Na de Russische inval in Oekraïne ontvluchtten ruim 8 miljoen Oekraïners hun land. Krap een jaar na het uitbreken van de oorlog staan er zo'n 90.000 geregistreerd in Nederlandse gemeenten. Zij zijn verdeeld over een toekomst in Nederland, blijkt uit een niet-representatieve rondgang van de NOS onder 247 mensen in samenwerking met Opora Foundation.
Ruim een derde van de ondervraagde Oekraïners wil terug naar hun eigen land. Een derde wil dat niet. Vaak zijn dit Oekraïners uit zwaar getroffen steden als Charkiv, of met kinderen die naar een Nederlandse basisschool gaan.
De overige Oekraïners in Nederland, ook een derde, weten het nog niet. Behalve zorgen over de veiligheid in Oekraïne spelen ook de mogelijkheden voor werk en een eigen woning in Nederland een rol in hun afweging. Ook blijkt de behoefte aan Nederlands en Engels taalonderwijs groot.
Op deze kaart is te zien welke gemeenten de meeste Oekraïense vluchtelingen opvangen per 1000 inwoners:
Veel van de 247 Oekraïners die hebben gereageerd op de vragenlijst van de NOS zeggen dankbaar te zijn voor de hartelijke ontvangst in Nederland. "Nederlanders zijn uiterst vriendelijke en aardige mensen, klaar om te helpen met welke kwestie dan ook", zegt de 37-jarige Olena Boichyenko uit Odesa.
Wel heeft ze last van de Nederlandse bureaucreatie en wachtrijen voor de zorg en het onderwijs voor haar oudste zoon (9), die autisme en ADHD heeft. Hij kan geen speciaal onderwijs krijgen in Nederland.
Om die reden werkt de pianiste, die vroeger lesgaf op een conservatorium, niet. Toch wil ze blijven in Nederland. "Teruggaan is niet goed voor mijn kinderen. Na een oorlog zijn de mensen en het land beschadigd, het is veel moeilijker opgroeien in zo'n land."
Yara en Viktoria wonen nu in Nederland maar ze willen hier niet allebei blijven:
De rondgang toont verder dat veel Oekraïners behoefte hebben aan een eigen woning. Zo slaapt de 6-jarige dochter van Irina Sureieva nog in bed bij haar ouders, omdat het gezin geen extra kamer heeft.
Sureieva werkt momenteel in een supermarkt en bij een bakkerij. Zij en haar man, beiden hoogopgeleid, verdienen niet genoeg voor een eigen woning.
Sureieva: "De meeste Oekraïners verdienen niet meer dan het minimumloon, omdat ze geen werkervaring hebben in Nederland. Het is dus niet mogelijk om zelf een particuliere woning te huren, want in de particuliere sector moet het inkomen drie tot vier keer hoger zijn dan de huur."
De meeste Oekraïense vluchtelingen in Nederland zijn werkzaam in de uitzendbranche en horeca. Velen werken onder hun niveau. Anna Synenko (38), die in Oekraïne farmaceut en onderzoeker was, werkt nu drie tot vier dagen per week voor een cateringbedrijf.
Ze zegt dat het "niet mogelijk" is om een baan in de geneeskunde te krijgen. Synenko wil dat het makkelijker wordt om haar diploma farmacie te laten erkennen in Nederland. "De regering zou speciale programma's voor Oekraïners moeten ontwikkelen", vindt ze.
"Ik heb vijftien jaar werkervaring in de farmaceutische industrie en nu mag ik bij een apotheek alleen laaggeschoold werk doen, tegen het minimumloon." Zij en haar dochter komen naar eigen zeggen net rond. Synenko: "Maar als ik een woning moet gaan huren, lukt dat niet."
Het grootste deel van de Oekraïners in Nederland werkt in deeltijd, blijkt uit eerdere cijfers van het CBS: 58 procent werkte in november minder dan 25 uur per week; 13 procent werkte voltijds.
"Ik wil weten waarom werkgevers ons niet de mogelijkheid bieden om 8 uur per dag te werken. Huur je in de toekomst een huis, dan is een salaris van 1200 euro per maand niet genoeg," zegt Alina Bohuslavska (54), die in Vlaardingen woont. De Oekraïense was HR-manager in een hotel in Charkiv. Ze maakt nu schoon bij families.
Meer geld voor taallessen
Bijna alle Oekraïners die reageerden op de enquête zeggen daarnaast betere toegang tot taalonderwijs nodig te hebben. Op dat vlak komt er hulp vanuit Den Haag. Gisteren maakte minister Van Gennip van Sociale Zaken bekend dat het kabinet 15 miljoen euro beschikbaar stelt voor taallessen aan Oekraïners.
Dat geld gaat naar de gemeenten. Van Gennip erkent dat veel Oekraïners tegen het taalprobleem aanlopen: "Ze spreken vaak wel een beetje Engels, maar geen Nederlands, en dat heb je voor een heleboel banen wel als basis nodig."