VN wil sancties tegen bedrijven uit Myanmar, ook Shell betrokken
De Verenigde Naties willen dat de internationale gemeenschap stopt met zakendoen met 147 Myanmarese bedrijven die zijn gelieerd aan het militaire regime in het land. Tegen die bedrijven zouden ook sancties ingesteld moeten worden.
In een onderzoeksrapport (.pdf) schrijft de VN-missie van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten in Myanmar dat 45 Myanmarese bedrijven het militaire bewind met zeker 10 miljoen dollar hebben gesteund. Volgens de organisatie konden de bedrijven weten dat het geld door de militairen gebruikt zou worden om mensenrechtenschendingen tegen de islamitische Rohingya-minderheid in de regio Rakhine tussen 2011 en 2018 uit te voeren. Het gaat dan onder andere om het bouwen van een grensmuur en infrastructuurprojecten op land van Rohingya.
Veel van de genoemde bedrijven hebben buitenlandse zakenpartners, waaronder ook in Nederland. "Bedrijven lopen zo risico bij te dragen aan mensenrechtenschendingen of op z'n minst het financieel steunen van het militaire regime", aldus de VN.
Shell is partner
Hoewel slechts een aantal buitenlandse zakenpartners in het rapport met naam worden genoemd, stelt de VN dat er nog veel meer partners zijn. Een daarvan is het Nederlandse oliebedrijf Shell, zo blijkt uit onderzoek van de NOS.
Shell heeft in juli 2017 een overeenkomst met Max Energy Myanmar te gesloten voor het leveren van tankstations. In het betreffende persbericht (.pdf) staat dat binnen drie jaar in heel het land Shell-pompen moeten komen. Bestuursvoorzitter U Zaw Zaw van moederbedrijf Max Myanmar zei destijds: "Ik ben trots dat we deze overeenkomst met Shell hebben gesloten". Hoeveel geld er met de deal gemoeid was, is niet bekend.
Een maand na de overeenkomst, in augustus 2017, voerde het militair bewind de vervolging van Rohingya op en werden 700.000 mensen naar buurland Bangladesh verdreven. Een nieuw te bouwen grensmuur moest voorkomen dat ze teruggaan. In het onderzoeksrapport brengt de VN specifiek twee bedrijven in verband met het financieren van de muur; een daarvan is Max Myanmar.
1,5 miljoen voor grensmuur
Volgens de VN heeft bestuursvoorzitter U Zaw Zaw in september en oktober geldbedragen overgemaakt die waren bedoeld voor het bouwen van de grensmuur. In september ging het om ruim 975.000 dollar, in oktober om 654.000 dollar. In november ging hij zelf kijken aan de grens, meldden media destijds.
Volgens de VN wist het bedrijf dat hun steun gebruikt zou worden voor "inhumane daden". Om die reden wil de organisatie dat er strafrechtelijk vervolging wordt ingesteld tegen de leidinggevenden vanwege betrokkenheid bij misdaden tegen de menselijkheid.
Shell erkent dat het een "complexe en gevoelige kwestie" is en spreekt de hoopt uit dat er "een vreedzame oplossing voor de situatie in de noordelijke regio Rakhine" komt. Het bedrijf laat weten dat de samenwerking met Max Energy wordt herzien vanwege "teruglopende brandstofmarges en kapitaaldruk". Het rapport, dat Shell nog gaat bestuderen, heeft daarin geen rol gespeeld.