Nico Scholte moest toekijken bij de executie in Weteringplantsoen
In het zicht van de bevrijding werden op 12 maart 1945 in het Amsterdamse Weteringplantsoen dertig mannen standrechtelijk geëxecuteerd. Nico Scholte, toen 14 jaar, moest gedwongen toekijken.
Scholte, inmiddels 90, is vermoedelijk de laatste ooggetuige die nog in leven is. Elk jaar op 4 mei bezoekt hij het monument ter nagedachtenis aan de massa-executie, tot corona dat vorig jaar onmogelijk maakte. Ook dit jaar is een collectieve herdenking bij De Gevallen Hoornblazer in het Weteringplantsoen niet mogelijk.
Afschrikwekkend voorbeeld
De executie was een represaille voor de moord op SS-Oberscharführer Ernst Wehner tijdens een overval op een pand van de illegale Verzetsgroep 2000, onder leiding van Jacoba van Tongeren. Hoewel duidelijk was dat het naziregime de oorlog zou verliezen, waren de Duitsers vastbesloten de moord te wreken. Daarmee wilden ze een afschrikwekkend voorbeeld stellen aan wie het waagde in verzet te komen.
De Duitsers haalden dertig willekeurige Nederlandse gevangenen uit hun cel in het Kleine-Gartmanplantsoen en brachten hen in de ochtend van 12 maart rond 09.15 uur naar het Weteringplantsoen. Onder hen waren vooral verzetsmensen en mannen die waren ondergedoken om aan tewerkstelling in Duitsland te ontkomen. De oudste was 58 jaar, de jongste was 19.
Naast mij stond een grote man en plotseling draaide hij me om, zodat ik niets zou zien. Ik hoorde wel veel geschreeuw. 'Mama! Mama!'
Nico Scholte was die morgen onderweg naar zijn vader toen hij op een menigte stuitte in het Weteringplantsoen. Aanvankelijk lukt het hem die te ontwijken, maar even verderop werd hij staande gehouden en gedwongen om toe te kijken, samen met tientallen andere passanten. Die zagen hoe de eerste groep van tien gevangenen in een rij werd opgesteld om te worden gefusilleerd.
"Naast mij stond een grote man en plotseling draaide hij me om, zodat ik niets zou zien. Ik hoorde wel veel geschreeuw: 'Mama! Mama!' Dat hoor ik nog steeds en maakt me nog elke keer aan het huilen. En toen riep die man naast mij: 'Rennen!' Ik maakte me uit de voeten, naar m'n vader toe."
Scholte is nog altijd tot tranen toe geroerd als hij erover vertelt:
Met de publieke executies beoogde de bezetter de bevolking schrik aan te jagen. Loes Mulders, al dertig jaar lid van het 4 en 5 mei comité Amstelveld en Weteringbuurt: "Het was een keiharde represaille. De Duitsers wilden aan het einde van de oorlog nog laten zien dat zij het voor het zeggen hadden. En dat terwijl een dag later koningin Wilhelmina in Zeeland voet op Nederlandse bodem zou zetten."
Om de boodschap kracht bij te zetten werden de lichamen pas de volgende middag weggehaald. Op meerdere plaatsen in Amsterdam werden plakkaten opgehangen met de tekst: 'Ten gevolge van de laffe en arglistige moordaanslag op een lid der bezettingsmacht (...) werd op 12 dezer een aantal terroristen en saboteurs in het openbaar standrechtelijk doodgeschoten'.
De executies hebben op het bijeengetrommelde publiek een diepe indruk achtergelaten. Niet alleen Nico Scholte is nog steeds tot tranen toe geroerd als hij erover vertelt. Ook andere getuigen hebben regelmatig blijk gegeven van de traumatische indruk die de gebeurtenis op ze heeft gemaakt.
Ook Els Borst was getuige
Loes Mulders: "Veel van die mensen durfden hier na de oorlog nooit langs te lopen. Een van de toeschouwers in 1945 was de latere minister Els Borst. We hebben haar meermaals tevergeefs gevraagd te spreken tijdens de 4 mei-herdenking. Hoewel ze dat niet zo direct zei, hadden we sterk de indruk dat de impact van de gebeurtenis een belangrijke reden was om niet op de uitnodiging in te gaan."
Ondanks corona is het lokale herdenkingscomité ook dit jaar op 4 mei te vinden bij het monument, om mensen te ontvangen die langskomen om bloemen te leggen of een praatje te maken. "We moeten heden en verleden aan elkaar blijven knopen", vindt Loes Mulders. "Dit kan altijd weer gebeuren en gebeurt ook elders in de wereld."