Oranje koning van krappe kwalificaties: boffen tegen België en stiftje De Wit
Het is vanavond voor Oranje erop of eronder tegen Noorwegen in de laatste wedstrijd van de kwalificatiereeks voor het WK van komend jaar in Qatar.
Nederland heeft er patent op om het aan te laten komen op de laatste poulewedstrijd van een WK of EK-kwalificatie. We zetten de meest memorabele ontsnappingen op een rij.
1995: clash tegen stugge Noren
De Noren waren 26 jaar geleden ook al de tegenstander in een cruciaal duel voor deelname aan het WK. Het was in een tijd dat het Ajax van Louis van Gaal Europa veroverde met frivool en aanvallend voetbal. Dat spel konden de Amsterdammers echter niet vertalen naar Oranje.
De ploeg van bondscoach Guus Hiddink doorliep een moeizame kwalificatie, waarin onder andere werd verloren van Tsjechië en het nietige Wit-Rusland. Lang leek het erop dat Nederland als derde zou eindigen, maar doordat Noorwegen in twee duels met Tsjechië vier punten verspeelde gloorde er opeens hoop.
Zelf had Oranje dankzij een laat doelpunt van Youri Mulder ternauwernood van Wit-Rusland gewonnen, waardoor het aankwam op de laatste wedstrijd tegen Noorwegen. Nederland moest winnen om de tweede plek van de Noren over te nemen en daarmee een ticket voor de play-offs af te dwingen.
Hoewel Oranje veel sterker was, brak Clarence Seedorf pas na rust de ban. De stugge Noren kregen daarna kansen op de gelijkmaker, waarna Mulder en Marc Overmars in de slotfase aan alle onzekerheid een einde maakten.
Oranje, waar Glenn Helder de enige basisspeler was die nooit bij Ajax onder contract stond, rekende vervolgens in een play-off-duel af met Ierland (2-0) en bereikte zo alsnog het EK 1996 in Engeland.
1985: het stiftje van De Wit
De kwalificatiereeks voor het WK 1986 verliep voor Nederland uiterst rommelig. Nadat Oranje in de eerste poulewedstrijd teleurstellend had verloren van Hongarije diende bondscoach Kees Rijvers zijn ontslag in.
Rinus Michels werd naar voren geschoven, maar ook Michels maakte de klus niet af, omdat hij kampte met gezondheidsproblemen. Leo Beenhakker kreeg vervolgens de ondankbare taak om Oranje - met slechts drie punten uit de eerste drie wedstrijden - alsnog naar het WK te leiden.
Na een klinkende zege op Cyprus (7-1) en een gelijkspel tegen Oostenrijk (1-1) moest Oranje de laatste poulewedstrijd winnen van het al geplaatste Hongarije om play-offs af te dwingen.
Het werd de wedstrijd van Rob de Wit, die voor altijd een plek in de Nederlandse geschiedenisboeken bemachtigde. Oranje speelde een moeizame wedstrijd en de Ajax-aanvaller kwam er na rust bij een 0-0 stand in om iets te forceren.
Dat lukte, De passeerbeweging waarmee hij twee Hongaren het bos instuurde was er een van grote schoonheid, maar de afronding was zo mogelijk nog mooier. De Wit dwong de doelman Jozsef Szendrei met een schijnschot naar de grond en tilde de bal met een fenomenaal stiftje in het doel.
Dat doelpunt bleek genoeg voor de zege, waardoor Oranje ten koste van Oostenrijk de play-offs haalde. Uiteindelijk mocht het niet baten, want in de play-offs verloor het Nederlands elftal van België en zo wist Oranje zich voor de derde keer op rij niet te kwalificeren voor een eindtoernooi.
1993: Koeman ontsnapt aan rood en scoort
De Nederlandse toeschouwers in De Kuip hielden hun adem in in de 57ste minuut van het WK-kwalificatieduel met Engeland. Ronald Koeman had de doorgebroken David Platt vastgehouden op de rand van het strafschopgebied.
De blik was gericht op de Duitse scheidsrechter Karl-Josef Assenmacher. Een rode kaart en een strafschop zouden het einde van de WK-aspiraties van Oranje kunnen betekenen. De Nederlandse aanvoerder kreeg echter slechts een gele kaart en Engeland een vrije trap.
Uitgerekend Koeman schoot Oranje enkele minuten later op 1-0 uit een vrije trap. Die mocht hij zelfs twee keer nemen, nadat zijn eerste poging was gestrand op de volgens Assenmacher te vroeg ingelopen Paul Ince.
Dennis Bergkamp maakte er daarna nog 2-0 van. In de laatste poulewedstrijd maakte Nederland het tegen Polen af en plaatste zich zo achter Noorwegen als nummer twee voor het WK. Nummer drie Engeland miste het eindtoernooi.
1973: met dank aan grensrechter Toltsjinsky
Op het WK 1974 maakte de wereld kennis met het totaalvoetbal van Oranje. Het vernieuwende spel en de weergaloze Johan Cruijff deden de wereld, ondanks de verloren finale tegen Duitsland, versteld staan.
Het had echter weinig gescheeld of Oranje had het WK in West-Duitsland niet eens gehaald. In de kwalificatie bleek België een serieuze luis in de pels voor het Nederlandse sterrenensemble. De buurlanden troffen elkaar in de laatste poulewedstrijd, waarbij een gelijkspel tegen België volstond voor plaatsing.
In een slechte wedstrijd viel Nederland zonder overtuiging aan en wachtten de Belgen op die ene kans. Die kwam vlak voor tijd. Paul van Himst schoot een vrije trap ver naar voren, waarna Jan Verheyen de Nederlandse doelman Piet Schrijvers passeerde.
Grensrechter Valery Toltsjinsky stak echter zijn vlag omhoog en scheidsrechter Pavel Kazakov keurde het doelpunt af vanwege buitenspel. Uit de herhaling bleek dat Verheyen helemaal niet buitenspel stond.
In België spreekt men er nog altijd schande van. Verheyen zelf zag er jaren later het positieve van in. "Zo was het goed, anders had de wereld nooit van Nederland kunnen genieten op het WK."