Grote zorgen om puber-voetbalsters: 'Er komt een tsunami aan knieletsel aan'
Van alle topvoetbalsters die afgelopen jaar voor de Ballon d'Or werden genomineerd zit een kwart thuis met een voorstekruisbandblessure. Hoe kan dit? In een serie van drie verhalen duikt NOS Sport in dit onderwerp. Vandaag deel 3: wie beschermt tiener-voetbalsters, die extra kwetsbaar zijn?
Experts maken zich zorgen over voorstekruisbandblessures bij puber-voetbalsters. Meisjes lopen een groot risico. Preventieprogramma's werken, maar worden zeker bij de jeugd nauwelijks gebruikt. "Steeds meer meisjes gaan op voetbal. Over tien jaar is dit probleem gigantisch", zegt Evert Verhagen, hoogleraar Sport, Bewegen & Gezondheid bij het Amsterdam UMC.
Edwin Goedhart, manager sportgeneeskunde KNVB, onderschrijft dit: "Het is alsof je zandzakken voor het strand legt, terwijl je weet dat er een tsunami aankomt."
Ook orthopeden en sportartsen die wij spreken maken zich ernstig zorgen om de gezondheid van voetbalsters. Fysiotherapeut Joris Buijtendijk: "Wij zien deze patiëntengroep veelvuldig in ons sportcentrum en ze worden steeds jonger. Dit neemt al tien jaar toe."
Een op de vier
Meisjes hebben een vier tot acht keer hogere kans op kruisbandletsel dan jongens. Een op de vier vrouwen scheurt haar kruisband opnieuw (vaak de andere kant).
Uit Fins onderzoek blijkt dat het aantal voorstekruisbandblessures bij kinderen onder de 18 jaar van 2004 tot 2014 is verdubbeld. De grootste toename van dit letsel (143 procent) zagen onderzoekers bij meisjes in de leeftijd 13 tot 15 jaar.
Fiona Brouwer (nu 29) kan daarover meepraten. Ze werd op haar zevende gescout door de KNVB, speelde wedstrijden voor haar eigen club en de bond. Op haar twaalfde scheurde ze haar ene kruisband, een jaar later de andere kant en op haar zestiende was het weer raak.
"Na vijf operaties en acht jaar revalidatie gaat het goed, maar ik zal nooit meer teamsporten of 'gevaarlijke' individuele sporten mogen doen."
Preventie
Is deze ernstige knieblessure grotendeels te voorkomen? Ja, zeggen alle experts die we spreken: met een preventieprogramma. Uit Noors onderzoek onder handbalsters bleek dat het aantal voorstekruisbandblessures bij hen met de helft afnam na preventieve oefeningen. Amerikaans onderzoek gericht op voetbalsters liet eenzelfde resultaat zien.
Met die oefeningen moet je al op jonge leeftijd beginnen, stelt Verhagen: "Op je zeventiende ben je eigenlijk al te laat."
Hoe heftig het is om je voorste kruisband te scheuren, vertelt ADO-speelster Kirsten van de Westeringh (21):
Worden preventie-oefeningen door clubs bij de jeugd gebruikt? Speelsters die wij voor dit verhaal spraken, zeggen van niet.
'Nooit blessures'
Naomi Hilhorst (21) van PEC Zwolle, zit nu voor de tweede keer thuis met een voorstekruisbandblessure. "Ik speelde vanaf mijn tiende bij FC Twente. Daar deden we een warming-up en wat planking-oefeningen, maar geen preventie." Ze voegt toe: "Ik had nooit blessures, het was ook niet nodig, dacht ik."
Dat speciale oefeningen nauwelijks worden gebruikt door clubs bij de jeugd, ook niet bij jongens, is een bekend probleem, zegt Goedhart, manager sportgeneeskunde van de KNVB. "Er zijn niet genoeg opgeleide trainers, vaak trainen ouders de kinderen."
Ze zijn er wel, speciale oefeningen. FIFA biedt sinds een paar jaar speciale preventie-oefeningen aan. Die kunnen trainers of speelsters gebruiken.
