Kou nog niet uit de lucht in Peking: 'Uitleg van de KNSB vond ik niet erg sterk'
Corruptie. Onethisch en immoreel. Een gruweldaad. Het waren grote woorden, die schaatser Nils van der Poel gebruikte om het handelen van de Nederlandse schaatsdelegatie bij de Olympische Spelen in Peking te omschrijven.
Aanleiding was een artikel op schaatsen.nl, waarin de werkwijze van bewegingswetenschapper Sander van Ginkel in Peking ten tonele werd gevoerd. Van Ginkel zou een dagelijkse lobby voeren in een poging ijsmeester Mark Messer te beïnvloeden. Doel: de omstandigheden van de ijsvloer zo gunstig mogelijk te laten zijn voor de Nederlanders.
Van der Poel, olympisch kampioen op de 5.000 meter, las het artikel en trok zijn conclusies. "Het grootste schandaal in de schaatssport, erger nog dan doping", zo zei de Zweed, die zich zelfs afvroeg of er geen maatregelen genomen moeten worden tegen de Nederlanders.
Waarom uitte Van der Poel die beschuldigingen? En heeft hij een punt? We vragen het aan Beert Boomsma, voormalig ijsmeester van Thialf en Arie Koops, voormalig technisch directeur van de KNSB.
Begrijp je de woede van Van der Poel? Heeft hij een punt?
"Aan de ene kant begrijp ik Van der Poel, aan de andere kant is het wel wat overtrokken", vindt Beert Boomsma, die tot november 2020 bijna 20 jaar ijsmeester was van Thialf. "Ik zou er niet warm of koud van worden. Het is altijd nog de ijsmeester die bepaalt. Dat Nederland op ijsmeester Mark Messer afstapt? Vragen mag altijd."
"Het is heel terecht dat je als KNSB opkomt voor je sporters en optimale kwaliteit wil. Maar ze slaan de plank een beetje mis en daar komt de woede van Van der Poel vandaan. De uitleg van de KNSB vond ik niet echt heel sterk."
Leg eens uit?
Boomsma: "Er is niet goed nagedacht over de onderbouwing van het verhaal. Remy de Wit geeft wel aan dat ze bezig zijn met de temperatuur van de ijsbaan, maar heel transparant was hij niet. De Wit had moeten zeggen: we hebben dat gedaan omdat we harder ijs willen en dan is het aan de ijsmeester om daarin mee te gaan of niet."
"Het is algemeen bekend dat het ijs van Mark Messer altijd wat zachter is, zoals op de Spelen van Turijn en Vancouver. Nederlandse schaatsers zijn over het algemeen wat zwaarder. Het is terecht dat ze vragen om harder ijs, vragen mag altijd, maar de uitleg van de KNSB is een beetje simpel."
Er zijn in twintig jaar dat ik de ijsmeester in Thialf was alleen maar Nederlanders op mij afgekomen. Ik heb nog nooit een buitenlander aan mijn tafel gehad die zachter ijs wilde.
Boomsma: "In Pyeongchang 2018 had Messer de beschikking over een installatie waarmee hij het net zo koud als in Thialf kon draaien. Het is de vraag of dat in Peking ook mogelijk is, of hij dezelfde apparatuur ter beschikking heeft."
"Maar ik weet uit vrij betrouwbare bron dat er druk is uitgeoefend op Messer om het ijs in Pyeongchang net zo hard als in Thialf te maken, druk vanuit de Nederlanders."
Arie Koops was van 2006 tot en met 2018 technisch directeur. In Sotsji was hij verantwoordelijk voor de ploegenachtervolging en werd hij ongewild het middelpunt van de rel rond de ontevreden Jorrit Bergsma. Hij kent de spelletjes die gespeeld worden rond de ijsbaan.
"Ik dacht: waarom zeg je dit eigenlijk?", aldus Koops. "Het antwoord daarop weet ik niet. Misschien twijfelt hij aan zijn tien kilometer. Of hij heeft een impuls nodig, creëert een mediamoment en denkt: ik ga tegen de hele wereld schaatsen. Maar dan moet je wel met iets komen, hij zegt nogal wat. Hij zegt dat het erger is dan doping, maar dan moet je het ook hard kunnen maken. Voor mij zweeft het een beetje."
"Het is een kwestie van framing. Van der Poel framet de gesprekken met Messer als beïnvloeding. Maar Messer laat zich niet beïnvloeden door Sander van Ginkel hoor. Vroeger kreeg de ijsmeester misschien nog weleens een flesje beerenburg, zeker in Friesland, maar Messer is zó ervaren. Hij praat met alle schaatsers. Als je bij trainingen in Calgary rondloopt, is hij de eerste met wie je een kop koffie drinkt."
Begrijp je dat Nederland invloed probeert uit te oefenen op de staat van het ijs?
