'Nederland heeft visie klimaat nodig voor 2050 en daarna'
Rolf Schuttenhelm
redacteur Klimaat
Rolf Schuttenhelm
redacteur Klimaat
Nederland moet met de verduurzaming beter oog houden voor de lange termijn, en zorgen dat iedereen erin mee kan. Dat zegt de Wetenschappelijke Klimaatraad in zijn eerste officiële advies aan kabinet en Tweede Kamer.
De raad adviseert de overheid een visie te ontwikkelen op de maatschappij voor 2050 en daarna. Dat moet een veilige en gezonde samenleving zijn, zegt voorzitter Jan Willem Erisman tegen de NOS. De randvoorwaarden zijn helder wat hem betreft: "Een leefbare aarde met een gezonde biosfeer. Dat betekent schoon water, gezonde lucht, een gezonde bodem en een leefbaar landschap."
Iedereen zou daar volgens hem een beeld bij moeten kunnen vormen. "Hoe je daarin zou kunnen wonen, werken en leven - een beeld waar je naartoe wilt. Die samenleving moet ondersteund worden door een duurzame economie en rechtvaardig zijn in hoe we met elkaar omgaan."
Isolatie en betaalbaar ov
Rechtvaardigheid begint bij erkenning, zegt Heleen de Coninck, vicevoorzitter van de klimaatraad. "Bijvoorbeeld waar lasten en lusten niet eerlijk zijn verdeeld. Denk aan mensen met lage inkomens die last hebben van hoge energieprijzen, maar te weinig geld hebben voor zonnepanelen en isolerende maatregelen - en daar dus de vruchten niet van kunnen plukken."
Een stap in de goede richting is in haar ogen verhuurders verplichten om alle huurhuizen modern te isoleren. "Dan help je in één klap alle lage inkomens die in huurhuizen wonen. Maar mensen met een laag inkomen die in koophuizen wonen, blijven dan nog over."
Als ander voorbeeld noemt ze toegankelijk en betaalbaar openbaar vervoer. "Het openbaar vervoer is de laatste jaren juist verslechterd. En dat versterkt zichzelf: er komen minder gebruikers, het wordt minder rendabel, en er dreigen nog meer verbindingen weg te vallen." Dat is niet alleen slecht voor het milieu, maar raakt ook de laagste inkomens het hardst.
Richtpunt 2040
Het vrijdagmiddag gepresenteerde rapport bevat 20 aanbevelingen. Een deel daarvan is technisch: zo zouden niet-duurzame investeringen moeten worden afgebouwd en is het volgens de experts verder noodzakelijk om zo snel mogelijk een prijskaartje te hangen aan alle uitstoot van broeikasgassen.
Beleidsmatig gaat nu veel aandacht uit naar het jaar 2030, als Nederland 55 procent minder broeikasgassen moet uitstoten vergeleken met 1990. Maar de raad adviseert ook om ambitieuze uitstootdoelen te formuleren voor 2040. Dat geeft een perspectief voor nieuw beleid en sluit aan op de behoefte vanuit de Europese Unie. Het meeste werk op weg naar een klimaatneutrale samenleving, die in 2050 moet zijn gerealiseerd, zou tegen die tijd al gedaan moeten zijn.
Zeespiegelstijging
Een andere grote uitdaging is voor de zeer lange termijn: de zeespiegelstijging - die kan oplopen naar vele meters, en dat betekent een fundamentele bedreiging voor de laaggelegen delen van Nederland. Onze toekomstvisie moet dus niet alleen gaan over de energietransitie, maar ook over het zo goed mogelijk opvangen van de steeds grotere gevolgen van klimaatverandering, zegt raadslid en adaptatie-expert Marjolijn Haasnoot.
"Uiteindelijk draait het erom dat we de grote opgaves in samenhang met elkaar bekijken. Zeespiegelstijging is een voorbeeld waar die samenhang heel belangrijk is. Maar het geldt ook voor de toename van hitte, droogte en wateroverlast door extreme neerslag."
Kracht van de energietransitie
De raad bestaat onder meer uit milieuwetenschappers, economen, bestuurskundigen, rechtsgeleerden, psychologen en energiedeskundigen, zoals Sanne Akerboom en Kornelis Blok. Zij zien dat Nederland technologisch vooroploopt met zonnedaken en wind op zee.
Kritiekpunt is de noodzakelijke verzwaring van het elektriciteitsnet, waarmee te laat is begonnen. In sociaal opzicht zien ze grote kracht in kleinschalige energiecoöperaties van burgers, waar Nederland ook in vooroploopt.
"We hebben in Nederland 700 van zulke energiecollectieven", zegt Erisman. "De overheid zou het die initiatieven veel makkelijker moeten maken. En een bredere groep mensen zou moeten kunnen meedoen."
Een gedeelde visie helpt volgens de wetenschappers ook om de voor verduurzaming benodigde gedragsveranderingen te stimuleren. Daarnaast noemen ze inspraak essentieel. Mensen zouden eerder en volwaardig betrokken moeten worden bij beleidskeuzes die nog openstaan. "Maak dan vooraf duidelijk wat het mandaat is, en zorg dat alle groepen in de samenleving vertegenwoordigd zijn", zegt voorzitter Erisman. "En zorg dat er ook daadwerkelijk iets mee gedaan wordt."
In oktober verscheen een brief van twaalf andere wetenschappers die het Nederlandse klimaatbeleid te aarzelend noemen. Een van hun aanbevelingen is dat ministeries moeten zorgen dat hun beleid niet onderling strijdig is.