65.000 stemmen 70+'ers niet meegeteld door fouten bij briefstemmen
Sophie Feenstra en Mattijs van de Wiel
Sophie Feenstra en Mattijs van de Wiel
Bij de Tweede Kamerverkiezingen zijn zo'n 65.000 briefstemmen van 70-plussers niet meegeteld omdat ze niet op de juiste manier waren uitgebracht. Dat aantal is goed voor bijna één zetel.
De NOS en de Open State Foundation, een organisatie die zich inspant voor een digitaal transparante overheid, onderzochten de processen-verbaal van de vooropening van de briefstemmen. De meest gemaakte fout door de kiezers is dat de 'stempluspas' niet was meegestuurd. Daarnaast zat in veel enveloppen helemaal geen stembiljet.
Bij de einduitslag van de verkiezingen meldde de Kiesraad dat 0,29 procent van de briefstemmen ongeldig was verklaard. Er was echter niet bekeken hoeveel briefstemmen er al afvielen voordat het tellen begon. Dat deel 'terzijde gelegde stemmen' blijkt nu 6 procent te zijn.
Vanwege corona had het kabinet bij de afgelopen verkiezingen 70-plussers de mogelijkheid gegeven om ook per post hun stem uit te brengen. Maar al op de eerste dag, maandag 15 maart, kwam bij het vooropenen van de retourenveloppen aan het licht dat veel mensen de procedure niet goed hadden gevolgd.
Zo zat er regelmatig geen stempluspas in de retourenvelop. De dichtgemaakte stembiljet-envelop, die ook in de retourenvelop zat, mocht op dat moment nog niet worden geopend in verband met het stemgeheim. Al deze stemmen werden dus terzijde geschoven en zouden niet meetellen. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten concludeerde later die dag dat het om 7 tot 8 procent van de briefstemmen ging.
Demissionair minister Ollongren besloot daarop de regels voor het briefstemmen nog tijdens de verkiezingen te veranderen. Gemeenten mochten vanaf dinsdag 16 maart ook de stembiljet-envelop openen om te kijken of een stempluspas per ongeluk daarin was gestopt. Ook de terzijde gelegde briefstemmen van de eerste dag werden door alle gemeenten opnieuw gecontroleerd.
De wijziging van de regels had voor 25 gemeenten ook een ander gevolg: zij kregen opeens postzakken vol stembiljet-enveloppen zonder adres bezorgd. Zo'n 33.000 mensen hadden de formulieren namelijk niet in de geadresseerde retourenvelop gestopt maar in de stembiljet-envelop, bedoeld voor de geheimhouding.
Omdat daar geen retouradres op stond, bezorgde PostNL na overleg met het ministerie van Binnenlandse Zaken die enveloppen bij 25 grote gemeenten in de buurt van de sorteercentra van het bedrijf. Deze gemeenten moesten dus al deze postzakken doorzoeken in de hoop een stempluspas en daarmee ook een bijhorende gemeente aan te treffen. Dat laatste gebeurde slechts in enkele gevallen.
Uiteindelijk heeft de aanpassing van de minister dus maar beperkt effect gehad. In plaats van 7 tot 8 procent werd 6 procent van de briefstemmen niet meegeteld. Deze stemmen zijn daarmee verloren gegaan.
Toch staat het ministerie nog altijd achter de keuze om het briefstemmen toe te staan voor alle 70-plussers. "Natuurlijk is elke niet-getelde stem er een te veel, maar al met al zijn we tevreden over hoe het is verlopen", zegt een woordvoerder.
"In algemene zin is de kans op fouten bij briefstemmen namelijk groter dan in het stemlokaal, omdat er meer handelingen bij komen kijken", legt ze uit. "In bijvoorbeeld Oostenrijk, waar briefstemmen al langer mogelijk is, was het percentage niet-meegetelde stemmen bij de laatste verkiezing 5,7 procent. En in het Verenigd Koninkrijk bij de introductie circa 4 procent."
Om de verkiezingen tijdens de coronapandemie zo toegankelijk mogelijk te maken is het risico op deze verloren stemmen dit keer dus op de koop toegenomen. Wel heeft het ministerie onder de noemer 'Elke stem telt' een campagne gevoerd om het proces uit te leggen.