NOS NieuwsAangepast

Nog steeds zorgen om basisvaardigheden leerlingen, 'scholen kunnen meer doen'

Schoolbesturen kunnen meer doen om de basisvaardigheden van hun leerlingen te verbeteren. Dat concludeert de Inspectie van het Onderwijs in het rapport Staat van het Onderwijs 2023.

De inspectie waarschuwde de afgelopen jaren al meermaals voor het verslechteren van de basisvaardigheden. In de nieuwste editie van het jaarlijkse onderwijsrapport staat onder meer dat nog steeds niet alle basisschoolleerlingen het taal- en rekenniveau halen dat nodig is om zonder problemen naar de middelbare school te gaan.

Ook laten de resultaten zien dat leerlingen sinds de start van de coronapandemie minder vooruitgang boekten bij rekenen en spelling in vergelijking met de jaren daarvoor.

In het voortgezet onderwijs zijn er ook zorgen. Zo halen veel leerlingen in de onderbouw de fundamentele niveaus voor rekenen en taal niet. Op vmbo-kader haalt ruim een derde van de leerlingen het niveau voor leesvaardigheid niet dat nodig is op de middelbare school. Bij wiskunde was dat ruim de helft.

Het gebrek aan basisvaardigheden is terug te zien in de eindexamenresultaten. Een op de vijf havo- en vwo-leerlingen had een onvoldoende voor het centraal examen Nederlands.

Verder heeft de inspectie nu voor het eerst ook zicht op het taalniveau van mbo-studenten. In 2022 haalde bijna 15 procent van de mbo 2-studenten en 7 procent van de mbo 3-studenten het minimale niveau niet om goed te kunnen functioneren in de maatschappij.

Doelen stellen

De inspectie zag wel een aantal lichtpuntjes. Zo staat in het rapport dat de leervertraging bij begrijpend lezen in het primair onderwijs is weggewerkt. Ook de vertraging bij rekenen en spelling is minder groot geworden.

Daarnaast werd onderzocht hoe schoolbesturen proberen de basisvaardigheden te verbeteren. Daaruit blijkt dat basisscholen vaker bezig zijn met het stellen van doelen en het evalueren hiervan dan scholen in het voortgezet onderwijs.

Scholen geven aan dat dit nauwelijks wordt gestimuleerd. De inspectie erkent wel dat de omstandigheden voor het geven van goed onderwijs de afgelopen jaren slechter zijn geworden, onder meer door het structurele tekort aan leraren.

Dit mag wat de inspectie betreft geen reden zijn om niet alsnog aan de slag te gaan met het stellen van concrete doelen of gericht te professionaliseren.

Er wordt in Nederland in vergelijking met andere Europese landen veel tijd besteed aan het professionaliseren van docenten. Dit is niet altijd effectief, weet Hannah Bijlsma, onderzoeker bij de inspectie en leraar.

"Een eendaagse cursus over een interessant onderwerp draagt niet altijd bij aan beter onderwijs", legt Bijlsma uit. Op de basisschool waar ze lesgeeft, wordt gym door een gymleraar gegeven. De docenten kijken tijdens die uren mee met een collega. Zo wordt er van elkaar geleerd en geven ze elkaar feedback.

"Het is een mooie manier om van elkaar te leren. Hierdoor kun je je les beter inrichten of de lesstof beter overdragen", zegt Bijlsma "Dat is niet alleen goed voor de leerling, maar maakt het vak voor jezelf ook leuker."

Lerarentekort

Professionalisering van docenten moet ook voorkomen dat ze het vak verlaten, gezien de tekorten. Die zijn groot in zowel het primair als voortgezet onderwijs. Op de middelbare scholen blijft het aantal vacatures flink stijgen.

Het aantal vacatures was vorig jaar 23,1 procent van de werkgelegenheid. In 2021 was dat nog 16,9 procent. Docenten Nederlands, wiskunde en Engels zijn het meest gewild.

Om onder meer de basisvaardigheden te verbeteren, maakte het kabinet in het coalitieakkoord structureel 1 miljard euro beschikbaar. Boven op dat bedrag kwam meermaals extra, tijdelijk geld.

Het tijdelijke geld lost vooral acute problemen op. De inspectie waarschuwt wel dat voor de meer structurele problematiek ook structurele financiering noodzakelijk is, zodat scholen makkelijker meerjarige plannen kunnen maken.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl