Kabinet tast niet dieper in de buidel voor sportverenigingen in nood
Het kabinet komt niet met meer ondersteuning voor amateursportverenigingen die door de hoge energieprijzen in de problemen zitten. Minister Helder voor Sport ziet geen mogelijkheden om meer te doen dan de maatregelen die ze al heeft aangekondigd. De Tweede Kamer vindt het allemaal wel erg karig, maar een meerderheid lijkt de minister te steunen.
"Het is echt niet niks, maar we kunnen niet alles doen", zei de minister, verwijzend naar de steeds leger wordende schatkist. "Ik kan geen garantie geven dat iedere sportvereniging de winter overleeft."
Vorige week maakte het kabinet bekend dat zwembaden 207 miljoen euro krijgen om de hoge energiekosten enigszins mee op te vangen. Voor sportclubs die veel energie gebruiken komt er een noodfonds waar 6 miljoen euro in zit. Tegelijkertijd krijgen de gemeenten via het gemeentefonds 300 miljoen euro om hun verenigingsleven op peil te houden.
Douches dicht
Navraag leert dat duizenden amateursportverenigingen lijden onder de hoge energieprijzen. Sommige sluiten de douches in de kleedkamers, andere dreigen zelfs helemaal om te vallen. Als ze de contributie verhogen, zeggen leden hun lidmaatschap op.
Zo'n 80.000 Nederlanders zijn al gestopt met sporten omdat ze het niet meer kunnen betalen. Zeker 10 procent van de amateurverenigingen denkt serieus na over stoppen omdat ze hoofd niet meer boven water kunnen houden. Veel bestuursleden van die verenigingen zaten vanavond op de publieke tribune van de Tweede Kamer.
Volgens Helder probeert het kabinet via verschillende regelingen de sportverenigingen te steunen. Door het prijsplafond in de energierekeningen houden huishoudens meer geld over. Ze hoopt dat mensen daardoor lid kunnen blijven van een sportclub. Ook kleine sportverenigingen als een bridgeclub of een yogastudio kunnen profiteren van dat prijsplafond.
Daarnaast is er de speciale steunmaatregel voor het energie-intensief midden- en kleinbedrijf, zoals bakkers en tuinders. Helder denkt dat "een flink deel" van de sportverenigingen daar ook voor in aanmerking kan komen, maar hoeveel dat er precies zijn is nog niet duidelijk.
Verder kan de minister niet gaan, maakte ze duidelijk. Pas in het voorjaar gaat er weer verder gekeken worden naar mogelijke steunmaatregelen.
Oppositie boos, 'veel te weinig'
De opstelling van de minister leidt tot grote frustratie en boosheid, vooral bij oppositiepartijen. Ze vinden het veel te weinig en bovendien zijn ze bang dat de bestuurders van die amateurverenigingen helemaal niet in staat zijn om hun weg te vinden in al die regelingen.
Kamerlid Michiel van Nispen van de SP vindt het noodfonds van 6 miljoen "een lachertje". Hij rekende voor dat als je dat eerlijk verdeelt over de verenigingen ze allemaal 230 euro krijgen. Volgens Helder is het een opvangregeling voor clubs die ondanks alles toch in de problemen komen. Het bedrag is tot stand gekomen na onderzoek en is volgens haar genoeg.
Van Nispen wees er net als andere Kamerleden op dat er onherstelbare schade dreigt voor de sociale infrastructuur van Nederland als er zo veel sportverenigingen omvallen. Dat er ook nog 300 miljoen euro extra naar de gemeenten gaat, ziet de oppositie als een schrale troost.
Van dat geld moet ook het overige verenigingsleven, zoals muziekverenigingen en andere culturele instellingen, ondersteund worden. Lang niet alles zal naar de sportclubs in nood gaan.
Sociale cement van de samenleving
"Ik voel hoe diep dit door gaat werken", zei Mohammed Mohandis van de PvdA. "Sportverenigingen zijn het sociale cement van de samenleving. Kinderen van een PVV'er, een GroenLinkser en een Denk-stemmer rijden samen naar een uitwedstrijd. Het is misschien nog wel de enige plek waar ze elkaar tegenkomen."
Maar ook de regeringspartijen zijn alles behalve blij met de bescheiden steun die het kabinet geeft. "Ik was verrast dat er maar 6 miljoen in dat noodfonds zit", zei VVD'er Rudmer Heerema. Dat er ook nog eisen gesteld worden op het gebied van duurzaamheid en maatschappelijk belang om in aanmerking te komen voor steun vindt hij onbegrijpelijk.
Toch ziet ook Heerema geen mogelijkheden om op de korte termijn met extra steun te komen. "Ik zie geen ruimte binnen de sportbegroting. Die strijd hebben we verloren. Dat betreur ik net zo erg als u", zei hij tegen zijn collega's van de oppositie.