De KNVB zegt dat ze blessurepreventie-oefeningen in trainingen hebben verwerkt. Want, zegt Goedhart: "In dat uurtje training wil je geen twintig minuten aan preventie doen, maar vooral lekker voetballen." Je vindt ze dus niet los, maar verwerkt in trainingen in 'Rinus', het online platform voor alle jeugdtrainers, aldus de bond.
Gebruik van dat platform is niet verplicht. "Hoe wil je dat controleren bij zo'n 600.000 jeugdleden?", aldus Goedhart.
Maak het leuk
Wil je dat oefeningen effect hebben, dan moet je ze uitdagend maken én trainers erop trainen, weet Anne Benjaminse, sportwetenschapper bij de Universiteit Groningen. Zij werkt aan preventie-oefeningen speciaal voor tienervoetbalsters. Voor haar onderzoek, dat tot 2025 duurt, werkt ze samen met talentvolle voetbalmeisjes in de leeftijd 12 tot 18 jaar.
"Wij verwerken blessurepreventie-oefeningen in de gewone voetbaltraining, oefeningen die leuk zijn en geen extra tijd kosten. Ze voelen als een gewone training."
Trainers leert Benjaminse om niet alleen naar prestatie, maar ook naar preventie te kijken. "We weten dat dit knieletsel vaak voorkomt bij een verdedigende actie. We oefenen het anticiperen op schijnbewegingen, maar vragen trainers om er niet alleen op te letten of de actie lukt, maar ook of deze optimaal wordt uitgevoerd. Blijft haar knie boven de voet? Landt ze diep genoeg om haar gewicht op te vangen?"
Trucje voor je brein
Tieners leert ze om dieper door de knieën te gaan bij een verdedigende actie door te zeggen "doe of je op een stoel gaat zitten" of "maak zo weinig mogelijk geluid bij het landen".
"Hoe beeldender je het maakt, hoe beter speelsters de beweging 'onbewust' uitvoeren", zegt Benjaminse. "Dan doen ze de juiste beweging vanzelf, zonder nadenken."
Het zijn sportspecifieke vaardigheden die je kan trainen, zegt ook sporthoogleraar Verhagen. Daar moet je op jonge leeftijd mee beginnen, zeggen Verhagen en Benjaminse. Niet alleen bij de club.
Verhagen: "In Nederland is bewegingsarmoede. Kinderen spelen te weinig buiten, in situaties waar ze bijvoorbeeld kunnen vallen. Dat is nodig, want zo train je spierslimheid en goed vallen. Je kan niet van een voetbalclub verlangen dat ze alle motorische vaardigheden bij je kind aanleren in dat ene uurtje."
Nalatigheid
Hoogleraar Verhagen vindt dat er een centraal gestuurde aanpak moet komen: "Nu is blessurepreventie voor clubs te vrijblijvend."
Hij gaat zelfs nog een stap verder. "Ik vind het niet actief aanbieden van zo'n programma een vorm van nalatigheid. Het zou me niet verbazen als er binnenkort een speelster die geblesseerd is geraakt de club aanklaagt voor het niet delen van kennis en oefeningen."
Het enige wat je nu als ouder of speelster kan doen, is aan de bel trekken bij je club, coach of trainer. "Eis een blessurepreventieprogramma."
Benjaminse wil dat haar onderzoeksresultaten worden gebruikt bij sport- en coachopleidingen. "Als we van dit probleem af willen, moeten we trainers hierin opleiden en niet alleen de fysio. Als dat goed gebeurt, is er over tien jaar hoop voor voetbalsters."
Dit is het derde en laatste verhaal in onze serie over voorstekruisbandblessures in het vrouwenvoetbal. Eerdere verhalen lees je hier en hier. Het Jeugdjournaal maakte ook een aflevering over dit onderwerp, die vind je hier. Wil je reageren op dit verhaal? Stuur dan een berichtje naar vrouwenvoetbal@nos.nl.