Asielzoeker mag voorlopig toch niet langer dan 24 weken werken
Het UWV en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) gaan in hoger beroep in de zaak van een asielzoeker die meer wil werken dan de Nederlandse wet toestaat.
De rechter bepaalde onlangs dat asielzoeker Elvis uit Nigeria langer dan 24 weken per jaar mag werken bij een slachterij in de buurt van Harderwijk, de plek waar hij na zijn asielaanvraag terechtkwam.
In de Wet Arbeid Vreemdelingen staat dat asielzoekers maximaal 24 weken per jaar mogen werken. In 2021 en in 2022 werkte Elvis het maximum toegestane aantal weken, maar dit jaar wil hij meer werken.
Daarom begon hij een rechtszaak, samen met Maarten van Panhuis van Refugee Connect, een organisatie die asielzoekers aan werk helpt.
Van Panhuis kreeg gisteren te horen dat het UWV en het ministerie in hoger beroep gaan. "Enorm frustrerend. Om tien voor vijf kregen we de melding dat ze in hoger beroep gingen, dat was natuurlijk wel teleurstellend. Zowel het feit dat ze in hoger beroep gaan, maar ook het feit dat het zo laat nog kwam. We hadden het niet meer verwacht."
20.000 mensen
Elvis stelde eerder dat het werk goed is voor zijn integratie. Een deel van zijn verdiende geld moest hij afdragen, voor kost- en inwoning in het asielzoekerscentrum. "Het voelde nuttig om zo wat bij te dragen aan Nederland," vertelde hij eerder aan de NOS.
Volgens Van Panhuis is er een enorm onbenut potentieel van asielzoekers die graag aan het werk willen maar niet aan het werk komen. Werkgevers vinden het niet de moeite om werknemers op te leiden voor een periode van 24 weken om ze daarna weer te moeten laten gaan.
Op dit moment verblijven er zo'n 52.000 asielzoekers in de asielopvang, onder wie 16.000 asielzoekers die al weten dat ze in Nederland mogen blijven en hier ook mogen werken. Van Panhuis schat dat zo'n 20.000 mensen uit de groep die nog geen duidelijkheid heeft, ook aan het werk zouden kunnen.
Kijken naar belemmeringen
Het UWV ziet dat anders. De 24-wekentermijn voorkomt dat asielzoekers de indruk krijgen dat een permanente verblijfsvergunning in het verschiet ligt, zegt de uitkeringsinstantie.
Bovendien kunnen asielzoekers zo geen aanspraak maken op een werkloosheidsuitkering als hun asielaanvraag is afgewezen. Van Panhuis voerde aan dat in de Werkloosheidswet staat dat iemand die niet in Nederland woont, sowieso geen recht heeft op een WW-uitkering. Ook klopt het volgens Van Panhuis niet dat Oekraïners wel langer aan het werk mogen in Nederland dan 24 weken: dat is in strijd met recht op gelijke behandeling.
Het ministerie van SZW laat weten dat het in hoger beroep gaat om "tot in hoogste instantie hier helderheid over te krijgen". "Het gaat hier om een zaak waarin één van de lagere rechters een dergelijke ingrijpende uitspraak doet, waardoor regelgeving ongeldig wordt verklaard. Dan ligt het in de rede om in hoger beroep te gaan. Tegelijkertijd zijn we, los van deze rechtszaak, aan het kijken naar belemmeringen die asielzoekers ervaren bij het toetreden tot de arbeidsmarkt waaronder de 24-weken eis", zegt de woordvoerder.
Anderhalf jaar wachten
Eerder kwam onderzoeksbureau Regioplan in een advies op verzoek van het ministerie al tot de conclusie dat de 24-wekeneis de grootste belemmering is voor toetreding van asielzoekers tot de arbeidsmarkt. Daarvoor deed de landsadvocaat ook al onderzoek in opdracht van het SZW om te kijken of het mogelijk was om de 24 weken-eis los te laten.
Van Panhuis: "In feite gaat de minister nu in tegen het advies dat ze zelf heeft laten opstellen. Je zou zeggen: er ligt een rechterlijke uitspraak en twee rapporten die dezelfde kant op wijzen, laten we het nu in een keer goed regelen en waarborgen in de wet."
Sinds de uitspraak in april hebben zich zeker 35 asielzoekers bij Van Panhuis gemeld, zegt hij. De eerste week meldden zich al 14 bedrijven die ervoor openstaan om asielzoekers aan het werk te helpen. "Die moeten nu weer anderhalf jaar wachten."