NOS Nieuws

Meisjes in Nederland zijn minder gelukkig dan vijf jaar geleden

Het aantal meisjes met psychische problemen is sinds 2017 fors toegenomen. Dat komt naar voren uit een vierjaarlijks onderzoek van de Universiteit Utrecht, het Trimbos-instituut en het Sociaal en Cultureel Planbureau. Hoofdonderzoeker Gonneke Stevens van de Universiteit Utrecht spreekt van een "zorgwekkende trendbreuk".

Het rapport beschrijft onderzoek naar het welzijn en de gezondheid van Nederlandse kinderen van 11 tot en met 16 jaar. Met de mentale gezondheid van jongens gaat het steeds minder goed, maar dat staat niet in verhouding tot de psychische achteruitgang bij meisjes.

Van de meisjes uit groep 8 heeft inmiddels 33 procent emotionele problemen, melden de onderzoekers. Van de ondervraagde meisjes uit het voortgezet onderwijs is dat 43 procent. In 2017 waren die percentages respectievelijk 14 en 28.

Jongeren kampen niet alleen met emotionele problemen, maar ook met gedragsproblemen. Verder hebben ze moeite om hun aandacht ergens bij te houden en hebben ze last van hyperactiviteit. Volgens de onderzoekers moet er meer aandacht komen voor de mentale gezondheid van jongeren.

Uit het onderzoek blijkt ook dat de druk die middelbare scholieren ervaren van schoolwerk in twintig jaar ruim is verdubbeld, naar 45 procent. Ook hier zijn het vooral meisjes voor wie dit geldt.

Ook verwachtingen van ouders en leraren en onzekerheid over hun toekomst leiden tot problemen. In het basisonderwijs kampt een op de zes leerlingen met stress door het schooladvies.

Volgens de onderzoekers hangt de verslechtering van de mentale gezondheid onder jongeren voor een groot deel samen met de coronapandemie. Dat betekent volgens hen echter niet dat het probleem is opgelost zodra de pandemie definitief voorbij is.

"De onderwijsachterstanden ten gevolge van de coronacrisis zijn mogelijk een katalysator geweest van een al bestaande maatschappelijke ontwikkeling: het toegenomen belang dat jongeren, hun ouders en de maatschappij in het algemeen hechten aan presteren op school", zegt hoofdonderzoeker Stevens.

Sociale relaties en pesten

Al sinds de eerste meting in 2001 doet Nederland het relatief goed als het gaat om de sociale relatie tussen jongeren en hun ouders, klasgenoten en vrienden. Dat is nog altijd het geval. Jongeren zeggen dat ze nog steeds makkelijk met hun vader, moeder of beste vriend(in) kunnen praten als ze ergens mee zitten.

Wel zijn meisjes van de middelbare school minder positief over de sfeer tussen klasgenoten, hun relatie met leraren en de steun van vrienden. Het aantal leerlingen dat naar eigen zeggen iemand heeft gepest, is onveranderd en net zo groot als in 2017.

Het roken en het alcoholgebruik onder jongeren namen lange tijd flink af, maar zijn de afgelopen jaren niet verder gedaald. Uit het onderzoek blijkt dat 60 procent van de 16-jarigen in de laatste maand van 2021 minstens één keer alcohol heeft gedronken. Een op de tien jongeren rookte in die maand. In eerdere jaren rookten en dronken jongens vaker alcohol dan meisjes, maar dat verschil is nu verdwenen.

Dat de coronacrisis een negatieve invloed heeft gehad op de mentale gesteldheid van jongeren is vaker aangetoond. Deze week nog publiceerde kenniscentrum Nivel een onderzoek waaruit bleek dat meer mensen tussen de 15 en 24 antidepressiva zijn gaan gebruiken.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl