Het trauma van de explosie in Beiroet: 'Of we ooit antwoord krijgen, betwijfel ik'
Daisy Mohr
Correspondent Midden-Oosten
Daisy Mohr
Correspondent Midden-Oosten
"Zal ik je eens wat vertellen? Ik heb dit jaar nog geen nacht doorgeslapen. Mijn buren zeggen hetzelfde. We liggen de halve nacht wakker. Dat komt door het trauma van de explosie."
Henry Beainy was met zijn hondje thuis toen precies een jaar geleden een grote hoeveelheid ammonium nitraat ontplofte in de centraal gelegen haven van Beiroet. Meer dan 200 mensen verloren hun leven, zo'n 7000 raakten gewond, ziekenhuizen en scholen werden verwoest en honderdduizenden inwoners van Beiroet verloren hun huis.
Op nog geen vijfhonderd meter afstand van de haven heeft Beainy vanuit elk raam vol zicht op de restanten van de silo's. Vanaf zijn stoel aan de eettafel vloog hij vorig jaar de woonkamer in en landde ergens naast het bankstel. Hij noemt het een wonder dat hij die enorme klap overleefde. Nu staat er een schaakbord op de plek aan tafel waar hij toen zat, zelf gaat hij daar niet meer zitten.
'Net Hiroshima'
Vijf maanden woonden Beainy en zijn gezin bij familie. "De ramen en deuren, die hebben we met hulp van een lokale hulporganisatie kunnen repareren. Maar met onze ziel gaat het niet goed. Het trauma gaat niet gemakkelijk weg. Ik heb de burgeroorlog meegemaakt, ik heb in mijn leven van alles en nog wat gezien maar dit was anders", zegt hij. Hij laat op zijn telefoon video's zien van de minuten na de explosie. "Net Hiroshima."
Van de autoriteiten heeft Beainy het afgelopen jaar geen hulp gekregen. Veel huizen in de buurt hebben een sticker van het leger met een 8-cijferig nummer boven de voordeur. Dat is het eerste en laatste wat ze van de autoriteiten zagen.
Er zijn veel spullen die de Beainy's zich niet opnieuw kunnen veroorloven. Hun spaargeld zit vast in de bank dus nieuwe airconditioning of kookgerei voor in de keuken aanschaffen is een verre droom. "Ik kan je niet vertellen hoeveel ngo's zijn langs geweest hier in de straat. Ze maakten foto's en filmpjes, we hebben vragenlijsten ingevuld. Ze zouden terugkomen om te helpen maar ik heb ze nooit meer gezien. Ik weet wel zeker dat ze het geld in eigen zak hebben gestoken. Het is niet bij de mensen terechtgekomen."
Komen de antwoorden ooit?
Woedend is Beainy dat er een jaar na de explosie nog steeds geen antwoorden zijn: "Wie, wat, hoe, waarom? Dat willen we weten, maar of we ooit antwoorden krijgen betwijfel ik."
Er zijn veel Libanezen die antwoorden eisen. Paul en Tracy Naggear verloren hun 3-jarige dochter Alexandra door de explosie. Ze willen weten hoe dit heeft kunnen gebeuren en welke overheidsinstellingen verantwoordelijk zijn:
Het Libanese onderzoek verloopt moeizaam en heeft tot nu toe niets opgeleverd. De eerste gerechtelijk onderzoeker werd naar huis gestuurd, veel politieke kopstukken genieten immuniteit en de details van het onderzoek zijn geheim.
Daarom deed Human Rights Watch (HRW) de afgelopen zes maanden zelf onderzoek, dat gisteren gepubliceerd werd. "Wij concluderen dat de president, de premier en ook hoge functionarissen van verschillende Libanese veiligheidsdiensten op de hoogte waren van het ammonium nitraat en het gevaar daarvan. Ze hadden moeten handelen maar deden niets. Door het op zo'n onverantwoorde manier in de haven op te slaan, creëerden ze een gigantische bom," zegt Aya Majzoub van HRW in haar kantoor in Beiroet.
Waar is de rest van het ammoniumnitraat gebleven?
Het vernietigende rapport stelt dat Libanon en niet Mozambique hoogstwaarschijnlijk de eindbestemming was van het ammoniumnitraat dat in 2013 per schip in Libanon arriveerde. Er zijn aanwijzingen dat de eigenaar van het schip banden heeft met het Syrische regime en de Libanese terreurorganisatie Hezbollah. Een onderzoek van de FBI concludeerde eind vorig jaar dat 'slechts' een fractie, 550 ton, van de aanvankelijk opgeslagen 2750 ton ammoniumnitraat op 4 augustus ontplofte.
De grote vraag is waar de rest dan is gebleven. Werd het de zee ingeblazen? Werd het al eerder gestolen of weggesmokkeld? Veel Libanezen zijn ervan overtuigd dat een deel sinds 2013 naar Syrië is vervoerd om explosieven te maken.
HRW wil dat er een nieuw internationaal onderzoek wordt ingesteld, dat wordt geleid door de VN-mensenrechtenraad. Majzoub: "We willen een geloofwaardig onderzoek. De staat van dienst van Libanon om functionarissen op hoog niveau verantwoordelijk te houden voor ernstige mensenrechtenschendingen is niet veelbelovend. Helaas bevestigt alles wat we het afgelopen jaar hebben gezien onze vrees dat er geen gerechtigheid zal komen middels een puur binnenlands proces."
Vandaag gingen Henry, Tracy, Paul en velen anderen met hen de straat op om hun solidariteit te tonen en gerechtigheid te eisen.