Aantal besmettingen twintigers loopt op: effect Koningsdag en versoepelingen?
De koning wierp geen wc-potten, koekhapwedstrijden bleven uit en op een enkel kind met een kleedje met tweede-, derde- of vierdehands koopwaar na was de traditionele vrijmarkt een no-go. Maar op sommige plekken leek 27 april wel een gewone Koningsdag.
Parken in het hele land puilden uit. In de Amsterdamse Westerstraat haalden mensen hun neus op voor anderhalve meter afstand, terwijl ze zich volgoten met bier dat per anderhalve meter werd aangerukt.
Experts en kabinet maakten zich zorgen over wat die opeengepakte massa's zouden betekenen voor de coronacijfers, hoewel de kans op een besmetting buiten lager is dan binnen.
Een oppervlakkige blik op de besmettingscijfers doet vermoeden dat het effect meevalt. Het gemiddelde aantal besmettingen per dag, bekeken over de zeven voorgaande dagen, zakte van 8068 op 26 april naar 7133 mensen op 7 mei.
Maar het aantal testen daalde ook, van gemiddeld 64.000 naar 56.000. En tegelijkertijd steeg het percentage positieve testen van 10,7 naar 12,1 procent.
Dat zijn aanwijzingen dat het in ieder geval niet beter gaat, zegt data-analist Marino van Zelst, die dagelijks de coronacijfers bijhoudt. "Het kan erop wijzen dat de testbereidheid afneemt. Daarnaast maken de zelfsneltests het beeld nog troebeler. Het wordt steeds moeilijker te interpreteren wat de besmettingscijfers betekenen, maar het gaat pas de goede kant op als zowel het aantal positieve tests en het percentage positieve tests daalt."
Vooral opvallend is de ontwikkeling van het aantal besmettingen als je die uitsplitst naar leeftijd. Alle groepen laten een daling zien. Behalve een: de 20-29-jarigen.
Transmissie werkt zo dat je altijd eerst een stijging ziet in de meest mobiele groep: dat zijn de 20-29-jarigen.
In de cijfers wordt bijgehouden wat de vermoedelijke eerste ziektedag was. Bij de 20-29-jarigen ligt de omslag van een dalende naar een stijgende trend in het aantal besmettingen rond 27 april. "Je kunt eigenlijk nooit zeggen of een ontwikkeling in besmettingen aan één moment te relateren is, tenzij je iedereen van tevoren en na afloop zou testen", zegt veldepidemioloog Amrish Baidjoe.
Maar dat het aantal besmettingen in deze leeftijdsgroep stijgt, verbaast hem niet. "Transmissie werkt zo dat je altijd eerst een stijging ziet in de meest mobiele groep: dat zijn de 20-29-jarigen. Dat zagen we ook in juli vorig jaar."
In onderstaande grafiek is de piek bij 20-29-jarigen goed zichtbaar. De daling in de laatste dagen komt doordat de cijfers weergegeven worden op basis van de eerste ziektedag. Het beeld van de meest recente dagen is daarom nog niet compleet.
De week van de 27ste was natuurlijk niet alleen de week van Koningsdag. Een dag eerder, op 26 april ging het hoger onderwijs open voor fysieke lessen en colleges. Studenten mogen weer één dag per week naar hun hogeschool of universiteit toe.
Een dag na Koningsdag werden er algemene versoepelingen doorgevoerd. De avondklok werd afgeschaft, de terrassen gingen beperkt open, winkelen zonder afspraak werd weer mogelijk en het aantal bezoekers dat je thuis mag ontvangen ging omhoog van één naar twee. Van Zelst: "De komende week zal er waarschijnlijk meer duidelijk worden uit de cijfers van het bron- en contactonderzoek van de GGD wat de stijging veroorzaakt."
Wekelijks rapporteert het RIVM op basis van het bron- en contactonderzoek van de GGD waar een besmetting waarschijnlijk is opgelopen. Van de besmettingen waar een mogelijke bron opgespoord kan worden, worden de meeste thuis opgelopen. Dat wil zeggen dat iemand wordt besmet door een partner, kind of huisgenoot.
Hoewel de cijfers nog niet actueel genoeg zijn om conclusies te trekken over Koningsdag en de versoepelingen in dezelfde week is er in de besmettingscijfers tussen 27 april en 4 mei toch al een opvallende stijging te zien in de categorie 'feest'. Daar vallen bijvoorbeeld borrels, verjaardagen en bruiloften onder.
In absolute zin lijkt het aantal besmettingen dat daartoe terug te leiden is niet veel - 401 mensen - maar in de weken daarvoor lag het steeds rond de 150 mensen: 2,5 keer lager. Van Zelst: "Die versoepelingen geven natuurlijk een signaal af: we zijn er bijna." Dat beaamt Amrish Baidjoe: "Het gaat op tv over Fieldlabs, over publiek bij het Songfestival. Dat doet mogelijk ook iets met de perceptie van urgentie en hoe mensen zich aan maatregelen houden."
Of de versoepelingen en oplopende besmettingscijfers die daar mogelijk het gevolg van zijn ook leiden tot meer ziekenhuisopnames is onzeker. Baidjoe: "Er wordt ook meer en meer gevaccineerd, wat effectief is in het tegenhouden van ernstige uitkomsten van een corona-infectie, zoals een ziekenhuisopname. Dus er lopen veel elementen door elkaar heen in de cijfers. Maar de infectiegraad is nog zo hoog dat je met één misstap de buffer in de zorg, voor zover die er überhaupt nog is, kwijt bent."