'Aanpak ondermijning minder effectief dan bestuurders doen voorkomen'
Van de moorden op Peter R. de Vries en Derk Wiersum tot de jaarlijkse inbeslagname van tientallen tonnen cocaïne: ondermijning is een woord dat steevast langskomt in berichten over zware criminaliteit. Met ingang van dit jaar steekt het kabinet jaarlijks zo'n half miljard euro in de aanpak van ondermijnende criminaliteit. Maar experts zijn kritisch over de effectiviteit daarvan.
Vooropgesteld: het probleem is zeer complex. Deskundigen benadrukken dat er afgelopen jaren zeker vooruitgang is geboekt in de strijd tegen de georganiseerde misdaad. Zo is de samenwerking tussen instanties en opsporingsdiensten flink verbeterd.
Toch werken de betrokken partijen volgens onderzoekers nog te vaak langs elkaar heen. Ook blijft de aanpak geregeld beperkt tot kortetermijnprojecten en ontbreken nogal eens concrete doelen. Verder is het begrip ondermijning zó breed dat het een effectieve aanpak in de weg zit.
De term ondermijning heeft in de praktijk een verlammend effect.
"Het is een eigen leven gaan leiden", zegt Bob Hoogenboom, hoogleraar forensic business studies. "Het wordt door Jan en alleman gebruikt om onderwerpen te agenderen en budgetten binnen te halen. Terwijl voor niemand meer duidelijk is wat er precies onder valt."
De politie definieert ondermijning als "het constante gebeuk van georganiseerde criminaliteit op onze samenleving". Op Rijksoverheid.nl wordt gesproken van verwevenheid tussen de onderwereld en legale bedrijven en diensten. "Hierdoor vervagen normen en neemt het gevoel van veiligheid en leefbaarheid af."
Verlammend effect
Ook volgens Hans Boutellier, deskundige veiligheid en samenleving, is ondermijning een wat vage term. "Daardoor heeft het in de praktijk een verlammend effect."
Er is bijvoorbeeld verwarring onder personeel van instanties over de precieze doelstellingen en dat frustreert de samenwerking, concludeerde Boutellier met andere onderzoekers vorig jaar in een studie naar de aanpak van ondermijnende drugscriminaliteit in de haven van Amsterdam.
De vraag is hoe effectief het budget wordt besteed. Volgens hoogleraar criminologie Emile Kolthoff leert de ervaring dat uiteindelijk niet of nauwelijks meer te achterhalen is waar het geld precies aan is besteed. "En soms blijkt het gewoon weggegooid geld."
Het in 2019 opgerichte Multidisciplinair Interventieteam (MIT), dat als een mislukking wordt beschouwd, staat symbool voor de dingen die misgaan in de landelijke aanpak. Tientallen miljoenen gingen naar dit samenwerkingsverband tussen politie, Openbaar Ministerie, marechaussee, Belastingdienst, douane en FIOD.
Om het team van 400 mensen samen te stellen werden specialisten 'weggekocht' bij andere diensten die ook met tekorten kampen, klaagden leidinggevenden bij de politie. Na eveneens zware kritiek van experts werd in mei dit jaar een doorstart aangekondigd onder een nieuwe naam en met minder taken.
'Heilloze weg werd doorgezet'
Justitieminister Yesilgöz stelde vast dat het vooral bij veel praten was gebleven: "Gezien de situatie in Nederland is het echter noodzakelijk om over te gaan naar een model waarin resultaten worden geboekt."
Een wijs besluit om in te grijpen, vindt Kolthoff. "Er zijn zoveel mensen die hebben gezegd dat het een heilloze weg was en toch werd het om politieke redenen doorgezet. Die grappenmakerij heeft miljoenen gekost."
Toch vindt Kolthoff dat het landelijke offensief tegen de georganiseerde misdaad wel degelijk zijn vruchten afwerpt. Zo ziet hij duidelijk verbetering in Brabant. "Daar is substantieel meer opgespoord, aangehouden en in beslag genomen." Als gevolg ziet Kolthoff criminelen uitwijken: motorclubs verkassen naar België en drugslabs duiken steeds vaker op boven de grote rivieren.
Hij noemt ook het hacken van criminele berichtenservices een groot succes in de aanpak van georganiseerde misdaad. "Het levert veel informatie, aanhoudingen en veroordelingen op. Maar op elke succesvolle actie volgt een reactie uit de criminele wereld om afluisteren door de politie te voorkomen. Het blijft een soort wapenwedloop."
In die wapenwedloop hebben de opsporingsdiensten steeds meer drugsladingen in beslag genomen. Afgelopen jaar werd er ruim 70.000 kilo coke gevonden bij controles in de haven van Rotterdam, een record.
Volgens Hoogenboom ligt er te veel focus op dit soort statistieken. Ondanks een decennialange war on drugs is het gebruik van illegale drugs onder een deel van de bevolking genormaliseerd, benadrukt hij.
"Er wordt vanuit de rechtshandhaving alleen op een Jip-en-Janneke-manier verantwoording afgelegd. Namelijk in de termen van het aantal aanhoudingen, kilo's afgepakte drugs en in beslag genomen geld. Maar er zijn talloze rapporten en onderzoeken waaruit blijkt dat de georganiseerde misdaad veel minder doelmatig en effectief wordt bestreden dan de beleidswoorden doen geloven."
Veel gezaaid, weinig geoogst
De Algemene Rekenkamer concludeerde onlangs dat in de jacht op crimineel verworven vermogen er in tien jaar tijd "veel gezaaid en beperkt geoogst is". Ondanks ruimere wet- en regelgeving en extra budget waren de resultaten volgens de Rekenkamer teleurstellend (zie grafiek 3 hierboven).
Uiteindelijk is het een kwestie van doorzetten om echt een verschil te kunnen maken in dit veelomvattende probleem, rondt Boutellier af. Ondanks de tegenslagen heeft hij het idee dat de aanpak steeds beter gaat. "Men leert nu hoe je een crimineel businessmodel het beste kunt aanpakken."