Een kwart van de jonge docenten stopt binnen vijf jaar. Waarom?
Het aantal pabo-studenten is de afgelopen jaren licht gegroeid en het aantal zij-instromers in het onderwijs is zelfs in vijf jaar verdubbeld. Toch is ook dit jaar het lerarentekort weer toegenomen.
Dat komt voor een belangrijk deel door de hoge uitstroom, vooral in het voortgezet onderwijs: ongeveer 20 procent van de startende docenten, waar ook zij-instromers onder vallen is na vijf jaar geswitcht of teruggekeerd naar de oude baan of uitgevallen. Bij startende docenten onder de 30 jaar is dat in het voortgezet onderwijs de afgelopen jaren zelfs rond de 25 procent, blijkt uit cijfers van het ministerie van OCW. Hoe komt dat en is er genoeg aandacht voor deze uitvallers?
Floor van Venrooij, onderwijskundige en docent biologie en zorg & welzijn, vond van niet en begon daarom samen met een collega de podcast Opstarten met Floor en Ellen. Ze geven daarin advies voor startende docenten. Want niet elke beginnende docent krijgt goede begeleiding, ziet Van Venrooij. "Soms om begrijpelijke redenen, zoals collega's die door de werkdruk allang blij zijn dat ze zelf hun werk afhebben. Maar goede begeleiding is wel belangrijk als je ineens voor een groep pubers wordt gezet."
'Goede begeleiding essentieel'
Essentieel zelfs, vindt onderwijssocioloog lliass el Hadioui van de Erasmus Universiteit en Vrije Universiteit. "Internationaal onderzoek laat zien dat maar een op de zeven startende docenten goed begeleid wordt, zes van de zeven krijgt dus geen goede begeleiding." En dat leidt bij starters meteen tot een te hoge werkdruk, zegt El Hadioui. Hij noemt dat een van de grootste problemen waar docenten tegenaanlopen.
Iemand die voor een groep kinderen staat moet constant keuzes maken, zegt hij. "Denk aan straffen en belonen of aan de keuzes bij de omgang met kinderen met gedragsproblemen. Als je dan geen professionele rugdekking krijgt van je collega's ga je twijfelen: doe ik wel de goede dingen?"
Dat herkent ook Van Venrooij. "Bij beroepsonderwijs wordt er soms zelfs van je verwacht dat je zelf een lesmethode samenstelt. Daar moet je wel echt begeleiding bij krijgen."
Zelf staat Van Venrooij nu zeven jaar voor de klas. Met plezier, maar dat is niet altijd zo geweest. Ze nam op haar 21ste als student een klas over van een docent die ontslagen was vanwege slecht functioneren. "Toen moest ik zonder ervaring orde houden in een groep met tieners die maar vier jaar jonger waren dan ik zelf. Wat doe je dan als je iemand eruit wil sturen en diegene zegt: nee, ik ga niet? Daar heb je echt hulp bij nodig van je collega's."
Salarisverhoging is belangrijk voor de maatschappelijke positie van leraren, maar je ziet dat scholen met een duidelijke visie en goede samenwerking veel aantrekkelijker zijn.
Het team waarin leraren terechtkomen speelt een grote rol. Uit onderzoek uit 2019 blijkt dat gebrek aan steun en feedback of slechte samenwerking een van de vier belangrijkste redenen is voor docenten om te stoppen.
Andere redenen om af te haken zijn persoonlijke omstandigheden, praktische zaken zoals het salaris en tot slot het gebrek aan vernieuwing of ontwikkelmogelijkheden. Als daar geen ruimte voor is binnen een baan, gaan mensen deeltijd werken om alsnog ruimte voor hun ontwikkeling te creëren, waarschuwt socioloog El Hadioui.
Doel van studiedagen
Daarom moet het volgens El Hadioui meer over dat soort onderwerpen gaan: "Salarisverhoging is belangrijk voor de maatschappelijke positie van leraren, maar je ziet dat scholen met een duidelijke visie en goede samenwerking veel aantrekkelijker zijn en blijven."
Dat zit volgens El Hadioui vaak in kleine dingen: "Kom je in het begin van het jaar met een duidelijk plan waar het team zich in gaat ontwikkelingen op de zes studiedagen die elk jaar gepland staan of wordt daar in de waan van de dag snel iets voor bedacht? Krijgen nieuwe mensen duidelijke antwoorden als ze vragen waarom er een methode wordt gebruikt, of 'is dat gewoon zo omdat het zo is'?"
Tamar van Gelder van de Algemene Onderwijs Bond zegt dat dit soort dingen al tijden bekend is. "Wij noemen dit al tijden het lerarenlek en we weten ook dat starters ontlasten, ruimte voor verbreding en verdieping, autonomie, naast zaken als salaris en kleinere klassen, de oplossing zijn om mensen te behouden. En ja, er zijn wel initiatieven, maar te weinig."