuw kabinet kunnen vormen, staan stuk voor stuk achter het beperken van migratie. Toch is het de vraag of zij alle aanbevelingen van de commissie zullen willen overnemen.
Waarschijnlijk zal Pieter Omtzigt van NSC het streefcijfer van de commissie onderschrijven. Het advies komt neer op wat hij ook bepleit: sturen op een gematigd migratiesaldo. Ook de suggestie om scherper te kiezen welke opleidingen voor internationale studenten in het Engels worden gegeven zal op bijval kunnen rekenen.
Maar andere aanbevelingen, zoals investeren in werkgelegenheid en ondersteuning in andere landen, zullen vermoedelijk minder gehoor vinden. Volgens de commissie is dit nodig om opvang in de regio te ondersteunen, zodat de migratiedruk afneemt. Maar de VVD wil fors bezuinigen op ontwikkelingshulp en de PVV wil daar zelfs helemaal vanaf.