Vicepresident De Graaf van de Raad van State
NOS Nieuws

Raad van State: voortvarend werken aan vertrouwen in overheid

De Raad van State vindt dat de vertrouwensrelatie tussen overheid en burgers onvoldoende op orde is. Die relatie is cruciaal voor het goed functioneren van de democratische rechtsstaat en moet worden versterkt, staat in het verslag van de Raad over vorig jaar.

De Raad van State zegt dat vorig jaar twee uitzonderlijke gebeurtenissen het vertrouwen van de burger in de overheid op de proef hebben gesteld, de coronacrisis en de toeslagenaffaire.

Kabinetsformatie

In de gesprekken die informateur Tjeenk Willink voert over de vorming van een nieuw kabinet is het vertrouwen in de overheid een belangrijk thema. Ook de Raad besteedt daar in zijn verslag uitgebreid aandacht aan. "Waar het vertrouwen rafelt, rafelt ook de rechtsstaat", zegt vicepresident De Graaf in een toelichting.

Volgens de Raad van State, de belangrijkste adviseur van de regering en ook de hoogste bestuursrechter, moet de overheid deskundig en aanspreekbaar zijn, ook op de fouten die zij maakt: "Daaraan zal de komende periode voortvarend moeten worden gewerkt; alleen zo wordt het vertrouwen onderhouden".

De Raad vindt dat de wetgever de afgelopen tijd onvoldoende aandacht heeft gehad voor de uitvoering in de praktijk en het 'doenvermogen' van burgers. Volgens vicepresident De Graaf moet het proces van wetgeving worden geëvalueerd en verbeterd.

Vicepresident De Graaf van Raad van State: vertrouwen tussen burger en overheid onvoldoende

In het rapport van de parlementaire ondervragingscommissie over de toeslagenaffaire, dat uiteindelijk leidde tot de val van het kabinet, kreeg ook de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State harde verwijten. Die zou het "systeemfalen van de wetgever en het handelen van de uitvoeringsorganisaties" eerder hebben moeten corrigeren. Volgens het jaarverslag is het te vroeg om hierover al definitieve lessen te trekken en loopt de discussie nog.

Wel schrijft de Raad dat de rechter harde wetgeving en harde uitvoering niet zomaar ongedaan kan maken. "Hij kan niet voorbijgaan aan wettelijk erg strak geformuleerde terugvorderingsverplichtingen. De afdeling bestuursrechtspraak heeft uiteindelijk in de kwestie van de kinderopvangtoeslagen besloten dit wel te doen toen de maatschappelijke gevolgen volop aan het licht kwamen." De Raad praat er met andere rechters en met wetenschappers over of dat eerder had gekund.

In het verslag staat ook dat de politieke houding ten opzichte van de taak van de rechter niet duidelijk is. "Waar nog kort geleden discussie werd gevoerd over een te grote rol van de rechter die op de stoel van wetgever en bestuur zou plaatsnemen, wordt in reactie op de toeslagenkwestie nu gepleit voor rechterlijke ruimte om de wettekst te relativeren."

Coronawetten

In het verslag wordt verder aandacht besteed aan de tijdelijke wetten om de verspreiding van het coronavirus in te dammen. Volgens de Raad was het bij de bestrijding van de crisis "zoeken naar de juiste balans tussen het wettelijk verankeren van een toereikende democratische legitimatie enerzijds en het behoud van slagkracht met het oog op een effectieve virusbestrijding anderzijds".

Het adviesorgaan pleit ervoor de bestaande noodwetten aan te passen voor als er een nieuwe crisis komt. Volgens het jaarverslag was er nu "ongemak over het ontbreken van adequate wetgeving".

De afdeling advisering van de Raad is vorig jaar 508 keer ingeschakeld voor advies. Dat is een "opvallende stijging" ten opzichte van de jaren ervoor. Voor een deel heeft de toename te maken met de regels over de coronacrisis.

De afdeling bestuursrechtspraak heeft vorig jaar zo'n 9400 rechtszaken afgedaan. Dat zijn er ruim 4000 minder dan in 2019. Ook die daling schrijft de Raad toe aan de coronacris.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl