'Afstraffen is geen oplossing', zeggen docenten over 5,5-norm voor examen Nederlands
De oproep van de Inspectie van het Onderwijs vorige week over een verplichte voldoende voor het examen Nederlands heeft veel losgemaakt bij scholieren en docenten. Volgens de inspectie zouden eindexamenkandidaten in het vervolg enkel een diploma moeten krijgen als zij voor Nederlands minimaal een 5,5 scoren.
Zo zouden ze beter voorbereid zijn op wat ze daarna gaan doen. Nu kunnen scholieren nog slagen met een onvoldoende voor Nederlands. Dat versterkt bij de inspectie de zorgen over het taalniveau.
Volkomen begrijpelijke zorgen, volgens de vakvereniging Levende Talen Nederlands. "Alleen staan wij niet achter die verplichte voldoende", vertelt voorzitter Robert Chamalaun. "Het is niet zo dat je faalt in de rest van de samenleving als je een onvoldoende scoort op Nederlands. En je kunt de norm niet verzwaren zonder dat je leerlingen in het hele voortraject maximale kansen hebt geboden om taalvaardiger te worden."
Dat onderschrijft docent Furkan Sogut, die zelf voor eindexamenklassen staat. "Afstraffen is niet de oplossing. Zo'n verplichte voldoende zorgt alleen maar voor meer stress en spanning bij scholieren. Wat voor druk leg je hiermee wel niet op zowel docenten als eindexamenkandidaten?"
Ook werkt het volgens hem kansenongelijkheid in de hand. "Denk aan jongeren die net een paar jaar in Nederland zijn en de taal niet optimaal beheersen. Die zijn misschien wel heel goed in andere vakken maar hebben op deze manier minder kans om te slagen."
Dyslexie
"Of scholieren met dyslexie, stel dat zij het niet halen en het examen moeten herkansen. Ze hebben dan nog steeds dyslexie", vult docent Marjolijn van de Gender aan. Volgens haar is een andere aanpak nodig om het taalniveau op peil te krijgen. "Het huidige eindexamen is niet representatief voor het vak Nederlands. Het toetst niet goed genoeg de taalvaardigheid van scholieren, dat moet anders kunnen", zegt ze.
Ook scholieren twijfelen of het huidige examen iets gaat helpen bij het verbeteren van hun taalniveau. "Het examen heeft niets meer met Nederlands te maken" en "alsof het examen echt toetst of je Nederlands kan" is een greep uit de reacties - met duizenden likes - die NOS Stories krijgt.
"Het examen is gebaseerd op lezen. Nederlands is ook literatuur, spreekvaardigheid, taalbeschouwing en poëzie, zegt Sogut. "We zouden zowel de lessen als de examens veel origineler en creatiever in kunnen steken, meegaand in wat nodig is tijdens de vervolgopleiding en verder in de maatschappij."
Nieuwe vorm
Naar die wensen van docenten wordt geluisterd, vertelt de vakvereniging. "De examenmakers nemen dit soort kritiek serieus. Over de afgelopen jaren zijn de examens inhoudelijker dan ook steeds sterker geworden", zegt Chamalaun. Hij vindt het het kwalijk dat er veelal negatief wordt gesproken over het vak Nederlands. "Voortdurend herhalen dat het vak of het examen niet deugt werkt niet mee. Er is een enorm lerarentekort en we moeten jongeren juist stimuleren. Nederlands is heel interessant."
"Over mijn vak heb ik niets slechts te zeggen", zegt Van de Gender. Ze begrijpt de zorgen van de vakvereniging, maar vindt het belangrijk om zich uit te spreken. "Het vak is fantastisch, evenals mijn baan. Maar ik ben de stem van mijn leerlingen, ik wil alleen maar het beste voor hen."
Een speciale commissie buigt zich nu over het vak Nederlands, vertelt Chamalaun. "Er wordt gewerkt aan een herziening van de inhoud van het vak en het examenprogramma. Er komen dus veranderingen aan. Maar ik vind eigenlijk dat er een taak ligt voor het hele onderwijs. Taal is bij elk vak van belang. Het zou gek zijn dat je er alleen bij Nederlands op wordt afgerekend en bij andere vakken niet."