Leiders Zuid-Sudan 'geven meer om geld' dan om hongerige bevolking
In het door burgeroorlog geteisterde Zuid-Sudan leven miljoenen mensen al jaren op voedsel geleverd door hulporganisaties. De leiders gaan ervan uit dat de internationale gemeenschap hun volk in leven houdt, zegt David Shearer, hoofd van de VN-vredesmacht in het Afrikaanse land, tegen correspondent Koert Lindijer. "Ondertussen gaan veel van de inkomsten van het land naar heel andere dingen dan de bevolking."
De omvangrijke corruptie, die de regering volgens Shearer zelf ook erkent, is slechts een van de problemen van het jongste land ter wereld. De helft van alle twaalf miljoen Zuid-Sudanezen is afhankelijk van voedselhulp. En die hulpverlening verloopt uitermate stroef.
"Het is heel moeilijk in een land waar nauwelijks infrastructuur is en de economie tot stilstand is gekomen", legt Lindijer uit. "Bovendien zijn tientallen hulpverleners om het leven gekomen in deze oorlog."
Eind 2013 brak de oorlog uit tussen opstandelingen en het regeringsleger. Het etnische geweld kostte tienduizenden mensen het leven. Bijna vier miljoen Zuid-Sudanezen sloegen op de vlucht.
Kinderen worden gezien als oorlogsschat.
Akobo, op de grens met Ethiopië, is een van de plekken waar de ontheemden tijdelijk onderdak krijgen. Dat gebeurt onder meer in een basisschool. Lindijer ziet daar om zich heen vooral vrouwen en kinderen. "Ze zijn op de vlucht voor het regeringsleger en worden onderweg beroofd door leden van andere stammen."
Lindijer legt uit dat er regelmatig kinderen worden gestolen. Die worden soms na onderhandelingen weer teruggegeven. "Maar over het algemeen worden die kinderen gezien als oorlogsschat." Buiten het schoolgebouw spelen kinderen voetbal op hun blote voeten. "Alsof er niets aan de hand is."
David Shearer geeft leiding aan de 16.000 VN-mensen in het conflictgebied. Zijn uitleg over de omvangrijke corruptie spreekt volgens Lindijer boekdelen. "Hij zegt eigenlijk dat de Zuid-Sudanese leiders meer om hun eigen geld geven dan om de bevolking; ze zijn corrupt. Harde woorden van een diplomaat, maar niet uniek hier."
Nikki Haley, VN-ambassadeur van de Verenigde Staten, noemde president Salva Kiir een "minderwaardige partner". Oud-minister voor Ontwikkelingssamenwerking Ploumen gebruikte zelfs eens de woorden "klootzakken van de ergste soort".
De stevige kritiek hebben een oplossing voor het conflict vooralsnog niet dichterbij gebracht. Er vonden de afgelopen dagen vredesbesprekingen plaats in de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba, maar deze hebben nog weinig vooruitgang geboekt.