Politiek aan zet: komt er toch rekeningrijden en wordt vlees eten duurder gemaakt?
Met de voorstellen in de Hoofdlijnen van het Klimaatakkoord is het mogelijk de CO2-uitstoot in 2030 met 49 procent te verlagen ten opzichte van 1990. Maar dan moeten er de komende tijd wel politieke keuzes worden gemaakt, stelt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).
Zo moet er beslist worden of er rekeningrijden wordt ingevoerd, of de industrie meer belasting moet gaan betalen voor het gebruik van fossiele brandstoffen en of het eten van vlees ontmoedigd wordt.
De Hoofdlijnen zijn opgesteld door het Klimaatberaad onder leiding van Ed Nijpels. Daarbij werd aan vijf 'klimaattafels' onderhandeld over de maatregelen die nodig zijn in de industrie, verkeer en vervoer, elektriciteit en energie, bebouwing en landbouw.
Kosten en baten
De kosten van de voorgestelde maatregelen zijn nog lastig te berekenen, omdat nog niet alles is uitgewerkt. Het PBL schat dat er 80 à 90 miljard aan investeringen nodig zijn. Daar staan baten tegenover, zoals verbetering van de luchtkwaliteit. Het PBL denkt dat het de samenleving de komende twaalf jaar bij elkaar 3 à 4 miljard euro per jaar gaat kosten, wat neerkomt op 0,5 procent van het Bruto Binnenlands Product.
Wat dat betekent voor de burgers is niet duidelijk, ook omdat nog beslist moet worden wie wat gaat betalen.
Nee zeggen is er niet bij
Nijpels zegt in een reactie dat het planbureau laat zien dat het Klimaatberaad in vier maanden een stevige basis heeft gelegd. Volgens hem is het "de grootste verbouwing van Nederland sinds de Tweede Wereldoorlog", maar vallen de kosten nog mee: "ze zijn nog altijd lager dan wat we als samenleving uitgeven aan roken".
Ook Nijpels wijst erop dat het kabinet en de Tweede Kamer nu moeten kiezen. "Eenvoudig nee zeggen is er niet bij", waarschuwt hij: als de politici voorstellen afwijzen, moeten ze ook met alternatieven komen.
Gisteren bleek dat de politieke spanningen in de coalitie over het klimaatbeleid oplopen. CDA en VVD vinden de plannen nog te vaag om al beslissingen te nemen, terwijl D66 en de ChristenUnie snel spijkers met koppen willen slaan.
Een van de gevolgen van de 'energietransitie' waar het planbureau op wijst, is dat de overheid minder inkomsten krijgt uit energiebelasting en brandstofaccijnzen. Het bureau vraagt het kabinet te bedenken wat dat moet betekenen voor het belastingstelsel.
Windmolens
De energietransitie is volgens het PBL bij de elektriciteit al goed zichtbaar in de vorm van windmolens en zonnepanelen. Volgens de voorstellen van het Klimaatberaad gaan de komende jaren vooral windparken op de Noordzee een grote rol spelen. Het PBL is het niet eens met de conclusie dat dat over een aantal jaren zonder subsidie kan.
Over de industrie merkt het planbureau op dat tien grote bedrijven, die samen verantwoordelijk zijn voor de helft van de uitstoot, transitieplannen moeten opstellen. De overheid zou dit moeten stimuleren door het gebruik van fossiele brandstoffen meer te belasten of door de CO2-uitstoot te belasten.
Rekeningrijden
Rekeningrijden kan volgens het PBL een belangrijk middel zijn om de uitstoot van het verkeer terug te dringen. Daarbij wordt gedacht aan een heffing van 3,1 cent per kilometer voor personenauto's en een extra heffing van 11 cent per kilometer op drukke wegvakken in de drukke uren. Maar het is de vraag of rekeningrijden goed uitvoerbaar en politiek haalbaar is. Het is een van de punten waar de politiek een beslissing over moet nemen.
Rekeningrijden kan op termijn ook dienen om de misgelopen inkomsten uit benzine-accijnzen te compenseren als steeds minder auto's op diesel en benzine rijden.
Bij de terugdringing van de verkeersuitstoot spelen ook de overgang naar elektrische auto's en auto's die rijden op biobrandstoffen een grote rol. Ook daarbij zijn onzekerheden en moeten keuzes worden gemaakt. Het is bijvoorbeeld niet duidelijk hoe snel elektrische auto's goedkoper worden. Het kabinet kan elektrisch rijden onder meer stimuleren door de brandstofaccijns verder te verhogen en het plaatsen van laadpalen te bevorderen. In het regeerakkoord staat als doel dat in 2030 alle nieuw verkochte auto's emissievrij zijn.
Vleesconsumptie
Over de landbouw merkt het PBL op dat er weliswaar maatregelen zijn voorgesteld, maar dat daar nog geen concrete afspraken over zijn gemaakt. Ook hier is de overheid aan zet. Het zou bijvoorbeeld "waardevol" zijn om te beginnen met beleid om de vleesconsumptie terug te dringen.
Het PBL denkt aan een terugdringing van de vleesconsumptie met 40 procent en de zuivel- en eierconsumptie met 20 procent.
Warmtepompen
Bij het verduurzamen van huizen zijn er ambitieuze plannen. Zo worden anderhalf miljoen bestaande woningen verduurzaamd, waarbij warmtepompen een grote rol spelen. Voor warmtepompen zijn tot 2030 500 tot 600 miljoen aan extra investeringen nodig.
Het planbureau verwacht dat warmtepompen nog tot de helft goedkoper worden. Nu lopen de prijzen - afhankelijk van de soort die gekozen wordt - uiteen van zo'n 5000 tot 15.000 euro.