Droogte steeds grotere bedreiging Zuid-Europa: 'Staat er heel slecht voor'
Eva de Vries
Eva de Vries
Terwijl in Nederland het grondwaterniveau sinds tijden weer bijna op peil is, is het in Zuid-Europa alweer, of eigenlijk nog steeds, droog. In de Franse Pyreneeën heeft de eerste bosbrand van het jaar duizend hectare land verwoest, het waterpeil in het Italiaanse Gardameer is in 70 jaar niet zo laag geweest en in Spanje dreigen veel stuwmeren op te drogen. En dan moet de zomer nog beginnen.
Veel landen zijn helemaal niet voorbereid op nóg meer droogte: "Het staat er echt heel slecht voor", zegt Hein Pieper. Hij is dijkgraaf van waterschap Rijn en IJssel en lid van een EU-groep voor klimaatadaptatie en -verandering.
De zomer van 2022 was de warmste zomer ooit gemeten in Europa. Overal slinken de watervoorraden, die door te weinig sneeuwval en kleinere gletsjers niet zijn aangevuld. "Veel landen zijn nog lang niet hersteld van eerdere droge periodes terwijl ze alweer midden in een volgende zitten", legt Pieper uit. "En de situatie verergert. Want de grond droogt uit, waardoor de regen die er wél valt, niet vastgehouden kan worden. Vaak met grote overstromingen tot gevolg."
Klimaatverandering is volgens Pieper een belangrijke oorzaak. "Droge periodes zijn er altijd al geweest, maar door de snelle verandering van het klimaat zijn het er meer en hebben ze grotere gevolgen."
Droogte heeft grote gevolgen. De drinkwatervoorziening komt in gevaar, natuurgebieden gaan in vlammen op door bosbranden en oogsten dreigen te mislukken.
"Ook de economie krijgt flinke klappen", zegt Pieper. "Door de lage waterstand van rivieren kunnen er bijvoorbeeld minder vrachtschepen varen waardoor bepaalde fabrieken niet kunnen draaien."
Op dit moment is de droogte in Frankrijk, Italië en Spanje het meest nijpend. In ieder land worden de problemen op een andere manier aangepakt:
Landen grijpen vaak naar kortetermijnmaatregelen om de droogte te lijf te gaan. Maar volgens Pieper zijn er vergaande, langetermijnmaatregelen nodig. "Daar is een heel andere denkwijze voor nodig, samenwerking tussen landen en beter watermanagement." Want het klimaat blijft veranderen en droogteperiodes in Europa worden eerder norm dan regel.
Voorbeelden van structurele maatregelen zijn nieuwe bewateringssystemen in de landbouw of het op grote schaal ontzilten en hergebruiken van water. Veel methodes zijn ook gericht op het vasthouden van water, zodat er in droge periodes niet meteen een tekort ontstaat. Kronkelende rivieren, kleine dammen, stuwen en ondergronds aangelegde meren dragen bij aan het vullen van reserves.
De EU-landen zijn zelf verantwoordelijk voor hun droogtebeleid. Volgens Pieper ontbreekt het in de meeste lidstaten aan efficiënt bestuur en financiële middelen om plannen te ontwikkelen en uit te voeren. Hoe dringend het probleem ook is, overheden leggen hun prioriteiten elders.
Toch is Pieper voorzichtig optimistisch: "Ik zie dat mensen zich willen aanpassen en dat ook bedrijven langzamerhand anders gaan werken. Het is niet moeilijk om somber te worden in deze situatie, maar toch zie ik het glas liever halfvol dan halfleeg."
Kijk hier wat waterschappen doen met de flinke regen van het natte voorjaar in Nederland: