In de Franse banlieues wordt het beleid van Macron als mislukking bestempeld
Drie jongens hangen rond in de portiek van een afbladderende flat. Eén zit wijdbeens op een plastic stoel: hij blokkeert de ingang. Bij hem kan je drugs bestellen. Op het parkeerterrein ernaast staan twee uitgebrande autowrakken.
Op straat ligt vuilnis opgestapeld. Twee meisjes met lange traditionele jurken en hoofddoeken gaan op een elektrische step voorbij. Als een jongen op een brommer een tv-camera ziet, roept hij: "Oprotten!"
Clichy-sous-Bois, ten oosten van Parijs, is bekend en berucht. Hier begonnen in 2005 de banlieuerellen die destijds in heel Frankrijk wekenlang duurden. En ook vorige week waren er opnieuw gewelddadigheden, nadat een agent in Nanterre een 17-jarige jongen had doodgeschoten. Het stadhuis in Clichy-sous-Bois werd door jongeren aangevallen en er werd geprobeerd brand te stichten.
In de gemeente leeft bijna de helft van de inwoners onder de armoedegrens. De werkloosheid is er twee keer zo hoog als het landelijk gemiddelde. De schooluitval is enorm. Clichy-sous-Bois is met al zijn problemen een treurig voorbeeld van de stand van zaken in de banlieues, de voorsteden van de grote steden.
Kleine stapjes
De problemen in die achterstandswijken zijn niet nieuw en ze zijn al heel vaak benoemd en beschreven. In 2018 verscheen er een lijvig adviesrapport, waar president Macron persoonlijk om had gevraagd. Er stond exact in wat er misgaat, wat er aan gedaan kan worden en wat dat zal kosten. Het was het inmiddels beroemde rapport-Borloo, vernoemd naar oud-minister Jean-Louis Borloo.
Zijn adviezen richtten zich op 1500 achterstandswijken waar zo'n zes miljoen Fransen wonen. Borloo kwam met suggesties voor meer agenten, meer openbaar vervoer, en meer leraren, maar ook met 'kleine' stapjes: help jongeren met het halen van hun rijbewijs, steun moeders die wijkwerk doen, zet sportactiviteiten op.
Eenoudergezinnen
In Clichy-sous-Bois kunnen ze dit soort hulp goed gebruiken. "Er is hier weinig te doen voor jongeren", vertelt een tiener die rondhangt bij het jeugdcentrum. "En sommige activiteiten kosten geld. Niet iedereen kan dat betalen." Een vader die er met zijn kinderen loopt, zegt: "Er is hier armoede. De koopkracht staat onder druk en dat komt helemaal hard aan in voorsteden als deze."
Iets verderop staan vrouwen in de rij bij een huis waar voedsel wordt uitgedeeld. Bij gebrek aan geld zijn de vrouwen aangewezen op hulpverlening, zelfs voor hun eten.
Wethouder Mehdi Bigaderne beaamt het. "Een op de drie gezinnen hier is een eenoudergezin. Dat zijn moeders met kinderen." Die kinderen zelf hebben niet dezelfde kansen als de kinderen een paar kilometer verderop, in Parijs, zegt Bigaderne. "Ze worden gediscrimineerd als ze solliciteren, vanwege hun geloof of afkomst, of gewoon omdat ze uit Clichy komen."
President Macron kreeg in 2018 het rapport-Borloo op zijn bureau en gooide het meteen in de prullenbak. "Ik kom niet met een groot banlieueplan", was zijn reactie destijds. "Wat voor zin heeft het als twee witte mannen (hijzelf en Borloo, red) die zelf niet in een achterstandswijk wonen, elkaar een rapport over die wijken overhandigen?"
De president nam wel enkele deelmaatregelen: er kwam geld voor stadsrenovatie en in sommige achterstandswijken kwamen er kleinere klassen om de kinderen meer aandacht te kunnen geven. Maar volgens critici was het te weinig en te laat. "Het duurt een tijd voor je de effecten van maatregelen ziet, terwijl de problemen in de banlieue enorm complex zijn", reageerde Catherine Arenou, burgemeester van Chanteloup-les-Vignes, ten noorden van Parijs.
Zij en vele anderen deden de afgelopen jaren bij herhaling oproepen aan de landelijke politiek. Burgemeesters van banlieues publiceerden open brieven aan de president, ze luidden meermaals de noodklok, beschreven op hun eigen website problemen én droegen daar oplossingen voor aan.
Maar vanuit de landelijke politiek was de reactie vaak nihil. Vorige maand werd nog aan de bel getrokken over huisvestingproblemen die de regering niet oplost: "De situatie is ernstig en er moet nu iets gebeuren", was de boodschap.
Wake-upcall
Veel van die lokale politici hopen dat de gewelddadigheden van vorige week een wake-upcall zijn voor de landelijke politiek. Een signaal dat de nood hoog is en dat er iets moet gebeuren.
"Het spijt me dat ik het moet zeggen, maar het banlieuebeleid van president Macron is een mislukking", zegt wethouder Mehdi Bigaderne van Clichy-sous-Bois. "Er zijn nieuwe huizen gebouwd, ja. Maar er is nog steeds armoede en de werkloosheid is hier nog net zo hoog als jaren geleden."
Afgelopen dinsdag ontving Macron de burgemeesters van steden waar recent rellen zijn geweest. Er werd hem gevraagd naar het rapport-Borloo uit 2018. Ja, beaamde de president, dat had hij wellicht "onhandig" afgehandeld. Maar hij bleef erbij dat de banlieueproblemen om een nieuwe aanpak vragen. Hoe die eruit gaat zien, blijft voorlopig onduidelijk.