Open stuw in droge sloot op zandgronden Brabant
NOS Nieuws

Het is nog kletsnat, maar experts waarschuwen: denk alvast na over zomerdroogte

  • Rolf Schuttenhelm

    redacteur Klimaat

  • Rolf Schuttenhelm

    redacteur Klimaat

Na een kletsnatte decembermaand zijn te lage grondwaterstanden nergens een zorg. Ook in de hoogste zandgronden van Drenthe tot Noord-Brabant tonen de peilbuizen dat het nu overal zeer nat is. Maar nog vóór het groeiseizoen begint, zal een groot deel van die watervoorraad verdwenen zijn.

De reden: zware trekkers moeten vanaf februari het land op. "Dat is om mest uit te rijden, te ploegen en te zaaien", legt Myrjam de Graaf uit, onderzoeker klimaatadaptatie van Wageningen University & Research. "Die zware machines hebben dan lage waterstanden nodig, omdat ze zich anders vastrijden of de bodem verslempen."

We zien vaak dat de waterstand aangepast wordt voor die eerste grondbewerking, zegt ook Karianne van der Werf, expert water en landschap van adviesbureau Witteveen+Bos. Dat gebeurt dan meestal door het waterschap. "Water wordt vroeg in het jaar al afgevoerd. Dat zijn we de rest van het jaar kwijt."

"Per akker kan dat gaan om één à twee olympische zwembaden", rekent De Graaf voor. "Dus reusachtige hoeveelheden op landschapsschaal."

Natuurlijke afwatering

Van der Werf en De Graaf onderzoeken hoe grondgebruik weer kan volgen vanuit het landschap, in plaats van het landschap om te vormen naar het gebruik. Het credo daarbij is "water en bodem sturend", sinds 2022 het nieuwe uitgangspunt in de ruimtelijke inrichting van Nederland.

Op de zandgronden betekent het dat de natuurlijke afwatering van beeksystemen weer moet herstellen, zegt Van der Werf.

Beeksystemen zijn veel groter dan alleen de stromende waterwegen. Ze beslaan de volledige zandgronden van Oost- en Zuid-Nederland, inclusief de hoogste en droogste delen. Regen die op die hoge delen valt, trekt de grond in en komt er aan de "flanken" weer uit in de vorm van kwel, zegt De Graaf.

Dat kwelwater loopt via greppels en sloten naar de beken en stroomt vervolgens weg richting de grote rivieren, het IJsselmeer en de Waddenzee.

Die afwatering is van nature heel traag, zegt hydroloog Niko Wanders van de Universiteit Utrecht. Maar het is sterk versneld doordat de beken zijn gekanaliseerd en de hogere delen afwateren via een groot netwerk van greppels en sloten. Door stuwen open te zetten en te bemalen wordt die afwatering soms verder versneld.

Het probleem wordt pas urgent in de zomer; die worden steeds heter, waardoor meer water verdampt. In de hoogste delen zakt het grondwater lokaal meters diep weg, waardoor uiteindelijk ook de watertoevoer naar de laagste delen stilvalt. Op dat punt komen zowel natuur als landbouw in de knel en valt het probleem niet meer te verhelpen.

Watertorens vol houden

De oplossing voor zomerdroogte ligt dan ook in de winter, zeggen de experts: het langer vasthouden van overvloedige winterneerslag. Overstroomde uiterwaarden zijn daar niet meer voor te gebruiken, omdat ze te laag liggen. De belangrijkste watervoorraad bevindt zich juist in de hoogste delen, als grondwater.

Daar moet het grondwater zo lang mogelijk hoog blijven, zeggen De Graaf en Wanders, als een soort watertoren in het landschap. Hoog grondwater op die plekken kan ook tijdens zomerdroogte wekenlang een bron van water zijn voor de omringende gebieden.

Om dat voor elkaar te krijgen, moet vooral de afwatering van de gebieden daar vlak naast worden beperkt, zegt Wanders (de kwelgebieden). Door die van nature vochtiger gebieden te ontwateren voor de landbouw worden de hogere gronden van de zijkant leeggetrokken en is de zomervoorraad al in het vroege voorjaar afgevoerd.

Trekkers pas in lente op het land

Er zijn allerlei praktische oplossingen te bedenken, zegt De Graaf. Een daarvan is de teelt van (oude) gewassen die geen grondbewerking nodig hebben in het voorjaar. "Dat zijn bijvoorbeeld winterrogge en wintergerst. Die zaai je in het najaar, kunnen prima tegen een natte of koude winter en kun je oogsten in de lente - als het water van nature al wat gezakt is. En in de zomer is dan vaak nog een ander gewas mogelijk."

De Graaf noemt als andere oplossingen lichtere, onbemande landbouwvoertuigen die geen waterdaling nodig hebben of landbouw met vochtbestendige vaste gewassen, van lisdodden tot bosbessenstruiken: "Al met al vraagt het aanpassingen en zal het wennen zijn".

Uiteindelijk zou het landgebruik weer moeten aansluiten bij de natuurlijke eigenschappen van gebieden, zegt Karianne van der Werf. "Gewassen die drogere voeten nodig hebben, zoals maïs, kunnen beter op van nature drogere gronden geteeld worden. Dan kunnen beekdalen natte voeten houden, met bijvoorbeeld grasland of natte natuur. Maar van perceel tot perceel andere wensen hebben en een andere waterstand willen, is funest voor de natuurlijke waterstromen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl