15.000 opvangplekken in lege Rijksgebouwen voor Oekraïners en asielzoekers
In lege gebouwen van het Rijk komen 15.000 plekken om vluchtelingen uit Oekraïne en andere landen op te vangen. Minister De Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zei na de ministerraad dat het Rijksvastgoedbedrijf die plekken ter beschikking gaat stellen aan gemeenten en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers. Ook het COA heeft dringend behoefte aan meer opvangplekken.
De gebouwen zijn vooral kantoren, maar er zit ook een gevangenis tussen. De plaatsen in kantoren zijn in de eerste plaats bedoeld als tijdelijke opvangplekken. Maar als die gebouwen ook geschikt zijn te maken voor 'gewone' sociale huurwoningen, heeft dat de voorkeur van het kabinet. Die plekken zijn dan dus te gebruiken om mensen langer te huisvesten.
Het kabinet wil een speciale organisatie optuigen om de volgende fase van de opvang vorm te geven. Daarin moeten bijvoorbeeld ook de bouw en woningcorporaties samenwerken. Het kabinet wil "verdringing'' van andere woningzoekenden zo veel mogelijk tegengaan, maar De Jonge erkende dat het moeilijk is om dat helemaal te voorkomen.
Diverse scenario's
Gemeenten hebben nu in totaal zo'n 28.000 opvangplekken voor vluchtelingen uit Oekraïne beschikbaar gesteld en het kabinet wil dat dat oploopt tot 50.000. Voor het geval dat er meer dan 50.000 mensen komen, zijn de ministeries nu diverse opties aan het uitwerken.
Het kabinet bereidt zich daarbij voor op allerlei scenario's. "We weten gewoon niet hoeveel mensen er komen", zei De Jonge. Volgens de minister zijn ook "grootschalige opvanglocaties" in beeld. NRC schrijft over 'opvangdorpen'. De Jonge zou dat niet zo noemen.