Het station van Wenen
NOS NieuwsAangepast

Eerste nachttrein uit Oostenrijk aangekomen in Amsterdam

De nieuwe dagelijkse treinverbinding tussen Nederland en Oostenrijk is van start gegaan. Gisteravond om 20.13 uur vertrok de zogeheten Nightjet vanaf Wien Hauptbahnhof en vanochtend kort voor 11.00 uur kwam de trein aan op Amsterdam Centraal.

Daarmee is er voor het eerst sinds 2010 weer een directe treinverbinding tussen de twee landen. Om dat te vieren waren onder meer de Oostenrijkse minister van Mobiliteit en de directeur van het Oostenrijkse spoorbedrijf ÖBB meegereisd. Op het perron in Amsterdam werden zij verwelkomd door staatssecretaris Van Veldhoven en NS-directeur Marjan Rintel.

Er zal ook dagelijks een nachttrein vanuit Innsbruck richting Nederland rijden. De treinstellen van de twee nachttreinen worden in Neurenberg aan elkaar gekoppeld, om vervolgens als één trein naar Nederland te rijden. Onderweg stopt de trein onder meer in Frankfurt, Keulen, Arnhem en Utrecht.

Uitgesteld

De internationale verbinding had eigenlijk in december van start moeten gaan, maar werd uitgesteld vanwege de coronapandemie. Ook nu gelden er nog coronabeperkingen: reizigers naar Duitsland moeten zich online aanmelden en in het bezit zijn van een negatieve PCR-test.

Daarnaast geldt op dit moment een oranje reisadvies voor zowel Duitsland als Oostenrijk. Dat betekent dat alleen noodzakelijke reizen zijn toegestaan.

Volgens de NS en de ÖBB is de nachttrein bezig met een comeback als duurzaam alternatief voor het vliegtuig. Een treinrit van Amsterdam naar Wenen bespaart 350 kilogram CO2-uitstoot ten opzichte van het vliegtuig, stelt de ÖBB.

Decennia geleden waren veel Europese steden vanuit Nederland bereikbaar per slaaptrein, zoals Minsk, Kopenhagen en Milaan. In 2016 werd de laatste dagelijkse slaaptrein vanuit Nederland opgeheven. Met name de ÖBB investeert fors in een Europees netwerk van nachttreinen, met verbindingen naar onder meer Rome, Hamburg en Berlijn.

Subsidie aangevochten

De nieuwe lijndienst wordt ondersteund met een Nederlandse subsidie van 6,7 miljoen euro, omdat uit marktonderzoek zou zijn gebleken dat vervoerders anders niet voor 2023 een soortgelijke dienst zouden kunnen aanbieden.

Een groep commerciële vervoersbedrijven probeerde die subsidie bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven stop te zetten, maar dat zei gisteren geen "spoedeisend belang" te zien om de subsidie te blokkeren. Een definitieve uitspraak volgt nog.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl