NVJ wil asiel voor Afghanen die samenwerkten met Nederlandse media
Afghanen die voor Nederlandse media hebben gewerkt moeten een visum kunnen krijgen om hiernaartoe te komen. Die oproep doet de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ), in navolging van Amerikaanse en Britse media. Volgens de NVJ lopen ook Afghaanse journalisten en fixers (lokale helpers) groot gevaar nu de Taliban een steeds groter deel van Afghanistan veroveren.
"We zijn deze week in overleg geweest met correspondenten en verslaggevers die daar gewerkt hebben en buitenlandredacties", zegt algemeen secretaris van de NVJ Thomas Bruning. "Zij zien deze ramp zich langzaam voltrekken."
Het kabinet is erg terughoudend met het verstrekken van asiel aan Afghanen. Enkele honderden tolken die voor Nederland gewerkt hebben komen in aanmerking voor asiel, maar het kabinet wil die groep niet uitbreiden met bijvoorbeeld beveiligers, juridisch experts of logistiek medewerkers omdat dat tot een "niet-beheersbare toename" van het aantal asielaanvragen zou leiden. Het kabinet zegt ook dat er veel vervalste asielaanvragen gedaan worden door Afghanen die zeggen als tolk te hebben gewerkt.
Lijst in de maak
Dat het kabinet gehoor geeft aan de oproep van de NVJ lijkt dan ook onwaarschijnlijk. Maar Bruning zegt wel een handje te willen helpen: "In samenspraak met Free Press Unlimited maken we een lijst met wie correspondenten en verslaggevers hebben samengewerkt." Hoeveel mensen daar op komen te staan, is nog onduidelijk. Mogelijk gaat om tientallen, zegt Bruning.
Ook dan kan er gesteggel blijven over de definitie. Zet je er bijvoorbeeld alleen journalisten en fixers op, of ook mensen die in bredere zin diensten hebben verleend aan Nederlandse journalisten? En Afghanen kunnen uiteraard ook met media uit veel verschillende landen hebben samengewerkt. Bruning: "Allereerst gaat het om mensen die de duidelijkste band met Nederland hebben. Daar moet de Nederlandse overheid verantwoordelijkheid voor nemen."
De NVJ wil een brief sturen naar de betrokken ministeries en Kamercommissies om de oproep ook formeel kenbaar te maken.