RIVM: 'Echt te vroeg om corona een griep te noemen'
Het ene na het andere besmettingsrecord wordt gebroken terwijl er steeds meer aanwijzingen zijn dat een infectie met de omikronvariant milder verloopt. Zijn de huidige quarantaineregels nog wel houdbaar nu er gaten vallen in de zorg en het onderwijs? En waarom gebruikt het RIVM nog steeds oude data in de modellen?
Het Outbreak Management Team (OMT) vergaderde gisteren over een nieuw corona-advies aan het kabinet. Voorafgaand aan het overleg sprak de NOS met OMT-voorzitter Jaap van Dissel, directeur van het Centrum voor Infectieziektebestrijding (CIb) en hoofdmodelleur Jacco Wallinga, beiden van het RIVM.
Het aantal besmettingen kan volgens het OMT binnenkort oplopen tot 100.000 per dag. Als die allemaal gemiddeld drie contacten hebben, moeten er dagelijks 400.000 mensen in isolatie of quarantaine. Wat betekent dit?
Jaap van Dissel: "Dit soort aantallen betekent vooral dat er in de bevolking heel veel infecties rondgaan. We denken wel dat die omikronbesmettingen een veel lagere druk op de ziekenhuizen zullen geven dan eerder bij delta het geval was. "
Moet er iets veranderen aan de huidige quarantaineregels?
Van Dissel: "Ik denk wel dat we opnieuw kritisch naar de regels moeten kijken. Je zou bijvoorbeeld kunnen denken aan het breder toepassen van de regels die binnenkort ook voor een aantal cruciale beroepen gelden: dagelijks een zelftest en op dag vijf een PCR-test. Dan accepteer je wel iets meer risico."
99 procent van de mensen heeft nu milde of geen klachten na een besmetting met omikron. Begint de corona-epidemie daarmee op een forse griepgolf te lijken?
Van Dissel: "Het is echt nog te vroeg om corona een griep te noemen. Griep heeft een ander ziektebeeld en ook de consequenties zijn anders. Je weet ook nog niet wat er na de omikron aan nieuwe varianten gaat opduiken. De griep speelt in de winter en we zien bij corona nu veel meer een continue strijd waarbij de ene variant wordt verdrongen door de volgende variant. Dat de huidige variant minder ziekmakend lijkt is winst, maar het is geen garantie dat dit ook bij een volgende variant ook het geval is."
Is het met de huidige ziekenhuiscijfers nog nodig om de horeca en cultuur gesloten te houden?
Van Dissel: "Dat vereist nog een bredere doorrekening en die bespreken we dan eerst in het OMT. Het is wel zo dat als je maatregelen loslaat waardoor het aantal besmettingen oploopt, het aantal opnames alsnog hoog kan worden."
Het risico op ernstige ziekte zit vooral bij ouderen en kwetsbaren. Wat als alle maatregelen worden losgelaten, behalve de 1,5 meter en de mondkapjes, met daarbij het dringende advies dat kwetsbaren zichzelf beter beschermen?
Van Dissel: "Je kan dit overwegen, maar dan moet je wel eerst doorrekenen of het ook hout snijdt."
De OMT-adviezen waarin geadviseerd wordt over mogelijke versoepelingen leunen zwaar op de scenario's die modelleur Wallinga doorrekent. Donderdag bleek tijdens een technische briefing in de Tweede Kamer opnieuw dat hij tot voor kort nog rekende met aannames over de deltavariant om het verwachte aantal IC-opnames van de omikronvariant in te schatten.
Waarom eigenlijk?
Jacco Wallinga: "We weten nog steeds niet alles over de omikronvariant. Soms hebben we wel een vermoeden dat een eigenschap verschilt van de deltavariant, maar kunnen we daar nog niet mee rekenen. Bijvoorbeeld bij de kans op een IC-opname rekenen we daarom nog met de kans die geldt bij de deltavariant."
Tijdens de briefing werd gezegd dat de kans op een IC-opname in het RIVM-model "zeker" wordt aangepast. De kans gaat van 1 op 5 naar 1 op 10 of 15. Waarop is die stelligheid gebaseerd?
Van Dissel: "Op basis van studies uit het Verenigd Koninkrijk, de VS en Denemarken. Maar dit geeft meteen het probleem aan, want een studie uit Californië geeft gunstige kansen aan, maar berichten uit New York zeggen juist dat de ziekenhuizen daar weer onder enorme stress staan. Het beeld is nog niet consistent, maar gemiddeld genomen denken we dat we nu wat te hoge percentages aanhouden."
Wanneer kreeg het RIVM eigenlijk voor het eerst informatie over die veel lagere kans op een IC-opname?
Wallinga: "De eerste gegevens kwamen van het Britse Imperial College. Het ging om rapport 49 en 50. Er kwamen ook rapportages uit de Verenigde Staten. Maar als je die nagaat, dan zie je dat daar nuances in zitten. Is dat nu de kans voor IC-opname voor alle mensen met omikron of alleen voor de mensen met een herinfectie? De cijfers zijn daarom niet een-op-een te vertalen naar Nederland."
De rapporten waar Wallinga naar verwijst werden op 16 en 22 december gepubliceerd. Deze rapporten wezen er dus op dat het aantal IC-opnames mogelijk de helft lager zouden zijn bij omikron.
Dus terwijl het RIVM al geruime tijd denkt dat het aantal IC-opnames lager zal zijn, werden er nog oude gegevens gebruikt in het OMT-overleg?
Wallinga: "De manier waarop wij ermee omgaan is door aan te geven dat bij alle grafieken een verhaal hoort. In dat verhaal moet staan dat het gaat om prognoses, die mogelijk te optimistisch of te pessimistisch zijn. Het is een manier van communiceren binnen het OMT en ik begrijp dat het lastig is om te begrijpen. Een grafiek zonder dat verhaal is voor publieksvoorlichting misschien minder geschikt."