Boomsma: "Sinds Thialf is gerenoveerd, rijden ze daar altijd in een lab. De omstandigheden zijn altijd goed. Als je dan kijkt naar de tijden van de Nederlanders op andere ijsbanen dit seizoen, dan zijn we niet toonaangevend geweest. Niet zo gek: als je altijd een lab traint, ben je niet meer gewend aan andere omstandigheden. Dan ga je extra hard roepen om hard ijs."
Koops: "Het staat iedereen vrij om te vragen om harder of zachter ijs. Wij Nederlanders gaan op zoek naar de laatste honderdsten of de laatste duizendsten. Dat is ook de taak van de schaatsbond en NOC*NSF. Je wil het uiterste eruit halen. Als je op een skipiste gaat staan, meet je ook sneeuwtemperatuur en vochtigheid, dan pas je daar je wax op aan. In die zoektocht naar de perfectie zoek je soms de grens op."
"In Peking ligt gewoon goed en stabiel ijs. Er zijn vier olympische records gereden op vier afstanden, nota bene ook door Van der Poel zelf."
Doen andere landen dat ook, zoeken die ook de ijsmeester op? Wat is jouw ervaring daarmee?
Boomsma: "Nederland staat wel bekend als lastig, dat zit een beetje in onze cultuur. Ik heb het nooit als lastig ervaren, want ik heb input nodig om de kwaliteit van de ijsvloer naar een hoger niveau te krijgen. Als je zoals Nederland het hardst roept, als je vaak vooraan staat, loop je met de mooiste appels weg."
"Er zijn in twintig jaar dat ik de ijsmeester in Thialf was alleen maar Nederlanders op mij afgekomen. Ik heb nog nooit een buitenlander aan mijn tafel gehad die zachter ijs wilde."
Moet de ISU ingrijpen?
Boomsma: "Bij de officials is weinig technisch inzicht, merk ik altijd. Voor de ISU moest ik weleens de ijstemperaturen van Thialf doorgeven, maar dan vroeg ik: moet dat met een contactthermometer, een infrarood-thermometer of een sensor in het ijs?"
"Dan kijken ze je aan: geen idee waar je het over hebt. Maar dat moet wel iedere keer en op elke ijsbaan met dezelfde soort thermometer gebeuren, anders kun je niet vergelijken. Dus ik heb gezegd: ik ga niks doorgeven voor de protocollen, voor de papieren. De kennis is bij de ISU gewoon ver te zoeken. Daarmee creëren ze ook ruimte voor Nederland om het een beetje te sturen."
"Ik heb weleens tegen de ISU gezegd: nodig mensen met kennis van ijsbanen uit (wij in Heerenveen, Hamar, Inzell, daar hebben ze er echt wel verstand van) en laat zo iemand toezien op de kwaliteit bij andere wedstrijden. Ik had het niet erg gevonden als er iemand zou meekijken met mijn werk, een soort second opinion. Het stuwt het niveau omhoog en daarmee voorkom je dit soort relletjes."
"Maar daar kreeg ik de ISU niet in mee. Er ligt geen sluitend protocol. Ze snappen het niet, hebben de kennis niet en daarom vinden ze het eng om iets te veranderen. Terwijl we het voor de schaatssport zouden moeten doen. De ISU en het IOC moeten er beter over nadenken."
Koops: "Mark Messer laat zich niet beïnvloeden. Maar de ISU kan dit soort dingen voorkomen door heel transparant metingen te doen, te communiceren en te controleren. Misschien gaat het op basis van deze commotie ook wel gebeuren, soms is dat een goede aanleiding ernaar te kijken. Dat vind ik een taak voor de technische commissie, die bewaakt de spelregels."
"Het IOC en de ISU zou dit beter kunnen controleren. De kennis, hoe specifiek ook, in de wereld van het maken van ijs, zou beter gedeeld kunnen worden. Je moet de schijn van beïnvloeding door een van de delegaties als mondiale bond zien te vermijden. Maar dat een delegatie metingen doet, is niet gek. Nederland gaat ook gewoon de komende tien jaar door met ijs meten."
Heeft deze rel invloed op het verdere verloop van het schaatstoernooi?
Koops: "Topsport is per definitie niet eerlijk en schaatsen al helemaal niet eigenlijk. Want: in welke rit zit je, hoe lang ligt de wedstrijd stil na een valpartij, start je in de binnen- of de buitenbaan? Er zijn zoveel factoren die kunnen veranderen en die gunstig of ongunstig kunnen zijn. Hij had de omstandigheden mee op de vijf kilometer (toen hij in de laatste rit op de tijd van Roest kon rijden, red.)."
"Zweden heeft wel een vrij jong begeleidingsteam. Johan Röjler heeft op topniveau geschaatst, is een hele slimme jongen, maar daar staat geen team zoals bij het Nederlandse schaatsen, of pakweg het Noorse langlaufen of het Duitse bobsleeën. Het is ook een beetje onervarenheid. Als hij bewust op zoek is gegaan naar een relletje, is dat gelukt. Maar ik denk dat Jorrit prima slaapt vannacht. En Patrick ook."
"Van der Poel heeft dit niet nodig. Hij gedraagt zich als Calimero, maar is een groot kampioen."