Hoe kansrijk is het kort geding van IS-vrouwen tegen de Staat?
In de rechtbank in Den Haag dient vandaag een kort geding van een groep vrouwelijke Syriëgangers tegen de Nederlandse Staat. De vrouwen willen dat Nederland gedwongen wordt om hen en hun kinderen op te halen uit kampen in Noord-Syrië.
Of het kort geding succesvol zal zijn voor de vrouwelijke Syriëgangers is moeilijk te voorspellen. In EU-landen die ook worstelen met het eventuele terughalen van IS-vrouwen en hun kinderen zijn recent wel rechtszaken geweest die uitmondden in het verplicht ophalen van de gezinnen, of in het ophalen van weeskinderen.
Zo werd woensdag door de rechtbank in Brussel besloten dat België een 23-jarige Syriëganger en haar twee kinderen binnen 75 dagen moet ophalen uit detentiekamp al-Roj. De rechter oordeelde dat de kinderen beschermd moeten worden tegen de gevaren in het kamp. Die beslissing was deels gebaseerd op het feit dat België eerder zes weeskinderen heeft teruggehaald. De Belgische Staat kan nog in hoger beroep tegen de uitspraak, maar moet ondertussen wel voorbereidingen treffen voor de repatriëring.
Deze zomer werd door een rechtbank in Berlijn bepaald dat een IS-vrouw uit Nedersaksen en haar kinderen van 8, 7 en 2 jaar oud teruggehaald moesten worden uit kamp al-Hol. De rechter noemde het niet wenselijk dat in dit specifieke geval de kinderen zonder hun moeder zouden terugkeren naar Duitsland.
'Het lijkt dus wél mogelijk te zijn'
Nederland heeft nog geen IS-vrouwen gerepatrieerd naar aanleiding van een gerechtelijk besluit. Maar net als België heeft Nederland wel al eens weeskinderen teruggehaald uit voormalig IS-gebied. Dat was na tussenkomst van een rechter. Het gaat om twee kinderen van 2 en 4 jaar oud die waren toegewezen aan een Nederlandse voogd.
"Het lijkt dus wél mogelijk te zijn", zei de advocaat van de familie van de twee teruggehaalde wezen, André Seebregts, destijds tegen de NOS. Seebregts is nu advocaat van een aantal van de vrouwen dat het kort geding heeft aangespannen. Volgens hem kan het terughalen van weeskinderen voor rechters aanleiding zijn om ook IS-vrouwen met kinderen verplicht te laten ophalen.
Andere Europese landen hebben ook weeskinderen opgehaald uit Syrië. In Duitsland werd deze zomer door een Berlijnse rechtbank geoordeeld dat vier jonge weeskinderen, waaronder een ernstig zieke baby, met spoed moesten worden gerepatrieerd. De zaak was aangespannen door familieleden van de omgekomen IS-moeders.
Frankrijk, Noorwegen en Zweden haalden in totaal 29 weeskinderen terug uit Syrië.
De vrouwen worden vertegenwoordigd door vijf advocatenkantoren. "De eis is om de kinderen zo snel mogelijk te repatriëren en hun moeders ook, gezien de onrustige situatie in Noord-Syrië en de gevaren waaraan de kinderen in de kampen blootstaan", zegt advocaat Tom de Boer.
De vraag is of de rechter meegaat met die eis. De vrouwen hebben immers zelf gekozen voor een leven in het kalifaat. "Maar de kinderen niet. Zij mogen niet de dupe worden van een besluit van hun ouders", zegt De Boer. "Het gaat hier om mensenlevens; er zijn al 300 kinderen gestorven in deze kampen, waaronder twee Nederlandse. Er is kans dat er meer kinderen overlijden."
Omdat de autoriteiten in Noord-Syrië niet bereid zijn de vrouwen en kinderen te scheiden, moeten de moeders ook opgehaald worden, zo redeneren de advocaten.