EU-adviseur Asscher stelt voor om speciale status Oekraïense vluchtelingen te verlengen
EU-adviseur Lodewijk Asscher pleit voor het verlengen van de speciale status die Oekraïners hebben als ze naar de Europese Unie zijn gevlucht. Hij stelt in een rapport voor die status te verlengen met de tijd die nodig is om Oekraïne na de oorlog opnieuw op te bouwen. Mogelijk is dat tien jaar, schrijft Asscher.
De voormalig PvdA-leider en vicepremier werd een jaar geleden benoemd door de Europese Commissie om advies te geven over de opvang en integratie van Oekraïense vluchtelingen. Morgen presenteert hij daar een rapport over. In het document noemt hij het in het leven roepen van de speciale status voor Oekraïners, in maart 2022, "de belangrijkste beslissing die de Europese Raad heeft genomen".
Geen asielaanvraag nodig
Door de maatregel hebben Oekraïners een speciale verblijfstatus. Ze kunnen verblijven in de Europese Unie zonder dat zij daarvoor asiel hoeven aan te vragen. De overheid van het land waar zij zich willen vestigen, is verantwoordelijk voor hun huisvesting. Ook mogen Oekraïense vluchtelingen door de status werken in de EU en hebben ze recht op sociale bijstand.
Oekraïners mochten daarvoor al 90 dagen vrij rondreizen in de EU zonder visum, maar door het uitbreken van de oorlog besloten de EU-landen om te komen tot de nieuwe richtlijn.
"De Russische invasie van Oekraïne heeft Europa voor een grote uitdaging gesteld: internationale beginselen en Europese waarden, zoals soevereiniteit, democratie en de rechtsstaat, staan direct op het spel. Nu de oorlog zijn tweede jaar is ingegaan, zal de uitkomst ervan onze toekomst bepalen", schrijft Asscher in zijn rapport.
"Het zijn niet alleen de wapens aan de frontlinie die spreken voor rechtvaardigheid en een perspectief voor de toekomst, maar ook de manier waarop de Europese Unie omgaat met het grootste aantal vluchtelingen uit Europa sinds de Tweede Wereldoorlog. Geen enkel land in de EU kan het zich veroorloven om weg te kijken, want deze keer zijn wij de regio waar het conflict plaatsvindt."
De maatregel voor de speciale status van Oekraïense vluchtelingen loopt tot maart 2025. Nu duidelijk is dat de oorlog nog lang kan duren, is het volgens Asscher nodig om verder vooruit te kijken en de maatregel te verlengen.
Ook krijgen vluchtelingen als het aan hem ligt meer hulp om passend werk te vinden, zodat talent niet verloren gaat. Hun kinderen moeten volgens Asscher geholpen worden om beter te integreren, door hen bijvoorbeeld vaker mee te laten doen in het reguliere onderwijs. Scholen in Nederland worstelen daar al mee nu het verblijf van Oekraïense kinderen een langdurig karakter krijgt.
Ook wijst Asscher erop dat er nog veel EU-geld beschikbaar is dat gebruikt kan worden voor hulp aan Oekraïners, maar dat landen en organisaties daar vaak niet van weten.
De adviseur waarschuwt verder voor "solidariteitsmoeheid", die de EU aan zou moeten pakken. "Bijvoorbeeld om lidstaten te ondersteunen bij het aanpakken van de kosten van levensonderhoud en de huisvestingscrisis, om het risico van spanningen tussen overheid en de samenleving of de perceptie van dubbele normen te vermijden."