Doden en gewonden door bombardementen op kampen in Syrië
In het noorden van Syrië zijn zeker tien mensen omgekomen bij bombardementen door Syrische regeringstroepen op vluchtelingenkampen en andere doelen in de provincie Idlib. Volgens reddingswerkers van de Witte Helmen vielen er ook nog eens bijna tachtig gewonden. De VN maakt melding van een baby van vier maanden oud onder de slachtoffers.
De regeringstroepen zouden bij de aanval clustermunitie hebben ingezet. Dat zijn bommen die veel kleine bommen bevatten, en daardoor veel slachtoffers maken.
Hulpverleners zeggen dat veel kinderen het slachtoffer werden:
Het in Londen gevestigde Syrische Observatorium voor de Mensenrechten, dat een breed netwerk aan bronnen in Syrië heeft, zegt dat er vanochtend zo'n dertig raketten zijn afgevuurd vanuit gebied dat door het regeringsleger wordt gecontroleerd.
Verschillende anti-regeringsgroeperingen reageerden met artillerie en raketaanvallen in Saraqib, ten oosten van de stad Idlib.
Drie topfunctionarissen van de Verenigde Naties zeggen "zeer bezorgd" te zijn over de gewelddadigheden.
Staakt-het-vuren
Idlib is al jaren het belangrijkste overgebleven anti-regeringsbolwerk in Syrië. Er wonen zo'n drie miljoen mensen, van wie de helft gevlucht is uit andere delen van Syrië. In 2011 brak in Syrië een burgeroorlog uit die aan vele honderdduizenden mensen het leven heeft gekost.
Er is een wapenstilstand afgesproken voor het gebied, en sindsdien is het geweld afgenomen. Toch zijn er nog geregeld aanvallen, waarbij burgers om het leven komen.
Twee derde van het grondgebied van Syrië wordt gecontroleerd door het regime van dictator Bashar al-Assad, die gesteund wordt door Rusland en Iran. Er is geen oplossing voor het conflict in zicht.