Weinig regen en illegale waterputten: Spaans walhalla voor trekvogels uitgedroogd
Rop Zoutberg
correspondent Spanje
Rop Zoutberg
correspondent Spanje
Het drasgebied Doñana in Zuid-Spanje is uitgedroogd. Het nationale park is een heel belangrijke pleisterplaats voor vele tienduizenden trekvogels die jaarlijks vliegen van hun overwinterplekken in Afrika naar broedgebieden in Europa. Vogelbeschermers maken zich grote zorgen om het voortbestaan van bijvoorbeeld Nederlands nationale vogel de grutto.
Na een extreem droge en hete zomer is de laatste grote waterplas van Doñana verdwenen. De neerslag is dit jaar maar een derde van wat het drasland nodig heeft. Het droogvallen van de waterplas betekent dat ook het bassin met grondwater onder Doñana leeg is, vrezen biologen. Het gaat om extreem veel water, omdat het bassin een oppervlakte van zowat 2500 vierkante kilometer heeft.
Al leiden niet alleen het uitblijven van neerslag en de extreme hitte tot het uitdrogen van het drasland. Een deel van de fruittelers rond het gebied pompt al jarenlang illegaal grondwater uit het gebied. Bij de bedrijven groeien de aardbeien, avocado's en rode bessen bestemd voor supermarkten in Noord-Europa, waaronder Nederland.
"Wetten worden niet gehandhaafd, bestuurders doen weinig", zegt Felipe Fuentelsaz van een lokale afdeling van het Wereld Natuur Fonds. "De chaos is compleet. Er liggen regels, maar bestuurders kijken vooral naar de economische impact van de fruitteelt. Dat laatste wordt als belangrijker gezien dan natuurbehoud."
Illegale waterputten
Doñana - in oppervlakte een derde van de provincie Utrecht - verandert uiteindelijk in een droge steppe, is de vrees. In Doñana rustten ooit een half miljoen trekvogels uit, waaronder de grutto. Maar hun aantallen lopen schrikbarend snel terug omdat het natuurgebied verwoestijnt.
In de directe omgeving van het natuurreservaat zijn zeker 1100 illegale waterputten gevonden door inspecteurs. Het sluiten van bedrijven zonder vergunningen is niet eenvoudig. Voor de juridische procedure staat zo'n zes tot zeven jaar. De praktijk is dat na de sluiting van de ene illegale waterput de volgende alweer wordt geboord.
Manuel Delgado, voorzitter van een van de boerencoöperaties, wijst naar het lokale bestuur als hoofdverantwoordelijke voor het droogvallen van Doñana. "We maken ons grote zorgen. Door de klimaatverandering wordt het alleen maar droger. Daarnaast worden de problemen erger door de illegale tuinderijen."
Ruim 80 procent van de oogst in Doñana wordt geëxporteerd naar de rest van Europa. De grootste klant is Duitsland, daarna volgen Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Een kleiner deel gaat naar Nederland, Portugal en België.
Delgado aarzelt even na de vraag of niet óók de legale tuinderijen hun aandeel hebben, vanwege het oppompen van het beschikbare water. "Wij volgen de regels. Dus zijn wij zeker niet verantwoordelijk."
Rol van de supermarkten
In niet alle landen zijn supermarkten geïnteresseerd in de herkomst van het Spaanse fruit, zegt Felipe Fuentelsaz van het WNF. "We hebben veel contact met supermarkten, zodat zij kunnen checken of het fruit op een legale manier is verbouwd. Op die manier werken we met Zwitserse en Engelse bedrijven. Met Nederlandse of Belgische supermarkten hebben we dat contact niet."
Volgens Fuentelsaz heeft dat veel te maken met de druk van klanten. "De kopers van dat fruit moeten weten in welke omstandigheden aardbeien in Doñana groeien. Supermarkten kunnen op hun beurt druk uitoefenen door alleen maar fruit te verkopen dat op een eerlijke manier is verbouwd."