Onderhandelingen landbouwakkoord verlopen stroef, akkoord niet in zicht
Een akkoord over de toekomst van de landbouw is nog ver weg. Dat blijkt uit documenten die in handen zijn van de NOS over het verloop van de onderhandelingen tussen agrarische organisaties en het kabinet.
Eind april moet het akkoord er zijn. Sommige betrokkenen met wie de NOS sprak noemen de kans dat er een akkoord komt niet groot.
De partijen praten sinds december over de toekomst van de boeren. Om de natuur te beschermen en te herstellen, wil het kabinet de stikstofneerslag in 2030 in 131 gebieden met 70 procent terugdringen. Ook moeten zo'n 3000 'piekbelasters' een aanbod krijgen in ruil voor het terugbrengen van hun uitstoot. Minister Van der Wal wil in april bekendmaken wie dat zijn en hoe het zal gaan.
Tegelijkertijd wil het kabinet dan ook met een plan komen voor boeren die niet stoppen, maar willen verduurzamen, verplaatsen, of het roer omgooien. Daarvoor moet het landbouwakkoord de basis vormen. Als zo'n akkoord er niet is, zal het voor de minister een lastige opgave worden: dan moet het kabinet opnieuw alleen het zuur verkopen zonder het zoet.
'Geen perspectief'
Uit gespreksverslagen blijkt dat veel partijen aan tafel het toekomstperspectief dat het kabinet biedt, onvoldoende vinden. Zo ziet de melk- en kalversector niets in de door het kabinet meegegeven kaders waarbinnen het akkoord moet komen, zoals bestaande Europese en Nederlandse natuurdoelen.
De melk- en kalversector vreest een krimp van 10 procent grond als ze aan die natuurdoelen moeten voldoen. Met aanvullende milieueisen zou de melkproductie met ruim een derde kunnen teruglopen, zeggen ze. Een akkoord lijkt uit zicht als die eisen voor natuur, klimaat en bemesting niet veranderen, zegt een betrokkene.
Uit de stukken blijkt dat de veestapel inderdaad zal krimpen, maar onduidelijk is hoeveel. Over die onduidelijkheid zijn sommige partijen niet te spreken. Ook is er ergernis over nieuwe natuurkaders waarmee Van der Wal in november kwam. "Remkes heeft ons overtuigd aan tafel te gaan. Maar tussen zijn advies en de eerste sectortafel zijn de spelregels alweer veranderd", valt te lezen.
Meer akkerbouw
Tegelijkertijd blijkt uit de stukken dat agrarische organisaties vooral vasthouden aan eerder bedachte innovaties om minder stikstof uit te stoten. Zoals het gebruiken van ander diervoer, waar de overheid dan weer weinig winst van verwacht.
In een toekomstperspectief voor 2040 ziet de overheid minder plek voor veeteelt en meer voor akkerbouw. Voor groenten zoals aardappelen, kolen en pompoen en voor biologische tuinbouw zal meer ruimte komen. Boeren staan daar niet afwijzend tegenover, maar missen concrete plannen. Kippenhouders, kalverbedrijven, melkveehouders, sier- en bollenteelt: alle sectoren aan de tafels vragen meer overheidssteun voor ontwikkelingen en innovatie.
Minister Adema van Landbouw schreef vorige week aan de Tweede Kamer dat de gesprekken over het landbouwakkoord "lopen" en de keuzes "worden gemaakt". Volgens hem wordt alles op alles gezet om het akkoord te laten slagen. Maar hij zegt ook dat als dat "onverhoopt niet lukt" hij met een kabinetsplan komt "voor de transitie van de landbouw".
Partijen praten vandaag in Nijkerk verder. Vanaf nu tot begin april, als er een conceptakkoord moet liggen, worden de gesprekken intensiever. Er zijn volgens betrokkenen vaker gesprekken nodig, omdat partijen meer tijd en ruimte voor de inhoud willen.